maandag 12 juli 2010

FOTO

bewerkt uit: Mukerji's Ghoststories, 1913

Wij zijn gewend aan snelle fotografie, en snelle resultaten. We kunnen ons bijna niet voorstellen dat in de begintijd van de fotografie er soms veel tijd nodig was om een foto te maken. Er moest een geschikte plek gevonden worden, geschikte stoelen waar men enige tijd in kon zitten zonder te bewegen, geschikt licht en de fotograaf moest een behoorlijke scholing hebben in de 'nieuwigheid' en de techniek van het fotograferen. Het was tenslotte niet alleen maar afknippen, maar ook ontwikkelen en afdrukken, een handwerk dat nu bijna is uitgestorven.
Ook de apparatuur was gewichtig en omslachtig, en het duurde lang voor de juiste hoogte van het statief was ingesteld, de juiste plaat was aangebracht en de goeie lens was uitgekozen. Al met al kon een foto zo een uur in beslag nemen, en fotograferen gebeurde dan ook meestal in een studio. Het was een duur en elitair tijdverdrijf.
Pas begin 1900 kwam fotografie binnen het bereik van de normale burger, en vanaf die tijd ontstaat er een meer terloops soort foto, waarbij mensen niet meer in hun zondagse kleren poseren maar het gewone leven vastgelegd wordt.
Maar in het volgende waargebeurde verhaal was daar nog geen sprake van.


Toen de heer Jones, een vaardig amateur fotograaf in 1895 op verzoek van zijn baas Mr. Smith een foto maakte van diens vrouw en zijn zuster, ging dat allemaal op de plechtige manier: de dames werden in vol ornaat in een zetel geplaatst en moesten zich enige tijd koest houden. Pas toen de lichtval de fotograaf beviel, werd de plaat belicht.
Natuurlijk ontwikkelde Jones de fotografische plaat onmiddellijk, want hij wilde zijn baas de volgende dag de afdruk kunnen geven.
Maar daar kreeg hij bijna een flauwte: op de foto stonden niet twee, maar drie dames.
De derde, een jonge vrouw van rond de twintig, stond achter en tussen de beide vrouwen die het onderwerp van de foto's waren geweest. Zij leek enigszins uit focus, maar de details van haar verscheining, en de sierraden die zij droeg waren goed te onderscheiden.
Bij nadere beschouwing bleek dat waar de beide dames solide op de foto zaten, de derde vrouw enigszins doorschijnend leek: men kon de lambrisering van het vertrek door haar rokken waarnemen.

Toen Mr. Smith, de baas van Jones de foto in handen kreeg nam zijn gelaat alle kleuren van de regenboog aan, om tenslotte lijkbleek te worden.
De staande vrouw was zijn overleden echtgenote die 7 jaar eerder aan een complicatie van de bevalling was overleden, samen met haar kind.
Smith was hertrouwd, maar het bizarre feit dat zijn overleden vrouw nu op de foto verscheen had een goede verklaring.
De vrouw had tijdens haar leven vaak geklaagd dat ze zo graag op de foto wilde. Dikwijls sprak ze erover dat ze bang was dat ze jong zou sterven, maar haar man had daar geen aandacht aan besteed. Mannen zijn mannen zijn mannen, en die moet je niet aankomen met zulke onzin.
Maar eindelijk had Mr. Smith toegestemd, maar toen ze zich opmaakten om op weg te gaan naar een fotograaf in een andere stad, bereikte hen het bericht dat de moeder van Mrs Smith ernstig ziek was.
De fotograaf werd wederom uitgesteld, en Mrs Smith begaf zich ijlings naar haar moeder.
Mr. Smith had een druk leven dat hem vaak maandenlang van huis deed zijn. Hij vertrok dan ook onmiddellijk om zaken te doen, en keerde pas vele weken later terug. In die tijd baarde zijn vrouw een kind en beiden stierven.
Geen foto dus, bij leven.
Maar wel een 7 jaar later.
Hoewel Smith geen ruchtbaarheid aan het geval wilde geven kwam het geval toch in de kranten. Zonder foto, want dat was Mr. Smith te privé. Hij verbood Jones om meer afdrukken te maken. Toch zijn er twee afdrukken van de foto naar Europa en naar Amerika gestuurd, vermoedelijk naar de Society for Psychical Research.
Wat er verder van geworden is, wie zal het zeggen.

Geen opmerkingen: