zondag 28 november 2010

ANONIEMELINGEN

Een paar jaar geleden kreeg ik een mailtje van iemand die zich onbeschoft opwond over het feit dat ik zand verzamel. Volgens de schrijver was ik volstrekt geschift, en bovendien voorzien van een miserabel karakter, want gottegot voor die juffrouw zelf zand zou gaan verzamelen, ze ging nog liever dood.

Alsof iemand haar had gevraagd dat te doen. Ik in ieder geval niet.

Ik schreef haar terug dat ik haar reactie niet begreep, maar dat ik haar aanraadde 'to get a life' , want daar zal het haar vast aan ontbroken hebben. Vanaf dat moment was de hate-mail niet van de lucht, en ik wist met een onprettig gestoord persoon te maken te hebben.
Anoniem, die mailtjes. Uiteraard.

Vandaag moest ik denken aan die gestoorde juffrouw, toen ik een reactie op m'n blog kreeg. Niet een normale reactie, van iemand die wat ik schrijf toejuicht, betwijfelt of afkeurt, maar een reactie die er alleen op gericht was te laten zien dat de kritische schrijver het beter weet, en dat ik de lul ben die 'beter onderzoek moet doen'.

Waar ging het over? Over het feit dat ik de film 'White Noise' had genoemd met de verkeerde hoofdrolspeler. Inderdaad niet nagekeken, vertrouwend op mijn in dit geval blijkbaar falend geheugen. Niet dat dat stuk over die film ging. Het was een terloopse opmerking, van geen enkel belang in het stukje.

Maar de commentator sprong happy achter zijn leptopje: hij kon weer iemand de mantel uitvegen.
Wat een zak.
Een anonieme zak, vanzelfsprekend.
Ik heb hem dan ook snel verwijderd. Zo heerlijk dat ik zakken kan verwijderen.

Meneer of mevrouw Anoniem, mocht u dit onder ogen krijgen, weet dat ik niet bang ben voor kritiek en een goeie discussie nog nooit uit de weg ben gegaan. Maar weet ook dat ik de godspest heb aan lafbekken die hun naam niet bekend durven maken.
Die worden onverwijld gedeleet.

De plaag van de anonieme en pseudonieme vuilkakkers moet maar eens afgelopen zijn.

Dat zeg ik. Ja. Loes Modderman. Graag gedaan.

zaterdag 27 november 2010

EVProblemen

Een tijd geleden had ik een kennis die zich totaal had geworpen op het opnemen van stemmen op de band. Niet de stemmen van levenden, maar van doden. EVP, heet dat, Electronic Voice Phenomenon, ofwel: bandstemmen.
Deze jongen deed dat al jaren, en hij was in Nederland vraagbaak en deskundige op het gebied van communicatie met overledenen. Nieuwsgierig als ik ben zocht ik contact, en we correspondeerden een tijdje.
Ik nodigde hem uit om me te leren leren hoe ik dat communiceren moest doen, en hij installeerde een geavanceerd programma op m'n laptop dat precies de opgenomen geluiden kon analyseren, isoleren en reproduceren. En ja hoor, bij het eerste proefje kwam er al iemand door. Met een koptelefoon op zat ik m'n best te doen te horen wat hij hoorde, maar de interpretatie van de kreten liet ik maar beter aan hem over.
Zoiets moet je leren, zei hij.
Wat hij óók zei, was dat er in zijn huis en gezin nogal wat rare dingen gebeurden, spullen die plotseling wegraakten, verschoven meubilair, relaties die op tilt sloegen, psychiatrische problemen in het gezin, kortom, een hoop narigheid.
Ik besloot het EVPen aan hem en anderen over te laten en het programma van m'n computer te gooien.

Niet zo lang na onze ontmoeting verdween zijn uitvoerige site van internet, veranderde hij zijn telefoonnummer en was hij onbereikbaar geworden.

Ik ben er nooit achtergekomen wat er was gebeurd, en waarom hij deze hobby die al zijn tijd en aandacht opeiste zo plotseling in de steek heeft gelaten.
Het gaf mij wel het gevoel dat ik een goeie beslissing had genomen toen ik mijn EVP plannen liet varen.

Vandaag zag ik een documentaire over een echtpaar in Amerika dat in een nieuw huis was getrokken, prachtig gelegen aan een meer in een groene omgeving.
Het gezellige stel, Kathy and John, was van plan daar zorgeloos hun oude dag door te brengen, temidden van vrienden en familie.
Maar er was iets met het huis. Zodra ze er ingetrokken waren voelde ze zich gedeprimeerd. Vooral de schuur bezorgde Kathy de rillingen.
Toen zag ze een documentaire over het gebruik van een voice recorder in huizen waar het spookt.
Ze kocht er een, en zette hem op 'opname' . En natuurlijk, daar verscheen Mary.
Bij navraag was Mary een vroegere bewoonster die in die schuur zelfmoord had gepleegd. En blijkbaar was blijven hangen.
Een mengeling van nieuwsgierigheid, sensatiezucht en medelijden 'dwong' Kathy om telkens weer haar voice recorder aan te zetten. Op den duur had ze er een voor elk vertrek. En al haar tijd ging zitten in het afluisteren. Haar dagen bracht ze door met de koptelefoon inplaats van met haar man en vrienden. Van een gezellige sociale vrouw veranderde ze in een obsessieve verslaafde: aan 'Mary'. Die intussen ook andere onzichtbare entiteiten had uitgenodigd, en die hadden niks goeds in de zin. "I want you out!' hoorde Kathy, telkens en telkens weer..
Een andere, kwaadaardige wereld sloot zich om haar heen.

Gelukkig kwam het goed. Kathy kreeg hulp, gooide uiteindelijk haar bandjes en voicerecorders in de plomp, en hervond haar eigen persoonlijkheid.

Wie EVP opzoekt op internet vindt 265.000 hits. Jaren geleden werd er een film over gemaakt: 'White Noise'. EVP- experimenten zijn een hype bij mensen die geïnteresseerd zijn in het bovennatuurlijke. Miljoenen liefhebbers van electronica proberen het, en altijd met succes. En meestal gaat het goed, meestal is het een aardige hobby, en soms komt er ook echt iets interessants uit de opnames.
Maar de andere kant zijn de polters, de griezels, de gelegenheidsgeesten en demonische grappenmakers, en net als bij séances - met die types moet je geen risico's nemen. Onze Lieve Heer heeft rare kostgangers.
Een dansende tafel lijkt me reuze spannend, maar als het er op aankomt zie ik hem liever met vier poten op de grond.

HET ONTSTAAN VAN HET CHASSIDISME

Wie ooit in Jeruzalem is geweest kent de zwarte figuren met een hoed op die staan te wiegen voor de Klaagmuur, of met haastige tred zich reppen naar een van de tientallen kleine synagogen.
Maar ook tot wie er niet geweest is zijn zulke beelden doorgedrongen via de televisie.
Minder bekend is dat veel van deze mannen aanhangers zijn van het Chassidisme, een beweging die in de 18de eeuw in Polen ontstond en van daaruit zich verspreidde in de hele Ashkenazisch Joodse wereld: die van oost- en midden Europa.
Die wereld, die rijke cultuur werd volledig uitgeroeid door de Nazi's, en heeft zich in Oost Europa nooit meer hersteld.
Het gedachtengoed verhuisde naar Israël, en ook in Amerika en Canada, Amsterdam en Antwerpen heeft het Chassidisme vaste voet gekregen. Maar de ontwikkeling van geloof en spiritualiteit is onlosmakelijk verbonden met de cultuur waar men in leeft. Moderniseert of verdwijnt de cultuur dan verandert de mens, en dus zijn religie.

Hoe is Chassidisme ontstaan? Daarvoor moeten we terug naar de 17de eeuw, toen Israël Ben Eliëzer, beter bekend als de Baal Shem Tov (meester van de goede naam), of de acroniem 'Besht' (1698-1760) werd geboren in Okopy, nu een deel van de Ukraïne.
Israël was van nature een mysticus die niets liever deed dan in de natuur contact zoeken met God.
Zijn vrome ouders stierven jong, en Israël was niet vaak meer op school te vinden. Hij was het gelukkigst zwervend in de uitgestrekte bossen.
Niemand wist precies wat er met hem aangevangen moest worden, en toen hij ouder werd verdiende hij jarenlang de kost als hulpje van onderwijzers: kinderen naar school brengen en weer thuis afzetten.
Maar het duurde nog tot 1734 voor zijn buitengewone gaven, en ongetwijfeld ook zijn charisma hem volgelingen bezorgde. De nieuwe beweging heette het 'Chassidisme', wat ongeveer 'getrouwen' betekent.

Wat de 'Besht' zo bijzonder maakte - en ook erg omstreden bij tijdgenoten - was zijn nadruk op de innerlijke beleving en het directe contact met God. Dat is iets wat is weggelegd voor iedereen, en niet alleen voor Torah-geleerden.
Zijn tegenstanders vonden hem veel te vrijzinnig, maar juist in een cultuur waarin veel joden door hun harde levensomstandigheden niet in staat waren veel te studeren, was de mystiek, zijn nadruk op de vreugde van het geloof en zijn respect voor elk mens een bevrijding.
Rondom de 'Besht' ontstonden vele wonderverhalen.
Het is zeer waarschijnlijk dat hij helderziend was en een healer en dat hij tijdens zijn leven veel onverklaarbare dingen deed, waarbij de geheimen van de Naam van God een rol speelden.
Bij zijn dood in 1760 liet de Besht een rijke geestelijke erfenis na, die werd opgepakt door enkelen van zijn volgelingen, die ieder hun eigen 'school' begonnen.
Uit die vaak heel verschillende richtingen ontstonden dynastiën die elk genoemd werden naar hun stichter.
Het Chassidisme bloeide en verspreidde zich na enkele generaties over heel oost- en midden Europa, en zorgde voor een kleurrijke geschiedenis die door Martin Buber en recenter door Elie Wiesel prachtig is beschreven.
Er is een enorme hoeveelheid Chassidische wijsheden en korte en langere verhalen die hun oorsprong vinden in deze warme en Messias-gerichte beweging die een enorme invloed heeft gehad op de joodse cultuur.
De voertaal was, en is nog steeds, het Jiddisj, een taal die geschreven wordt met Hebreeuwse letters maar een mengeling is van middeleeuws Duits, slavische talen en Hebreeuws.

Het Chassidisme is zeker niet uitgestorven en ook al is de cultuur zoals hij in Europa bestond vernietigd door de Nazi's, in sommige Chassidische groepen in Israel, Europa en Amerika is de cultuur herrezen en de vitaliteit nog altijd aanwezig. De structuur is hetzelfde als in het begin: een ' Rebbe' staat aan het hoofd van vaak honderden of duizenden volgelingen, en ook al leven die volgelingen vaak verspreid over de wereld, de Rebbe is het centrum van hun bestaan, en een 'farbrengen', of een 'Tish' - een vrolijke bijeenkomst met de Rebbe wordt door zoveel mogelijkvolgelingen bijgewoond.
De laatste decennia is het Chabad-Chassidisme sterk in opkomst. Veel jongeren voelen zich weer aangetrokken tot het traditionele leven en de krachtige spiritualiteit van deze vorm van Jodendom. Uiterlijk mag het er zwart en orthodox uitzien, maar innerlijk gaan de Chassidim nog steeds 'dansend naar God' .

GEESTEN IN DE WEER


Hoewel de meeste grafkelders er gelukkig netjes bijliggen, zijn in het verleden sommigen in opspraak geweest, vanwege voortdurende rustverstoring.
Het bekendste voorbeeld daarvan is de grafkelder van de familie Chase op het eiland Barbados, waar vanaf 1812 zonder een stoffelijke oorzaak de boel telkens weer aan het schuiven ging. Bij iedere volgende begrafenis bleek de chaos weer compleet. Wie daar meer over wil weten, hij raadplege internet.
▲ Hier de kisten in de Chase grafkelder.

Minder bekend is de wonderlijke geschiedenis van de grafkelder op het eiland Ösel in de Baltische zee, een verhaal dat door de bekende Spiritualist Robert Dale Owen gedaan wordt in zijn boek 'Footfalls on the Boundary of Another World', uit 1859. Zelf deed hij geen onderzoek naar deze kwestie, maar hij interviewde enkele directe betrokkenen die het allemaal zelf hadden meegemaakt.
Dit is wat er gebeurde:
In het plaatsje Ahrensburg was een landelijke begraafplaats waar enkele vooraanstaande families hun eigen grafkelder hadden; een ruime behuizing met een mooi en opvallend voorkomen.
De mooiste en ruimste was van de familie Buxhoewden, die daar al generaties lang haar doden bijzette.
Omdat dit grafmonument aan de weg lag en voorzien was van een aantal pilaren, was het juist daar dat mensen uit de omgeving hun paard vastmaakten wanneer zij de begraafplaats wilden bezoeken.
Al enige tijd was er sprake van geruchten dat het in de grafkelder van de rijke familie niet pluis was, maar niemand besteedde daar veel aandacht aan.

In het jaar 1844 werd dat anders.
Op 22 juni bracht de vrouw van kleermaker Dalmann met een door een paard getrokken rijtuigje een bezoek aan de begraafplaats, waar haar moeder begraven lag, in de buurt van de grafkelder van Buxhoewden.
Zoals ze meestal deed. maakte ze het paard vast aan een van de pilaren.
Nadat ze haar devoties had afgerond keerde ze terug, maar vond haar paard overdekt met zweet en schuim. Het dier was blijkbaar enorm geschrokken en kon nauwelijks lopen. Mevrouw Dalmann bracht het naar de dierenarts die aderlating uitvoerde. Ondanks die barbaarse methode genas het paard in enkele dagen.
Bezoekers die de week daarop langs de grafkelder kwamen hoorden rommelende geluiden en soms zelfs kreunen.
Maar toen eind juli van dat jaar 11 paarden aan de pilaren waren vastgemaakt en hun eigenaren terugkwamen, waren die dieren in een vreselijke staat. Sommigen lagen op de grond en hadden zichzelf verwond in een wanhopige poging te ontsnappen. De meesten konden nauwelijks nog lopen, en enkelen stierven kort daarna, want ook de aderlatingen hadden hun toestand niet verbeterd.
Dit was ernst.
De eigenaars van de paarden deden hun beklag bij de kerkelijke authoriteiten.
In diezelfde periode werd een lid van de Buxhoewden familie begraven. Tijdens de plechtigheden hoorden de aanwezigen akelige geluiden uit de grafkelder komen, en sommigen hielden het voor gezien.
De paarden kregen het weer op hun heupen, maar gelukkig niet zo dat ze op hol sloegen.
Enkele moedige mannen gingen op onderzoek uit.
Dat leverderde een verassing op: van de vele ter kelder bestelde kisten waren er drie op hun plaats gebleven.
De anderen lagen in wanorde door de kelder verspreid.
Hoewel de betrokken familie het voorval, toen nog als een grap beschouwd, liever in de doofpot wilde stoppen, ging het geval van de wandelende kisten - allemaal van massief eikenhout - als een lopend vuurtje over het eiland.
Nadat de kisten weer in rangorde waren teruggeplaatst hoopte men er het beste van. Maar de geluiden bleven komen, en korte tijd later was de kelder weer een puinhoop, alweer met uitzondering van dezelfde drie kisten, toebehorend aan twee jonge kinderen en een oude dame van goede reputatie.
Men dacht aan grafrovers, want in die tijd werden de rijken vaak met hun sierraden begraven. Maar niets was verdwenen. Onderzoek naar een geheime gang liep op niets uit: de vloer was onbeschadigd en de muren ook.
Daarop werd de grafkelder stevig verzegeld, de vloer met as bestrooid en wachters werden voor enkele dagen permanent in positie gebracht. De geluiden bleven verontrustend, en toen de notabelen na drie dagen de grafkelder kwamen controleren was de chaos groter dan ooit. Een van de kisten was zelfs opengegaan en een arm tussen kist en deksel wees ten hemel.
Dat was voor velen te veel van het goede, en met vluchtte de kelder uit.
Vooral omdat helemaal niets wees op inmenging van buiten, en de as op de vloer geen spoor van verstoring liet zien.
Men neigde nu toch werkelijk naar een bovennatuurlijke verklaring. Er bleef weinig anders over.

De onrust hield aan. Na enige maanden besloot de familie alle kisten onder de grond te herbegraven.
Vanaf dat moment is het rustig gebleven. Blijkbaar kunnen sommige geesten geen vrede vinden in de doodse stilte van een grafkelder. Of misschien was het er juist simpelweg te gezellig.
Je weet maar nooit.

ACHTERUIT LOPEN

Bob Brezsny, schrijver van het fantastische boek 'Pronoia' , een dik boek vol antigif tegen negatieve 'paranoia' in de wereld van de berichtgeving, schrijft op de laatste bladzijde van zijn werk het volgende:

"Het was de laatste dag van mijn werk aan dit boek. Binnen enkele uren moest ik het manuscript naar de uitgever sturen, maar de laatste bladzijde was nog leeg.
Ik besloot wat in de heuvels te gaan wandelen, in de hoop dat ik nog wat interessants tegen zou komen.Maar het eerste uur gebeurde er niets bijzonders.
Toen, terwijl ik een pad afliep dat naar beneden liep vanaf de top van de heuvel, zag ik een man die zich in mijn richting bewoog. Het duurde even voor ik in de gaten had dat hij de heuvel achterwaarts opliep. Toen hij mij passeerde hoorde ik dat hij zichzelf aan het oppeppen was.

Toen ik thuis kwam vertelde ik een vriend over de ontmoeting, in de hoop dat zij licht kon werpen op het raadsel van de achteruitlopende man. Wat had hem bewogen zich zo te verplaatsen?
Mijn vriend zei dat ze dat ook wel eens gedaan had, en dat het een psychologische truc was die het beklimmen van een helling makkelijker maakt: je focust je op de afstand die je al hebt afgelegd, ipv te zuchten onder de hoogte die je nog bestijgen moet.

Waarom probeer je het niet zelf? "

AS!

Een van die dingen waar de wetenschap het zwaar mee heeft is het raadselachtige fenomeen van SHC, Spontaneous Human Combustion, ofwel in goed Nederlands: iemand fikt op door onbekende oorzaak, van binnen uit.
Natuurlijk hebben de geleerden bedacht dat zoiemand zichzelf in de hens gezet moet hebben, door al rokend in slaap te vallen, of door met alcohol brand te veroorzaken, gekoppeld aan een flinke vetlaag die vervolgens een 'human candle' maakt van de getroffen persoon.
Case closed.
Maar brandweerlieden weten wel beter. Die weten tamelijk goed hoe een verkoold slachtoffer van een natuurlijke brand eruit hoort te zien. En dat is in elk geval niet een totale in de as legging met een paar stukken been met schoen er nog aan, noch is dat een hoop as aangetroffen in een nauwelijks geschroeide stoel.
Bij SHC denkt men eerder aan een crematorium dan aan een huisbrand.

Er is veel literatuur over SHC, met foto's. Dat kan de indruk wekken dat SHC een moderner fenomeen is, maar dat is zeker niet waar. Waarschijnlijk is het altijd al voorgekomen.
Charles Dickens (1812-1870), beschrijft in zijn boek 'Bleak House' een aldus opgebrand persoon bij de naam van Krook, die overigens wel alcoholist was. Maar Dickens was niet de eerste.
De Fransman Jonas Dupont publiceerde in 1763 een studie over het onderwerp, daartoe aangezet door een geruchtmakend proces rond de echtgenoot van Nicole Millet, een vrouw die door SHC in rook opging. De man werd vrijgesproken, en dat was een erkenning voor de onverklaarbaarheid van het fenomeen.
De studie van Jonas Dupont bracht het onderwerp flink onder de aandacht, en opende de weg voor discussie en fantasie.

Onlangs ontdekte ik een interessant en minder bekend stuk in een van de brieven van natuurkundige David Brewster (1781-1868) aan de novelist Sir Walter Scott (1771-1832): 'Letters on Natural Magic'.
Nadat hij een assortiment aan voorvallen heeft aangehaald van niet-aangestoken branden noemt Brewster in die brief enkele veel vroegere gevallen van vermoedelijke SHC.
De duitse historicus Albertus Krantzius (1448-1517) meldt bijvoorbeeld dat tijdens de schermutselingen van Godfried van Boullion (1060-1100) mensen in de buurt van het franse Nevers brandden met een onzichtbaar vuur, en soms handen en voeten afhakten om verderbranden te voorkomen.
Merkwaardig, op z'n minst.
Een poolse man in de 17de eeuw begon spontaan vlammen te spuwen en ging daar aan dood. Een arme vrouw die leefde van alcohol werd daardoor zo brandbaar dat ze op haar stromatras in rook opging, met achterlating van haar vingertoppen en haar schedel. Schrijft de deense arts Thomas Bartholin (1616-1680).
Het onlosmakelijke verband tussen alcohol en SHC bleef lang bestaan. Het onlogische van spontane verbranding vond daarin een 'logische' verklaring, en tegelijk was het een waarschuwing voor aankomende alcoholisten.
Een klassiek geval van SHC is in details beschreven door Reverend Joseph Bianchini, een hoge piet in de Italiaanse stad Verona. Het betreft de gravin Cornelia Zangari and Bandi van Cesana, die op 4 april 1731 het slachtoffer werd van SHC. Ik vertaal:
Deze dame, 62 jaar oud, maakte zich op om te gaan slapen. Haar gezondheid was zoals altijd. Na enkele uren met haar bediende te hebben gepraat en haar gebeden te hebben gezegd viel zij in slaap, met de deur van haar slaapkamer gesloten.
Toen haar bediende niet werd geroepen op de gebruikelijke tijd, ging die de gravin wekken, maar ontving geen antwoord op haar kloppen.
Toen ze de deur van het vertrek opende zag ze het lichaam van de gravin op de grond liggen in verschrikkelijke conditie. Ruim een meter van het bed lag een hoop as. Haar benen, met de kousen aan waren onaangetast en het hoofd lag gedeeltelijk verbrand tussen haar benen. De rest van het lichaam was tot as geworden. De lucht in de kamer was bezwangerd met zwevend roet. De was van twee kaarsen op de tafel was gesmolten maar de pit was nog over. Het beddegoed was intact en niet geschroeid.
Het gerucht ging dat de lady zich zo nu en dan met kamfer insmeerde als ze zich niet lekker voelde. Het is behoorlijk onwaarschijnlijk dat je daardoor in de as gelegd kan worden, je kunt er hoogstens van aanbranden.
Intussen is het idee dat er voor SHC altijd een brandbare oorzaak moet zijn op grond van het bewijsmateriaal allang verworpen. De brand schijnt van binnen uit te ontstaan, totaal onverwacht, bij mensen die wel en niet roken, wel en niet drinken, wel en niet oud zijn. Iemand weet niet wat hem overkomt en roept daarom ook niet om hulp, zoals dat bij een normale vlamvatting het geval zou zijn. Er is geen teken van paniek; geen omgevallen nachtkastjes, geen pogingen het vuur te doven en geen ravage in de rest van het huis. Allemaal heel onkarakteristiek voor brandslachtoffers. Mensen verassen in hun leunstoel.
Er zijn theorieën geopperd die het zoeken in de richting van een poltergeistverschijnsel, of een overmatige electrische wisselwerking tussen het slachtoffer en de omgeving. Kortom: we weten het niet.
Gelukkig komt het maar zelden voor, en hoeven we ons nauwelijks zorgen te maken.

DE LIFTER

Die vrijdagmiddag stond de lifter eenzaam langs de weg op de Interstate 40 in de buurt van Ashville, North Carolina.
Bill Fonda en zijn vrouw Jesse waren met de jongen begaan en namen hem mee.
Hij had rood haar en een paar treurige blauwe ogen. Zijn naam was Clayton, zei hij, en hij wilde graag naar een motel waar zijn kapotte truck stond. Onderweg hield hij niet op te vertellen dat hij z'n vrouw en baby zo miste, en dat hij die avond nog thuis wilde zijn in Tennessee. Dat was nog uren rijden.
Bij het motel stond de truck, een gedeukt vehikel dat eruitzag of het van de schroot kwam.
Bill liep met Clayton mee, en samen kregen ze de truck aan de gang en op de weg. Clayton was blij en nam vrolijk afscheid. Het echtpaar was er niet van overtuigd dat de truck zijn bestemming zou bereiken.

'Hij komt hier ieder jaar', zei de manager van het motel. 'Steeds dezelfde datum en dezelfde tijd. En altijd is de truck kapot, en maakt hij hem weer. Volgend jaar zien we hem weer komen. Het is zo'n treurige jongen."
Thuisgekomen bleef Jesse aan Clayton denken. Iets in die jongen liet haar niet los.
Die nacht kon ze niet slapen, en ze stond op en keek door het raam. De maan was vol.
Buiten stond de blauwe truck. Clayton stond over de motor gebogen.
Jesse ging naar hem toe en vroeg hoe hij wist waar ze woonden, maar ze kreeg geen antwoord. "Alsjeblieft, help me om thuis te komen", zei hij. "Ik mis m'n vrouw en baby, ik moet naar huis."
Z'n ogen stonden vol tranen.
"Okee", zei Jesse, en ze liep terug naar hun huis en maakte Bill wakker. Clayton volgde.
Bill was niet blij met de verstoring van z'n nachtrust, maar kwam toch uit bed. Clayton en zijn blauwe wrak waren in geen velden of wegen meer te zien. Jesse twijfelde aan haar verstand.

Een maand later dacht niemand meer aan Clayton. Bill en Jesse waren op zoek naar een huis en doorkruisten het platteland. Op een van die tochten zagen ze een bekende blauwe truck in een veld liggen. Het ding zag eruit of het er al heel lang lag. De boer van wie het veld was wist er meer van.
"Het gebeurde in de week van volle maan in oktober, tien jaar geleden", vertelde hij.
"Om 2 uur 's nachts hoorde ik een vreselijke crash op de weg. Die blauwe truck was door een vrachtwagen van de weg gereden. De bestuurder was in slaap gevallen, maar hij bleef ongedeerd. De jongen in de truck was er slecht aan toe. Het kostte ons twee uur om hem uit de auto te bevrijden, en al die tijd bleef hij maar praten over zijn vrouw en kind en hoe graag hij naar huis wilde. Toen de ambulance uiteindelijk kwam was het te laat; hij stierf op weg naar het ziekenhuis.
Zijn vrouw hebben we nooit gevonden, want de jongen had geen identiteitskaart bij zich, geen nummerbord, helemaal niets. Hij had rood haar en blauwe ogen, dat herinner ik me nog goed. Niemand heeft zijn lichaam ooit geclaimd".
"Zijn naam was Clayton" , zei Jesse.

Bill was zo geschokt dat hij nooit meer over het geval wilde praten. Maar Jesse ging op onderzoek uit, en vond gasten in het motel die de jongen ook hadden gezien, in voorgaande jaren. Een van hen had ook willen helpen met de truck, maar die was inmiddels verdwenen.
De familie van Clayton is niet gevonden, maar Jesse heeft getekende getuigenverklaringen van mensen die Clayton hebben gezien en met hem hebben gesproken.
Dit was Jesse Fonda's eigen verhaal.

10 GEBODEN VOOR DE SPIRITUELE REIZIGER

In het tijdschrift 'World Explorer' kwam ik '10 geboden voor de reiziger' tegen. Dat bracht me op het idee daar een 'spirituele reiziger' van te maken. Daarvoor moest de tekst worden aangepast, bijvoorbeeld zo:

1. Ge zult niet verwachten dingen te vinden die ge al kent, want ge zijt op reis gegaan om te vinden wat ge niet kent.

2. Ge zult niet alles zonder meer serieus nemen.

3. Ge zult u niet ergeren aan andere reizigers, want ieder reist op zijn eigen manier.

4. Ruil uw eigen gedachtengoed niet lichtzinnig in voor dat van een ander.

5. Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede.

6. Ge zult niet denken dat uw weg door alle anderen gegaan moet worden.

7. Ge zult U geen zorgen maken, want ge hebt begeleiding op uw pad.

8. Ge zult een spirituele leer niet beoordelen aan de hand van de daden van één persoon.

9. Ge zult u openstellen voor een weg, zolang ge die gaat, en zolang als die u de juiste lijkt.

10. Weest waakzaam, opdat uw hersens niet uit uw hoofd vallen.

DERVENTI

Alweer die wonderen, het houdt maar niet op. Ik denk erover om ze te gaan verzamelen.
De katholieke kerk heeft zo niet een monopolie, dan toch wel een sterke vinger in de wonderpap.
Hoe dat komt mag de Hemel weten, want de kerk heeft zich in de loop der eeuwen wel wat verdienstelijkheid laten liggen.
Miraculeuze Stenen Kruisen, heet het volgende artikeltje uit FATE.
Ik vertaal het maar, voor het gemak.

In de oudheid was er in Dobrogea, Roemenië een burcht die Derventi heette.
Aan het eind van de eerste eeuw A.D. stuurde St. Andreas de apostel zijn leerlingen en drie maagden naar de burcht. Daar probeerden ze de leringen van het Christendom aan de man te brengen.
De burchtheer was niet onder de indruk en veroordeelde hen ter dood.
Vier stenen kruisen met een helende kracht groeiden op de executieplaats uit de aarde, zegt de legende.

Eeuwen later was er een Turkse officier, Ahmed Bay die de burcht kocht inclusief de kruisen. Die behoedden hem voor epidemieën, honger, vuur en andere narigheid.
Aan het begin van de 19de eeuw was het Ahmed Bay's zoon Ali die een stuk van een kruis afsloeg en twee andere kruisen uit de aarde rukte. Dat had hij niet moeten doen. Enkele dagen later werd zijn paard door de bliksem getroffen en zijn huis door een aardbeving verwoest.
De overgebleven kruisen werden door Slavische Christenen in veiligheid gebracht.
In 1877 was er een dove herder die in slaap viel naast het gebroken kruis. Toen hij wakker werd hoorde hij het getinkel van de schaapsbelletjes.
Een plaatselijke bisschop die op pelgrimage ging naar de kruisen besloot daar in Derventi een klooster te bouwen.
In 1959 werd dat klooster gesloten en de monniken werden door de communisten verjaagd. Daarmee verdween ook een dikke stapel persoonlijke getuigenissen van kruis-genezingen die het klooster in z'n archieven bewaarde.
Sinds 1989 is het klooster weer bewoond en honderden mensen bezoeken het jaarlijks om te bidden bij de kruisen, waarvan er een in de kapel staat en de ander buiten het klooster.
De mirakelen houden aan.
Wie het niet ziet zitten om naar Lourdes te gaan kan altijd nog Derventi in Roemenië overwegen.

DE MACHT VAN KATTENGESPIN

Katten zijn dieren met een geheim. Wie er een heeft kan er over meepraten.
Hun innerlijk leven onttrekt zich grotendeels aan onze grofstoffelijkheid, maar dat maakt katten juist zo vreselijk aantrekkelijk voor mensen die verder kijken dan de aaibaarheidsfactor.
De wereld schijnt verdeeld in honden en kattenliefhebbers. Wie het ene soort huisdier aanbidt heeft meestal niks met de andere. Hoewel ik zelf tot de eerste categorie hoor, heb ik veel waardering voor het kattendom, zolang ze van de vogeltjes in onze tuin afblijven. Maar dat terzijde.
Waar ik het over wil hebben is de spin.
Een artikeltje in Fortean Times Magazine belicht die exclusief kattige eigenschap.
Honden spinnen niet, noch enig ander dier. Alleen het kattengeslacht doet dat.
Waarom? En vooral: Hoe? Dat is door de eeuwen heen een mysterie gebleven.
Ontelbare katten zijn opgeofferd door nieuwsgierige rotzakken om de herkomst van de spin te achterhalen. Doen ze't met hun stembanden? Of zijn het vibrerende bloedvaten, zoals sommigen denken?
We weten het niet. Een kat die je opensnijdt houdt op met spinnen. Hoewel onderzoek heeft aangetoond dat er niet alleen geluks-spin is, maar ook stress-spin en pijn-spin. Gelukkig hebben liefhebbende katteneigenaars bijna altijd te maken met een happy kat.

Geluid is vibratie. Geluid heeft een diep effect op ons lichaam en onze geest. Geluid brengt water (of poeder) aan het trillen in de meest bijzondere geometrische patronen, en wij bestaan voor het grootste deel uit water.
Geluid kan dodelijk zijn. Het kan ons gek maken, maar het kan ook helen.
Uit onderzoek is gebleken dat geluid met een frequentie van 20 tot 50 Hertz helpt om het genezingsproces van botbreuken bij dieren te bevorderen. Onderzoek met mensen toont hetzelfde aan. Al jaren krijgen mensen met gewrichtsproblemen, bijvoorbeeld reumatoïde arthritis, soms een zg. TENS (Transcutaneous Electrical Neuromuscular Stimulation) geadviseerd: een apparaatje dat trillingen direct overbrengt op het aangedane gewricht, om zo de pijn te verlichten. Zulke apparaten worden ook bij sportblessures gebruikt.

De spin van katten beperkt zich niet alleen tot de huiskat. Alle leden van de kattenfamilie spinnen, allemaal met een frequentie van 25 -150 Herz. Heeft de spin een helende werking? Sommigen denken van wel.
Zoals in deze reactie van een lezer van FT op genoemd artikel:
"Een aantal jaren geleden had ik een tenniselleboog - erg pijnlijk. Mijn kat, Boo, lag op mijn arm en produceerde een diepe en harde spin. Die leek de pijn te verminderen, en Boo deed dat regelmatig, tot de pijn was verdwenen. Dat kan natuurlijk toeval geweest zijn, maar Boo lag meestal niet op die plek, en ging er bewust op liggen nadat ze aan mijn elleboog had gesnuffeld.
Kort geleden had ik een maand of drie veel last van mijn maag.
Boo koos steeds de pijnlijke plek om op te liggen en produceerde dan met tussenpozen die zelfde typische harde spin, maar nooit als ik geen pijn had. Boo snuffelt ook aan mijn voorhoofd als ik last van migraine heb, waarbij ze ook weer precies de goeie kant uitzoekt. Ik zou willen weten wat de frequentie is van haar 'specialle' spin, om die te vergelijken met onderzoek in geneeskrachtig geluid."

"Intuïtief hebben we altijd gevoeld dat onze kat weet wanneer we ons niet lekker voelen en waar we pijn hebben", zegt de Russische Dr. Lev Fedyniak in een artikel op internet. "Een kat is soms niet meer weg te slaan van de plek waar je last van hebt, en maar spinnen!"

Maar natuurlijk is die geneeskrachtige spin in de eerste plaats goed voor de kat zelf. Gebroken botten helen bij katten veel sneller dan bij honden, en meestal zonder gevolgen. Katten zijn taai, dat weten we allemaal. Een dierenarts vertelt over een stervende kat die grote moeite had met ademhalen, maar wanneer hij begon te spinnen, kwam ook de ademhaling weer op gang.

Er is een populair gezegde onder dierenartsen: "zet een kat en een hoop gebroken beenderen in dezelfde ruimte, en de botten zullen aan elkaar groeien. "
De frequentie van kattengespin is precies de juiste voor het helen van botten, en het schijnt ook goed te zijn voor mensen met osteoporose (botontkalking), te hoge bloeddruk, stress en een massa andere kwalen.
Mensen met katten bezoeken percentueel minder vaak de huisarts, en genezen sneller na een operatie.
Je kunt je afvragen waarom zieken- bejaarden- en verpleeghuizen dan niet meer katten binnenhalen....

AAN DE HEMEL, IN DE LUCHT

Als wij omhoog kijken zien we wolken, of geen wolken, of een beetje wolken. We zien bij dag de zon en bij nacht maan en sterren, hoewel dat laatste steeds moeilijker wordt in onze geürbaniseerde samenleving. Verder is er dan nog, even af en toe, de regenboog. En er zijn UFO's, maar die zijn zelden zichtbaar in onze contreien. Wat niet betekent dat ze er niet zijn. Laten we ons daarover geen illusies maken.

Maar er waren tijden....Toen zagen mensen verschijnselen in de lucht die tot de onbeheerde wildgroei van het 'onverklaarbare' behoorden. Nee, ik bedoel niet de vele opvliegers van de katholieke kerk, die in haar geschiedenis zoveel wonderlijke verschijningen kent. Maria's van gevarieerde snit die geen Maria's zijn maar vermoedelijk projecties van God weet (of God weet niet) welke kosmische grappenmakers. Wij trappen er wel in, daar ligt het probleem niet. En de kerk valt meestal niet over een wondertje meer of minder, als dat het gewenste effect heeft : Geloof - en vooral: geld.
Die grappenmakers weten zo heerlijk in te spelen op de gangbare zorgen en verwachtingen. Ze kennen ons door en door: onze twijfels, onze goedgelovigheid, onze domheid. En daar willen ze best een verschijning aan wagen.

In 1872 was er veel politieke onrust in de Elzas, het grensgebied tussen Frankrijk en Duitsland. Zulke tijden zijn ideaal voor verschijningen. 'Maria' vertoonde zich aan een paar kinderen boven op een berg bij het dorp Kruth, en al gauw liep het dorp en de directe en wijde omgeving uit om te zien wat de kinderen zeiden te zien.
Eigenlijk gaat het steeds op dezelfde manier, alleen het aantal kinderen verschilt.
Wat deze keer ook anders was, was dat twee van de meisjes zagen dat Maria met een zwaard zwaaide over de vormen van spooksoldaten die zich in het luchtruim aftekenden. Aldus William Howitt in Spiritualist Magazine van 1875. Een ander boek uit 1873, The Christian Trumpet, maakt melding van schimmige luchtgevechten in Polen in 1872 en boven Stuttgart in datzelfde jaar, waar de keizer werd gezien terwijl hij zijn troepen heldhaftig naar de overwinning voerde. De Frans-Pruisische oorlog, meer een veldtocht van enkele maanden, was in 1871 al geeindigd met een overwinning van het koninkrijk Pruisen.
Merkwaardig.
Behalve luchtspiegelingen waren er ook andere verschijnselen: kruisen in ramen op verschillende plaatsen, die vanzelf opnieuw verschenen als de ramen werden beschoten. Benjamin Creme, profeet van 'Share International' de man die nu overal kruisen ziet die de komst van de Maitreya aankondigen, zou hard moeten nadenken om daar een spirituele verklaring voor te vinden. Ook toen kwam er al geen messias.

Maar we dwalen af. Terug naar de luchtlegers en weg van de religie. Het kan allemaal nog veel gekker.
In het pas uitgekomen boek 'Hidden Realms' van Jerome Clark, onderzoeker van het Forteaanse universum, staan veel voorbeelden van groepen zwevers en strijdende luchtlegers.
Zo werd er in 1818 in New Jersey het volgende waargenomen door Wille Hartman die naar buiten kwam op het geroep van haar kinderen. Zoals ze verklaarde voor het gerecht zag ze 'een groot aantal mannen in wit gekleed die over het veld van de buren liep, meer zwevend dan wandelend, en schijnbaar in verwarring. Toen verschenen er vijf anderen onder hen, starlender wit en veel groter, en samen stegen zij op ten hemel. Daarboven bleek nog een andere groep mannen te zweven die zich in dezelfde richting voortbewogen. Het hele verschijnsel duurde meer dan een half uur.' Aldus het ondertekende getuigschrift van het echtpaar Wille en David Hartman en hun buurman Andrew Raub.

Op 24 december 1642 hoorden de inwoners van Kineton in Warwickshire rond middernacht het gekreun van soldaten en het slaan van trommels. Plotseling verschenen in de lucht de soldaten die dat lawaai maakten, in kleur, met paarden en vaandels en al. Beide duidelijk te onderscheiden legers leverden drie uur lang een gevecht, waarna de verschrikte inwoners de burgemeester uit bed trommelden, die de dominee wekte om de hele geschiedenis te horen.
Natuurlijk werden er politieke en godsdienstige interpretaties aan het voorval gegeven, want op diezelfde plek was slag geleverd in de Engelse Civil War (1642-1651).

In september 1870 maakte dominee Schultz uit Oakland, Californië, samen met zijn oom een nachtelijke wandeling, toen ze getroffen werden door een stralend rood licht. Er was geen maan en de lucht was helder.
Het licht veranderde van vorm en werd een kroon, die na enige tijd veranderde in een rode band die over de hemel liep van oost naar west.
Toen kwam er uit het noorden een leger, perfect uitgerust, en ook vanuit het zuiden naderde een leger. Beiden waren dieprood van kleur. Toen beide legers de rode band bereikten schouderden ze hun geweer en losten tegelijkertijd een schot in de richting van de rode band. De beide mannen hoorden niets, maar zagen des te meer.
De twee legers vochten in de luchtl tot ze allemaal dood waren en op de grond (van de hemel) lagen.
Toen verdween de scène.
Korte tijd later werd de hemel opnieuw verlicht en een rode gloed onthulde de slachting die de hele aarde scheen te omvatten. Dat tafereel was zichtbaar gedurende een minuut of 40.

Tegenwoordig zien we geen luchtlegers meer, maar andere onmogelijke dingen, zoals Maria's en dansende zonnen. Dat maakt de raadsels alleen maar groter. Niets is wat het lijkt. Laten we naar de hemel blijven opzien.