vertaald uit: Anthony de Mello, 'The Song of the Bird'
Een bevelhebber van bezettingstroepen zei tegen de burgemeester van een bergdorp, "we weten dat je een verrader herbergt. Als je hem niet uitlevert zullen we je het leven zuur maken met alle middelen waar we over beschikken."
Het was waar dat er in het dorp een man was ondergedoken die goed en onschuldig leek te zijn en geliefd was bij iedereen. Maar wat kon de burgemeester doen, nu het welzijn van het hele dorp op het spel stond?
Dagenlange discussies in de gemeenteraad leverden geen beslissing op. Dus nam de burgemeester ten einde raad contact op met de priester. Die ploos samen met de burgemeester de heilige boeken uit en kwam tenslotte met een tekst op de proppen die zei, "het is beter dat een enkel mens sterft als daarmee de natie gered kan worden."
Toen leverde de burgemeester de onschuldige man over aan de bezetter, en van ver waren diens kreten te horen toen hij gemarteld en gedood werd.
Twintig jaar later kwam er een profeet naar dat dorp, en die ging regelrecht naar de burgemeester, en zei "hoe heb je dat kunnen doen? Die man was door God gezonden om de redder te zijn van dit land. En jij leverde hem uit om gemarteld en gedood te worden."
"Maar wat heb ik dan fout gedaan?", smeekte de burgemeester. "De priester en ik hebben de Schriften onderzocht en we deden wat daar instond."
"Dat is waar je de fout inging", zei de profeet. "Je keek in de Schriften. Je had in zijn ogen moeten kijken. "
dinsdag 21 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten