Redding in nood, hemelse of bovennatuurlijke interventie, gebedsverhoring, zich bewegen alsof er geen afstanden en geen tijd bestaat, gezien worden en verdwijnen, die elementen vinden we overal. Blijkbaar horen ze in het ervaringspakket van de mensheid.
In "The Theosophist" van 1881 staat een verhaal dat in de New Age cultuur onherroepelijk als een engelenverhaal zou worden gezien, maar in India heeft men een andere interpretatie. Dat maakt zulke wonderverhalen des te interessanter: de gebeurtenissen komen overeen maar de culturen verschillen hemelsbreed.
Het duiden van wonderverhalen is nou eenmaal sterk cultuurgebonden. Dat kan niet anders, mensen hebben alleen hun eigen gereedschap om te begrijpen wat ze is overkomen. Maar die beeld- en symbooltaal zegt niets over de ultieme en juiste verklaring. Die laatste 'zekerheid' ontgaat ons. Iedere wonderlijke gebeurtenis is open voor interpretatie.
Dat is mooi, of irritant, het is maar hoe je't bekijkt.
Misschien moeten we niet alles willen verklaren; voor je't weet is het wonder dood.
Het betreffende verhaal gaat over een pelgrim die in het gezelschap van een stuk of 10 andere pelgrims een lange route aflegt langs heilige plaatsen in India. De man is niet erg fit door de vermoeienissen en op een gegeven moment blijft hij achter, en wordt hij gescheiden van zijn tochtgenoten.
Op goed geluk vervolgt hij zijn weg door ruig terrein, en staat opeens oog in oog met een kudde wilde runderen.
Dat is niet niks, die dieren kunnen agressief uit de hoek komen. Dus begint de pelgrim te rennen om aan de dieren te ontkomen, en gelukkig vindt hij een schuilplaats in een grot. Maar een stier weet hem te vinden, en als hij zich dieper terug wil trekken ziet hij een grote schorpioen vanaf de gesteenten boven zijn hoofd op hem afkomen.
Paniek. Maar gelukkig richt de schorpioen zijn aandacht op de stier, en steekt die dood. Dan verdwijnt hij weer in de duisternis.
Onze pelgrim zucht opgelucht, besluit de nacht in de grot door te brengen, maar dan is er een tijger die hem in een hoek drijft. De man begrijpt dat er blijkbaar aan gevaren niet te ontkomen valt, en hij verzoent zich met zijn lot.
Tot op zekere hoogte, want even later breekt hij op de knieën en doet een hartgrondig schietgebed.
Als hij zijn ogen opent staat er een Yogi voor hem met een koninklijk uiterlijk, die hem in Hindoestani toespreekt: "Wie ben je en wat doe je hier? Kom, doe wat ik zeg en sluit je ogen...".
Zonder aarzeling gehoorzaamt de pelgrim. .
Zijn redder lijkt hem bij de schouders vast te hebben. Als de man zijn ogen opent staat hij tussen zijn verloren reisgenoten.
De Yogi is, natuurlijk, verdwenen.
woensdag 17 februari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten