dinsdag 27 juli 2010

MOMPESSONS SCHANDE

Dit verhaal speelt in 1661, toen de wereld nog jong en vol magie was.
Niet lang meer, want spoedig daarna nam de Verlichting het over, en dat was een zegen, maar ook het begin van de doffe ellende waar we nu - kijkend naar de deplorabele vete tussen de sekte van wetenschapaanbidders en de beoefenaars van metaphysica - nog steeds onder gebukt gaan.
En het eind is niet in zicht.

Reverend Joseph Glanvill deed kort voor de eeuwwisseling, ruim 20 jaar na de gebeurtenissen in Tedworth in Wiltshire, een boek het licht zien: Saducismus Triumphatus. ◄
De 'Age of Reason' walste over hem heen, maar de dominee had interessante dingen te melden.
Hieronder de merkwaardige geschiedenis van de 'Drummer van Tedworth'.

Op een dag in maart 1661 bezocht John Mompesson, een magistraat die in Tedworth woonde, het nabijgelegen stadje Ludgershall. Daar werd hij verrast door luid tromgeroffel. Bij navraag bleek dat te komen van een man die William Drury heette. De man hield een eenmansactie voor het een of ander en zei daar de nodige papieren voor te hebben.
Koddebeier John Moppeson, die het gezag uitoefenen niet kon laten, hield de middelbare lawaaimaker aan en leverde hem over aan de politie, nadat hij zich had verzekerd van de valsheid van Drury's claims. De trommel werd geconfisceerd. Altijd prettig om iemand op z'n nummer te kunnen zetten, zal hij gedacht hebben.
De politie liet de trommelaar meteen weer lopen, maar zonder trommel kon die geen kant meer op.
De trommel werd enkele weken later verscheept naar Mompessons huis in Tedworth, waar hij vast behoorlijk in de weg lag.
Toen Mompesson, die eerst nog gezag moest uitoefenen in Londen, eindelijk thuiskwam, trof hij zijn vrouw en koters in alle staten. Al enige nachten werd het huis geplaagd door hevig bonzen en kloppen, binnen en buiten.
Natuurlijk greep de dienaar van het gezag het pistool, maar wie moest hij doodschieten? Geen mens te zien.
Tussen de vele geluiden klonken duidelijk trommelslagen.

Als dit een poltergeist was dan duurde de verschijnselen ongewoon lang. In de komende twee jaar hadden de ijverige magistraat en de zijnen geen leven. De onzichbare drummer volgde de kinderen overal waar ze heengingen, liet hun bedden de lucht ingaan, hield wedstrijdjes van 'wie is de sterkste' met de bedienden, sloeg met de deuren, liet lichten verschijnen in de lucht en verbrandde een bijbel. Toen Mompesson op een ochtend in de stal kwam vond hij zijn paard op de grond met een hoef in z'n mond, die er alleen met een koevoet uit te krijgen was. Heel onplezierig allemaal.

Wonderlijk genoeg hielden de verschijnselen op, telkens als William Drury, die af en toe werd opgepakt vanwege landloperij of diefstal, een tijdje in het cachot zat. Dan keerde de rust weer.
Bij een van die gelegenheden informeerde Drury naar het welzijn van Mompesson, en hij voegde er aan toe dat hij de man en zijn huishouden niet met rust zou laten tot hij de drum teruggekregen had.
Intussen was Mompesson nog steeds doende het fantoom met een pistool achterna te zitten, en eenmaal schoot hij blijkbaar raak, want er vielen een paar bloeddruppels naar beneden.
Dat is een opvallend parallel met de volksverhalen over heksen en weerwolven die in hun katten- of wolvengedaante verwond worden, en dan de volgende dag als mens gehavend blijken.

De narigheden in huize Mompesson hadden intussen veel stof doen opwaaien, en zelfs Londen bereikt.
En zo kwam het dat een afgezant van Charles II, Joseph Glanvill zich persoonlijk op de hoogte kwam stellen van het ongerief. Hij was persoonlijk getuige van de verstoringen en toen hij een keer zijn paard opzocht was dat op sterven na dood van de paranormale schrik. Het stierf kort daarna.

Uiteindelijk zijn de verschijnselen gestopt. William Drury werd als heks veroordeeld en verbannen. Daarna keerde de rust definitief weer. Als Mompesson de trommel had teruggegeven was al die ellende niet nodig geweest.
Maar zulks ligt niet in de aard van dienstkloppers.

Geen opmerkingen: