Over de proeven van een zekere geleerde Dr. Gabriel, die na de dood van zijn vrouw zich intensief met verschijningen als bewijs van leven na de dood is gaan bezighouden, en uit wiens aantekeningen na zijn dood het volgende hilarische verhaal tevoorschijn kwam...gepubliceerd in HET TOEKOMSTIG LEVEN van februari 1901
Honderden gevallen van verschijningen vond ik verhaald, maar geen enkele kon een wetenschappelijk onderzoek weerstaan.
Eindelijk kreeg ik den sleutel en wel van zeer onverwachte zijde. Eens, terwijl ik in mijn studeervertrek zat, kwam dat onbeschrijfelijke gevoel weer over mij. Ik keek op van het boek, waarin ik las en zoch te vergeefs naar de onzichtbare gedaante. Het was al laat in den nacht; alles was stil, maar opeens doet een licht geplas in de richting der goudvischkom, die in een hoek der kamer stond, mij opkijken. Ik verwonderde mij over de klaarblijkelijke ontroering, die de goudvisschen had aangegrepen. Dat zij vreeselijk verschrikt waren, zag ik duidelijk, daar ik hare gewoonten nauwkeurig had waargenomen. Toch was er schijnbaar geen enkele reden voor hun angst. Zou het mogelijk zijn, dat de voor mij onzichtbare tegenwoordigheid van deze lagere schepselen zichtbaar was?
Iederen nacht sloeg ik de goudvischkom nauwkeurig gade. Bij iedere gelegenheid was de schrik der goudvisschen gelijktijdig met de vreemde gewaarwording, die ik ondervond.
Hier was mogelijk een middel, om het groote geheim te doorgronden. De taak was nu om te ontdekken, in welk opzicht het gezichtsvermogen dezer visschen van het onze verschilt?....
Dit waren vragen, ontstaan door het geplas van een kleinen goudvisch. Daarop een praktisch antwoord te vinden was de taak die ik mij oplegde.
En hij slaagde, maar ten koste van hun gezichtsvermogen en hunne gezondheid.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten