Dit vertaalde verhaal uit een minder bekend boek van Uri Geller, 'Onorthodox Encounters' is de beste illustratie van de waanzin van het Palestijnse conflict. De hemel weet waar we in een volgend leven voor zullen strijden.
"Vrede", zei een politicus kort geleden tegen me, "is niet mogelijk. Misschien voor korte tijd, maar voorgoed,nee. Joden en Arabieren zijn te verschillend. Ze komen zowat uit andere universa."
Hij had het mis. Joden en Arabieren zijn deel van dezelfde mensheid en dezelfde wereld, gelijk in ieder aspect behalve in misleidende details. Ik heb het bewijs gezien. En het was een van de meest verbijsterende ervaringen van m'n carriëre.
Het was 1972, een avond in Haifa in een theater waar ik m'n gaven had laten zien en tenslotte een demonstratie in hypnose gaf. Ik vroeg om vrijwilligers.
Een van degenen die zich aanmeldde was een jonge man van een jaar of 20; iemand die makkelijk in een diepe trance raakte. Hij had zich zonder angst voor het experiment opgegeven, en toen ik hem terugbracht tot voorbij z'n geboorte en ik hem vroeg wie hij was, antwoordde hij: "mijn naam is Leopold" ... in het Pools. Pools is een taal die ik niet spreek, maar wel herken. 'Ik heb een tolk nodig' riep ik de zaal in, en een oudere man kwam het toneel oprennen.
De volgende 15 minuten liet ik de proefpersoon praten. Het verhaal dat hij vertelde had geen begin, maar wel een definitief einde. Het subject herinnerde zich paarden, en hoe hij wekelijks 40 mijl moest afleggen over modderige wegen, van het dorp waar hij woonde naar Warschau. Hij was arm, de producten die hij op de markt verkocht brachten niet veel op. Maar veel had hij ook niet nodig, zolang hij z'n gezin kon onderhouden.
Hij beschreef hoe hij elke donderdag terugkeerde, en hoe hij vrijdag de shabbat voorbereidde. Hij vertelde ons over het voedsel en de gebeden, en voor iedereen in dat theater was het een ontroerend getuigenis.
Toen begon hij te praten over z'n dood. Over hoe ziek hij was geweest en hoeveel pijn hij had gehad, en hoe blij hij was geweest toen de pijn ophield.
Dat was het laatste wat hij in het Pools zei. Ik wilde hem zo snel mogelijk uit de trance halen.
Het leek onverantwoord om hem z'n dood en wat daarachter lag te laten herbeleven.
Wat me meer verbaasde dan het gedetailleerde verhaal van deze man over een vorig leven was wat hij vertelde na de sessie.
Hij was geen Israeli. Hij was niet eens een jood. Hij was een Marokkaan, in Israel om Arabische vrienden te bezoeken.
Hij was een Arabier en zijn naam was Mohammed. Een Moslim.
Een Arabische Moslim, die, zonder twijfel, een Poolse jood was geweest.
"Vrede", zei een politicus kort geleden tegen me, "is niet mogelijk. Misschien voor korte tijd, maar voorgoed,nee. Joden en Arabieren zijn te verschillend. Ze komen zowat uit andere universa."
Hij had het mis. Joden en Arabieren zijn deel van dezelfde mensheid en dezelfde wereld, gelijk in ieder aspect behalve in misleidende details. Ik heb het bewijs gezien. En het was een van de meest verbijsterende ervaringen van m'n carriëre.
Het was 1972, een avond in Haifa in een theater waar ik m'n gaven had laten zien en tenslotte een demonstratie in hypnose gaf. Ik vroeg om vrijwilligers.
Een van degenen die zich aanmeldde was een jonge man van een jaar of 20; iemand die makkelijk in een diepe trance raakte. Hij had zich zonder angst voor het experiment opgegeven, en toen ik hem terugbracht tot voorbij z'n geboorte en ik hem vroeg wie hij was, antwoordde hij: "mijn naam is Leopold" ... in het Pools. Pools is een taal die ik niet spreek, maar wel herken. 'Ik heb een tolk nodig' riep ik de zaal in, en een oudere man kwam het toneel oprennen.
De volgende 15 minuten liet ik de proefpersoon praten. Het verhaal dat hij vertelde had geen begin, maar wel een definitief einde. Het subject herinnerde zich paarden, en hoe hij wekelijks 40 mijl moest afleggen over modderige wegen, van het dorp waar hij woonde naar Warschau. Hij was arm, de producten die hij op de markt verkocht brachten niet veel op. Maar veel had hij ook niet nodig, zolang hij z'n gezin kon onderhouden.
Hij beschreef hoe hij elke donderdag terugkeerde, en hoe hij vrijdag de shabbat voorbereidde. Hij vertelde ons over het voedsel en de gebeden, en voor iedereen in dat theater was het een ontroerend getuigenis.
Toen begon hij te praten over z'n dood. Over hoe ziek hij was geweest en hoeveel pijn hij had gehad, en hoe blij hij was geweest toen de pijn ophield.
Dat was het laatste wat hij in het Pools zei. Ik wilde hem zo snel mogelijk uit de trance halen.
Het leek onverantwoord om hem z'n dood en wat daarachter lag te laten herbeleven.
Wat me meer verbaasde dan het gedetailleerde verhaal van deze man over een vorig leven was wat hij vertelde na de sessie.
Hij was geen Israeli. Hij was niet eens een jood. Hij was een Marokkaan, in Israel om Arabische vrienden te bezoeken.
Hij was een Arabier en zijn naam was Mohammed. Een Moslim.
Een Arabische Moslim, die, zonder twijfel, een Poolse jood was geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten