vrijdag 19 maart 2010

DENKEN

Bladerend door New Age boeken en kijkend op gelijkgestemde sites treft het me dikwijls dat men een hoop wijze raad heeft voor elkaar, die in het kort hierop neerkomt: alle wijsheid is te vinden in jezelf.
Om jezelf te kunnen 'realiseren' dien je te mediteren, te voelen, en de weg van je hart te volgen. Daarbij dien je dan ook je hoofd minder te gebruiken omdat anders de rest niet tot z'n recht kan komen.
Dan, wordt ons steeds weer beloofd, zal het een stuk beter met ons gaan.

Alsof denken en intelligentie vieze woorden zijn.
Hoewel ik in principe best respect wil hebben voor mensen die zichzelf en de wereld zo eenvoudig weten uit te leggen, word ik er ook behoorlijk kriegelig van. Ik hou niet van mensen die me vertellen dat denken mijn groei in de weg zit. Sterker nog: ik ben ervan overtuigd dat ze ongelijk hebben.
En wel om verschillende redenen.
Een klein uitstapje naar de spirituele grootheden uit onze spirituele geschiedenis laat zien dat mensen als Jezus, Boeddha, Yogananda, Theresa van Avila, Dag Hammarskjöld, Carl G. Jung en Frère Roger van Taizé, om er maar een paar te noemen, bijzonder intelligente mensen waren. Zij zouden hun boodschap, methodes, wijsheden en leringen niet hebben kunnen verspreiden als ze niet een diep inzicht hadden gehad in de menselijke natuur, in traditionele methodes en moderne psychologie, en geen creatieve en scherpe denkers waren geweest.
Hetzelfde geldt voor mensen die nog leven, zoals Eckhart Tolle, Ken Wilber, de Dalai Lama en Thich Nhat Hanh.
Blijkbaar gaan die twee - denken en contempleren - uitstekend samen.

Daarentegen ben ik bij typische New Age typen nooit een heldere denker tegengekomen. Integendeel: verwardheid, vaagheid, gebrek aan logica, oppervlakkigheid en zelfoverschatting zijn bij velen opvallend aanwezig.
Over 'die wetenschappers' wordt met minachting gesproken, alsof men ooit zelf met wetenschap te maken heeft gehad.
Van enige algemene ontwikkeling is meestal geen sprake, want wie alles in zichzelf zoekt hoeft geen boek te lezen dat nieuwe gezichtspunten stimuleert en geen enkele intellectuele inspanning te verrichten.
Wat vaak wel goed is ontwikkeld is het zakelijk instinct. Sommigen zien er geen been in een praktijk in het een of ander te beginnen met minimale kennis van zake, en voor hun diensten behoorlijk wat geld te vragen.

Als we geloven dat we onze 'uitrusting' met een doel mee hebben gekregen, dan is het dwaas om te roepen dat we de helft in de afvalbak moeten dumpen om te kunnen genieten van de andere helft.
Beide hersenhelften zijn ons kostbaar erfgoed.
Wie niet denkt verliest. Net zoals iemand die alleen maar denkt en zijn intuïtie en creativiteit laat liggen, verliest.
De wérkelijk grote geesten lieten niets liggen; zij bouwden voort op wat anderen hen geleerd hadden, en kozen daaruit hun eigen inspiratie.

Zij waren zich bewust van waar ze vandaan kwamen, van hun eigen culturele en spirituele geschiedenis.
Wij kleine zielen kunnen ons daaraan optrekken, wanneer we tenminste die moeite willen nemen.
Het is NIET allemaal in onszelf te vinden. Dat is een hardnekkig misverstand. We zijn geen eiland, op wonderbaarlijke wijze geïmplanteerd met universele wijsheid; we bevinden ons in de schaduw van hen die ons voorgingen, en van hen die na ons komen.

Voor wijsheid moet gewerkt worden. Het komt niet uit onze navel.
Bij het vervullen van onze persoonlijke opdracht zijn onze hersens onontbeerlijk.
De geschiedenis van hen die ons de weg kunnen wijzen, bewijst het.

Geen opmerkingen: