zondag 2 mei 2010

SLIMME DIEREN

In stripverhalen en animatiefilms stikt het van de slimme dieren. Maar meestal zijn die dieren alleen variaties op het thema mens, en zijn ze niet bedoeld als een representatie van een intelligent dier 'in its own right' .
Dierenverhalen zijn vaak parabels waaraan wij ons als mens kunnen spiegelen en ons kunnen herkennen.
In het literatuurgenre 'fabel' is dat ook expliciet de opzet.
Mensen komen in al die genres dan ook spaarzaam of helemaal niet voor, en al ze er wel in figureren, zoals in Marten Toonders Olivier B.Bommelverhalen, dan zijn ze niet te onderscheiden van de als dier voorgestelde mensen.
Soms worden de rollen omgekeerd, zoals in de Aardman producties 'Chicken Run' , waar de kippen slim en creatief zijn en de mensen onmogelijk dom.

Hetzelfde recept geldt voor het hele grappige Shaun the Sheep: een slim schaap dat de domme schapen opzet tegen een nog dommere boer.
De serie Wallace and Gromit, waarin een vreselijk slimme hond zijn uitvinder-baas voortdurend uit de puree moet halen is een andere vorm van relatie tussen dier en mens, en een qua intelligentie meer evenwichtige. Een fantastisch duo, elk met z'n eigen sterke kanten. Dat de zo menselijke hond bij het zien van een bot in stereotiep hondengedrag vervalt voegt extra humor toe aan de hilarische capriolen van het tweetal.
Het geheim van zulke dierlijke fantasy is altijd het voorspelbare, de typetjes, de vastliggende karakters die voor eendere maar toch steeds weer verrassende avonturen zorgen. We zijn wat dat betreft als kleine kinderen: we houden van duidelijkheid en herhaling, en een voorspelbare afloop.

Mens en huisdier, een veelbeschreven, bezongen, en beweende combinatie.
In het werkelijke leven zijn dieren minder voorspelbaar, en mensen ook.
Ons begrip van intelligentie is tamelijk beperkt. We mogen ons graag beroemen op al onze intellectuele prestaties, en daar kunnen dieren natuurlijk niet mee concureren. Maar waar ze ons te slim af zijn is op die gebieden van het leven die voor hen van levensbelang zijn.
Als onze instrumenten nog niet op tilt slaan vanwege een naderende vulkaaneruptie, hebben plaatselijk levende dieren al het veld geruimd.
Waar wij een GPS nodig hebben om onze bestemming te bereiken, vliegen vogels en vlinders moeiteloos naar de juiste plaats om zich voort te planten.
Waar wij vergiftigd zouden kunnen worden door het eten van de verkeerde paddestoelen of planten, weet een dier precies het onderscheid tussen voedzame en giftige bessen.
Zulke eigenschappen noemen we 'instinct' , zonder overigens te kunnen verklaren wat 'instinct' nou precies is.
Je zou het met hetzelfde recht ESP kunnen noemen.
Honden weten wanneer hun baas thuiskomt. Rupert Sheldrake heeft daar een boek over geschreven.
Konijnen weten zelfs in een onderzeeër dat iemand aan het andere eind van de aarde bezig is hun jongen te vermoorden. Zulke schandalige proeven zouden konijnen niet kunnen bedenken, dat is typisch menselijk, maar het zegt iets over hun ESP gevoeligheid.
Legio zijn de verhalen van mensen die gered zijn door dieren, gewaarschuwd door dieren, bewaakt door dieren, verdedigd door dieren, en teruggevonden door dieren, die daar soms hele continenten voor hebben doorkruist.
Instinct? Helemaal niet.

Puur dierlijk denkwerk, en vanzelfsprekend vertrouwen in hun natuurlijke paranormale gaven. iedereen die ooit een hond of kat heeft gehad en daar van hield, zal dat kunnen beamen.
Ons ongeluk is dat we met onze menselijke intelligentie vaak de verkeerde dingen doen.
Dat is niet slim, maar oliedom.
Wat voorspellende gaven betreft verliezen we ruimschoots van de dieren.

Geen opmerkingen: