Tijdens een bezoek aan een tempel stuitten ze op een klein beeld van de meerhoofdige godin Gayatri, dat ze wilden fotograferen. De dienstdoende priester hield vol dat dat onmogelijk was: de godin zou dat niet toestaan.
Omdat Karandikar daar niks van geloofde probeerde hij het beeld, dat minder dan een meter hoog was, zó neer te zetten dat het beter uitkwam in het licht. Maar ook met gemeenschappelijke inspanning was er geen beweging in de godin te krijgen.
Sterker nog: toen Karandikar het alleen probeerde, kreeg hij een harde klap op zijn hand van een onzichtbare tegenstrever, waardoor zijn gouden ring doormidden brak.
Omdat hij van geen nederlaag wilde weten, fotografeerde hij het beeld toch. Maar vergeefs: op alle afdrukken stond de muur van de tempel er perfect op, maar niet het eigenzinnige beeld dat ervoor had gestaan.
Pas toen de zeer krachtige en oeroude magische Gayatri mantra's naar behoren waren geincanteerd en offers waren gebracht, konden de foto's gemaakt worden.
Paul Dare schrijft dat bepaalde religieuze groeperingen in India geloven dat de kracht van hun goden totaal zou verdwijnen als de beelden zouden worden gefotografeerd.
Paul Dare schrijft dat bepaalde religieuze groeperingen in India geloven dat de kracht van hun goden totaal zou verdwijnen als de beelden zouden worden gefotografeerd.
Het verlies van 'mana' zou de goden krachteloos maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten