zaterdag 27 maart 2010

ECHT WAAR?

Het is intrigerend wat er binnen het katholieke geloof allemaal gebeurt, ook al is het vaak onmogelijk om legende van waarheid te scheiden.
We kunnen ons blijven verbazen over huilende of bewegende beelden, Maria verschijningen, wonderbaarlijke ikonen en gestold bloed dat eenmaal per jaar weer vloebaar wordt.
Maar een houten beeld waar haren op groeien, dat is nieuw.
In FATE van november 2003 staat een kort verslag over een crucifix in een Cisterciënzer kloosterkerk in de buurt van Warschau. Die crucifix is er niet zomaar een. Het klooster dateert van de 13de eeuw, en de crucifix is even oud.
Sinds de 14de eeuw is die kerk een pelgrimsoord waar behalve de gelovige bevolking ook koningen en Paus Johannes Paulus II op bedevaart gingen. Het beeld dat bijna 2 m hoog is, werd uit iepenhout gesneden.

Op een goed moment, wanneer weten we niet, begonnen er een baard en haren aan Jezus' hoofd te groeien.
Toen een jongen daar wat vanaf knipte om zijn zieke zuster te genezen, stopte de groei.
In 1708 brak er een grote brand uit in de kerk en verbrandden de haren van Jezus. Sindsdien draagt hij een pruik.
Tegenwoordig neemt men het zekere voor het onzekere, en wordt het beeld beschermd door een mooi bewerkte vitrine.
Wonderen gebeuren er nog wel, en ook genezingen. Overleveringen spreken van ridders en gewone mensen voor wie Jezus verscheen om een nieuwe richting aan hun leven te geven.

Maar Polen schijnt niet het enige land te zijn waar haren groeien aan beelden.
Een 16de eeuws beeld van Christus dat in Buga, Colombia en een ander in Lima, Peru, hebben dezelfde eigenaardigheid.
Behalve de groei van haar zijn er ook een flink aantal zeer uiteenlopende crucifixen in kerken en kloosters, in alle maten, stijlen en materialen uitgevoerd die wonderen verrichten en waaraan legenden vastzitten die gelovigen en nieuwsgierigen uit de hele wereld doen toestromen.

Het zou te ver voeren ze hier te bespreken, maar één stichtelijk verhaal kan er wel af: In MexicoCity , in een kerk van de Dominicanen, Porta Coeli, ▲hangt een grote crucifix uit de 17de eeuw. Een priester was gewend daar iedere dag te bidden, en hij sloot zijn gebed dan af met een kus op de voeten van Christus.
Een man die iets tegen het geloof had, of misschien tegen deze speciale priester, goot op een dag een flesje vergif uit op de Christelijke voeten. Toen nu de priester die avond zijn ritueel wilde beëindigen, werd het hele beeld, tot dat moment blank van kleur, zo zwart als de nacht.

Geen wonder dat priester en parochie zich ongelukkig schrokken en men collectief naar buiten rende.
De boef was het wonder niet ontgaan, en natuurlijk heeft hij zich onmiddellijk bekeerd en verder een godvruchtig leven geleid.
De Crucifix ging de geschiedenis in als 'De Heer van het Vergif' of in het Spaans ' Señor del Veneno'.

Geen opmerkingen: