vrijdag 2 juli 2010

EUREKA

Telkens weer bereiken ons van die berichtjes over geleerden die in hun leunstoel of in hun laboratorium het laatste woord hebben gesproken over enigma's die veel gemoederen sinds jaar en dag bezighouden. Gemoederen bezeten door mensen die hun hoofd weten te gebruiken en soms langdurig onderzoek deden, waarna ze er wetenschappelijk verantwoorde artikelen en boeken over schreven.
Gemoederen ook van de mensen die het een en ander zelf meemaken en in de regel ook niet van gisteren zijn.
En dan komt er ineens een blaaskaak langs die die boeken niet gelezen heeft en het onderzoek niet heeft gedaan, maar door goddelijke ingeving te weten is gekomen dat hij het Verlossende Woord moet spreken.
Dat doet me altijd denken aan onze onvolprezen volksschrijver Gerard Reve, die ooit het plan opvatte een boek te schrijven dat alle andere boeken overbodig maakte.
Het is hem bij mijn weten niet gelukt.
Zo ook met deze leunstoeltheoristen.

Een voorbeeld van zo'n verlossing is bolbliksem.
In het laboratorium wil het maar niet lukken. Niet echt. Alleen een beetje, en dan heel kort.
Terwijl er door de eeuwen heen mensen zijn geweest die die dingen tegenkwamen, er door achtervolgd werden 'alsof er een soort bewustzijn inzat' , zagen hoe ze door ramen en muren gingen, hun koe electrocuteerden, verschillende kleuren hadden en soms enige minuten in de lucht bleven voor ze met een grote knal detoneerden. Dat is niet één gek die dat meemaakt, dat zijn er tallozen; eenvoudige burgers en buitenlui die geen speurwerk hebben verricht naar wat wetenschappers erover vinden of wat andere mensen hebben getuigd.
Maar nu lees ik dat bolbliksems dan toch tussen de oren zitten. Tijdens een onweersbui kan ons brein blijkbaar zo magnetisch worden belaagd dat we gaan hallucineren. En dan ontstaat - wat anders - een bolbliksem die een ravage aanricht.

Zegt National Geographic.
Hm.

Vraag 20 willekeurige mensen in de straat of ze kunnen uitleggen wat een poltergeist is.
10 tegen 1 dat de meesten er nog nooit van hebben gehoord, of komen aandragen met de gelijknamige film.
Evengoed weten veel wetenschappers zéker dat wanneer die dingen in actie komen het aan het kind des huizes ligt dat stiekem, geraffineerd en onzichtbaar voor de direct betrokkenen het meubilair opstapelt, apparaten naar de ratsmodee helpt en de souvenirs op het dressoir laag over laat vliegen.
Natuurlijk. Zo'n kind kent de literatuur en heeft onderzoek gedaan naar andere kinderen die plotseling aanvechtigen voelden om de wasmachine te laten draaien zonder de stekker in het stopcontact, en zo, dus het weet exact hoe het moet doen om die domme parapsychologen te laten geloven dat er zoiets is als een poltergeist.
Eitje.

Onlangs las ik een bericht over een wetenschapper die met klem en definitief beweert dat het onderzoek naar Bijna Dood Ervaringen absoluut z'n eindpunt bereikt heeft. Hij zelf heeft ontdekt hoe het zit: het is een laatste flitsende ontlading van de electronen van het stervend brein.
Niets meer, niets minder.
Ook meent deze heldere knikker dat de berichten over zulke ervaringen sterk overdreven zijn, en dat mensen sensationele verhalen vertellen om aandacht te krijgen.
Natuurlijk. Zo staat het ook in alle literatuur. Aandacht. Dat niemand daar nou eerder opgekomen is.
Dom dom dom.
Kleine bijkomstigheid: de paar patienten die hij onderzocht heeft gingen dood en kwamen niet meer tot leven. Die konden dus, in deze realiteit, geen getuigenis afleggen.
En in andere realiteiten gelooft de geleerde onderzoeker niet.
Patstelling, lijkt me.
Misschien moet deze wetenschapper eens met de levenden gaan praten, gewoon voor de aardigheid.

Geen opmerkingen: