zaterdag 6 maart 2010

HET GEHEIM VAN DE ZIEL

Ik heb al eens eerder iets geschreven over de grens tussen dood en leven.
Hier een stukje van Hazrat Inayat Khan, vert. uit: 'The Sufi Message'

Dood betekent een scheiding van het lichaam, dat niets is dan een kledingstuk dat de ziel bedekt. En wat volgt er na die scheiding?
Het lichaam dat door de ziel wordt achtergelaten is niet langer levend zoals wij 'leven' verstaan; en toch leeft het. Vergelijk het met een vuur in de haard; ook als het vuur is gedoofd blijft de warmte hangen.
Hoewel er maar heel weinig van de ziel in het lichaam achterblijft, is er toch nog een vorm van leven. Waar helemaal geen leven is, kan nieuw leven niet worden gecreëerd; leven komt voort uit leven.

Nooit brengt dood leven voort.
Er is helemaal niets in deze wereld waarvan we kunnen zeggen dat het totaal levenloos is.
Alles, ieder object dat schijnbaar dood is, is op de een of andere manier 'levend' , zelfs nadat het is vernietigd. Leven heeft vele vormen. Het bestaan gaat verder, zelfs het stoffelijke bestaan. Het dode lichaam brengt wormen voort. Leven verandert van gestalte, maar het verdwijnt niet.
Het levende deel was de ziel en die gaat verder. Als wij zeggen 'Hij is naar een andere wereld gegaan', dan is die andere wereld alleen zoals wij ons die voorstellen.
Je zou het kunnen vergelijken met als we spreken over 'de wetenschappelijke wereld' . In dat geval bedoelen we niet dat die wereld zich buiten de aarde bevindt. 'De andere wereld' is een mooie manier om het uit te drukken, en anders kunnen we het niet zeggen. ' In een andere wereld ' betekent een wereld die is versluierd voor onze stoffelijke waarneming; maar het betekent niet een wereld die ver van ons vandaan is, en totaal buiten ons bereik.
Doden en levenden bewonen dezelfde ruimte; we leven samen. Alleen een sluier scheidt ons, de sluier die gepaard gaat met dit stoffelijke lichaam. Door die afscheiding zijn we niet in staat elkaar waar te nemen; een andere scheiding is er niet.
Men hoeft dus niet tot de zevende hemel op te klimmen om hen die zijn overgegaan te bereiken. Wanneer we werkelijk van hen houden, dan is die band van liefde en sympathie genoeg om ons dicht bij elkaar te brengen.
Twee mensen kunnen in hetzelfde huis wonen of samen werken, elkaar ieder uur van de dag zien, en toch kunnen ze zo ver van elkaar verwijderd zijn als de Noordpool van de Zuidpool.
Anderen worden door het lot mijlen van elkaar verwijderd, zodat ze elkaar nauwelijks nog kunnen bereiken vanwege de moeilijke omstandigheden, en toch zijn ze sterker met elkaar verbonden dan met iemand anders. Als dat waar is, bewijst het dat het niet uitmaakt hoever mensen van elkaar verwijderd zijn, zolang hun zielen zijn verbonden. Daarom zal, wanneer er een band van liefde was in dit leven, die band ook na de dood intact blijven.
Nabijheid zit niet in het stoffelijke lichaam, maar in de geest.

Geen opmerkingen: