donderdag 18 februari 2010

LITERAIRE SPOKEN

Het is geen onbekend feit dat auteurs nogal eens getuigen van hun gevoel dat 'het boek zichzelf schrijft' . Daarmee bedoelen ze dat ze de controle lijken te verliezen over de acties van hun hoofdpersonen, waardoor soms het verhaal een andere kant opgaat dan ze zelf hadden gepland. De schrijver weet wel beter dan zich daartegen te verzetten.
Velen hebben zich al afgevraagd of er sprake is van inmenging vanuit de geestenwereld.

Wat ons kan brengen op de vraag: Wat is inspiratie?
Het onderstaande stukje van Nandor Fodor(1895-1964), psychoanalist en auteur van de 'Encyclopaedia of Psychic Science', verhaalt hoe dat bij Dickens (1812-1870) zat, wiens spookverhaal 'Christmas Carol' ons allemaal bekend is....

DE ONBEKENDE DICKENS

"Gezien de populariteit van zijn werken lijkt het misschien merkwaardig om het over de Onbekende Dickens te hebben. Maar er was een heel belangrijke kant aan zijn genie waar door zijn biografen maar terloops aandacht aan is besteed.

Dickens had de gewoonte om vroeg op te staan en al een heleboel werk te verzetten vóór het ontbijt.
De stilte en eenzaamheid hadden grote invloed op hem. Op zo'n vroeg uur, in daglicht en terwijl hij nog in bed lag, was het dat hij eens de verschijning van zijn vader zag.
Zelf schrijft hij in 1859: "De vroege ochtend is mijn 'Geestentijd' .

Er zijn interessante getuigenissen van tijdgenoten over Dickens' 'schemer-ervaringen' . Zo vertelde Dickens ooit aan een vriend dat hij ieder woord dat zijn boek-karakters spreken duidelijk hoort.
Aan zijn vriend James Fields bekende Dickens dat toen hij "The Old Curiosity Shop" schreef, de scheppingen van zijn verbeelding hem geen rust gaven en hij niet kon slapen of eten. Waar hij ook was, 'Little Nell' stond steeds naast hem, terwijl ze om zijn aandacht en sympathie vroeg. En toen hij bezig was met Martin Chuzzlewit, maakte de figuur van 'Mrs Gamp' hem voortdurend aan het lachen met haar gekke opmerkingen, in de meest ongepaste situaties, soms zelfs in de kerk. Dickens moest haar met kracht duidelijk maken dat ze haar mond moest houden en dat hij haar gezelschap niet wenste, tenzij ze zich beter wist te gedragen en alleen kwam als ze geroepen werd.

"Ik schijn mijn spoken niet kwijt te kunnen raken behalve temidden van mensenmassa's", schreef Dickens tijdens een bezoek aan Lausanne.
Soms had hij voorspellende dromen over situaties die hem kort daarna overkwamen.
Dickens was psychisch begaafd. Veel grote kunstenaars overal ter wereld waren dat. Ze zagen en hoorden meer dan anderen; het spirituele patroon van het leven, geweven op het Eeuwige Weefgetouw. "

Geen opmerkingen: