zaterdag 24 april 2010

PALEIS VOOR EEN NACHT

Een sprookje. Iemand wenst een paleis en het staat er. Maar de volgende dag is het verdwenen in het niets, alsof het er nooit is geweest, en de wenser krijgt misschien een zenuwinstorting, als zulke psychologische gevolgen al deel uitmaakten van sprookjes.
Alles kan. Sprookjes staan dikwijls met ijle voetjes op schemergrond van werkelijke ervaringen. Paranormale ervaringen, meestal.

Een van de indrukwekkendste boeken die ik ken is 'Autobiografie van een Yogi', van Paramahansa Yogananda. Dat boek was bijna 50 jaar geleden mijn eerste kennismaking met oosterse mystiek en magie, en ik koester het nog steeds.
Een van de verhalen uit dat boek gaat over een paleis voor één nacht.
Geen sprookje deze keer, en ook geen wensdroom.
Zoals we weten gaat in veel culturen de esoterische kennis over van meester op leerling, in persoonlijk onderricht. Zo ook bij Kriya Yoga, de leer die Yogananda naar het westen bracht en waar hij zelf zijn training in ontving van zijn meester Sri Yukteswar.
Het verhaal dat Yogananda vertelt gaat over een ervaring van de goeroe (Lahiri Mahasaja) van zijn eigen goeroe (Sri Yukteswar), met Lahiri's goeroe Babaji, een figuur die we kunnen rekenen tot de Meesters van Wijsheid die zich in de Himalaja ophouden, niet gebonden aan een aards lichaam, maar kiezend voor die vorm om de mensheid te dienen. Althans, zo luidt Yogananda's uitleg, en die komt overeen met wat we in andere tradities aantreffen.

Lahiri Mahasaja vertelt. Hij bevindt zich in een grot waar hij vele incarnaties heeft doorgebracht, en altijd is de onsterfelijke Babaji zijn goeroe geweest. Ook nu weer verschijnt Babaji aan hem. Die nacht is het moment van zijn inwijding in Kriya Yoga, een moment van openbaring.
Door een gids wordt Lahiri meegenomen door het bos, waar hij aan het eind van een pad een gouden paleis ontwaart dat daar nooit geweest is. Babaji heeft het met gedachtenkracht in het leven geroepen.
Er volgt een lyrische beschrijving van de onaardse glans en de edelgesteenten waarmee het paleis versierd is.
Mensen als engelen staan op Lahiri te wachten, om met hem de inwijding te vieren.
"Broeder", zegt Lahiri, "de schoonheid van dit bouwsel gaat de grenzen van menselijke verbeelding te boven. Verklaar mij hoe het is ontstaan."
"In werkelijkheid is er niets onverklaarbaars in deze verstoffelijking", legt de gids uit. "De ganse kosmos is een verstoffelijkte gedachte, een droom van de Schepper. God schiep eerst de aarde als een gedachte. Hij bracht de atomen in een vaste bol samen. Al zijn moleculen worden bijeengehouden door de wil van God. Wanneer hij zijn wil terugtrekt, zullen alle atomen van de aarde zich weer in energie oplossen. De energie zal terugkeren naar zijn oorsprong: bewustzijn."
In wezen één met de oneindige Wil, kan Babaji de elementaire atomen oproepen om zich te verenigen en zich te openbaren in elke willekeurige vorm. Dit gouden paleis, dat in een ogenblik is geschapen, is werkelijk, evenals de aarde werekelijk is.

Babaji schiep dit paleis uit zijn geest en houdt de atomen tesamen door de kracht van zijn wil. Wanneer dit gebouw aan zijn doel heeft beantwoord, zal Babaji het veront-stoffelijken."
"Kijk", zegt de gids, terwijl hij van een tafel en sierlijke vaas oppakt die schittert van de diamanten, "Betast dit maar; het doorstaat de proef van zintuigelijke waarneming."
Lahiri onderzoekt de vaas, en merkt op dat hij in echtheid niet te onderscheiden is van een vaas die op minder magische wijze tot stand is gekomen.
Dan treedt hij een grote zaal binnen, waar Babaji in lotushouding op een troon zit. Babaji mompelt een paar woorden van zegening. Lahiri knielt voor zijn voeten. "Mijn zoon, rijs op", zegt Babaji. Ontvang je inwijding in het Koninkrijk Gods door Kriya Yoga."
Even later lost het enorme paleis zich op in het niets.
Lahiri is verbijsterd. Babaji houdt hem een lege schaal van aardewerk voor, en daarop verschijnen de heerlijkste spijzen.

De schaal blijft zichzelf aanvullen. Als Lahiri verzadigd is vult de schaal zich met helder water.
"Weinig stervelingen weten dat het koninkrijk Gods het rijk der aardse vervullingen in zich sluit", zegt Babaji. "Het goddelijke rijk strekt zich over het aardse uit, maar het laatste, zinsbedriegelijke, is niet de échte realiteit."

Ik weet niet hoe het met u is, maar in dit verhaal zitten elementen die het overdenken waard zijn. Los van de overeenkomst met sprookjespaleizen en tafeltje dekje thema's is vooral de notie van 'scheppen met gedachten' van belang. Het filosofische idee dat God de wereld in stand houdt met Zijn gedachten, en dat als God ophield ons te 'denken' de materie zou ophouden te bestaan, is een notie die b.v. in het mystieke Jodendom voorkomt, en zeker ook in het Hindoeïsme.
"Het universum lijkt minder op een grote machine, maar meer op een grote gedachte" , zei Sir James Jeans, een natuurkundige.
Nu we intussen weten dat ook de quantumfysica, de beschrijving van elementaire deeltjes en hun door waarneming beïnvloede gedrag wijst in de richting van 'bewustzijn" als scheppende kracht achter materiële fenomenen, krijgen sprookjes, esoterische overleveringen en verhalen als dat van Lahiri Mahasaja een diepe betekenis.

1 opmerking:

Anoniem zei

Mooi hè.
Zou het kunnen zijn dat wij de sleutel niet hebben om te weten wat wie waar en hoe God is en functioneert? Als we daar meer inzicht in krijgen bestaan paranormaal, sprookjes etc. dan niet meer?
Prachtig stuk Loes.
X
Elly.