zondag 5 september 2010

EL CRISTO DE MEDINACELI

Bron: Wilma Carroll in 'Exploring the Healing Miracle'

Ergens in een achterafstraat in Madrid staat een oude kerk.
Wie van plan is naar Madrid te gaan moet hem zeker bezoeken, want de kerk geeft onderdak aan een bijzonder beeld: El Cristo de Medinaceli.
Elke week op vrijdagavond staan mensen in lange rijen om de voeten van het 500 jaar oude beeld te kussen.
Een beeld met een rijke historie.
Ergens in de 17de eeuw maakten de Moren zich meester van het beeld en andere kerkelijke schatten. Ook namen ze een klooster vol monniken en een aantal burgers in gijzeling. De eis was een hoog bedrag aan puur goud.
Daar kon men niet aan voldoen, en dus startten de onderhandelingen die een jaar duurden. De mensen werden vrijgelaten, maar de religieuze voorwerpen bleven in handen van de Moren en werden meegenomen naar Marokko. Om die heiligheden terug te krijgen werd de kerk gesommeerd hun gewicht in goud te betalen. Daarmee werd uiteindelijk ingestemd, en het wegen zou plaatsvinden op het centrale plein van Rabat.


Een grote weegschaal werd opgesteld. El Cristo de Medinaceli was de eerste die zou worden gewogen. Men hield het gelovige hart vast, want het 2 meter hoge beeld was van massief ebbenhout en woog een fortuin.
Maar, o wonder, toen het beeld op de schaal was getild bleek het lichter dan een veertje.
De Moren waren in paniek. Ze zagen af van de transactie en besloten het beeld en alle andere voorwerpen te verbranden. Maar die nacht werd de stad getroffen door een geheimzinnige ziekte waardoor honderden mensen stierven. Dat was de dieven teveel, en alle kerkelijke eigendommen werden onverwijld teruggegeven aan Spanje.
Om die heugelijke gebeurtenis te vieren werden de geretourneerde voorwerpen in een triomfantelijke processie door de straten van Madrid gedragen, met El Cristo voorop.
Volgens kronieken uit die dagen was de verwelkoming van de bevolking zo roerend dat het Christusbeeld tranen vergoot, en velen in het publiek werden genezen van ziekten en gebreken.

Daarmee begon de roemrijke carrière van El Cristo de Medinaceli.
De schrijfster van het artikel was in Madrid op een koude dag in februari, en meer uit nieuwsgierigheid dan uit devotie sloot ze zich aan bij de wachtenden.
Tien dagen eerder had ze bij het ijs-skaten de banden van haar linker voet gescheurd en de tot de omvang van een meloen opgezwollen enkel was deskundig en voor weken in het gips gezet.
Wilma betrad daarom de duistere kerk op krukken, temidden van biddende mensen, waarvan sommigen het in de verte zichtbare beeld op de knieën naderden.
Ze kende de geschiedenis van het beeld, maar geloofde niet in wonderen. Een beeld is tenslotte een beeld.
Maar zodra ze het beeld naderde werd ze gevangen in de uitstraling van de in purper geklede El Cristo, die een sterk magnetisch veld om zich heen had. Wilma kon haar ogen er niet van afhouden. Er scheen licht om El Cristo heen te hangen en ze nam een gouden halo waar. Even leek het haar of het beeld ademde.
Dit beeld was meer dan een beeld.
Toen het haar beurt was om de voeten van de Christusfiguur te kussen besteeg Wilma de treden van de trap en viel op haar knieën. Ze kon niet anders.
Min of meer beschaamd kwam ze overeind en verliet haastig de kerk, zich intussen vaag bewust dat haar voet in het gips anders aanvoelde.

Die nacht kon Wilma niet slapen. Het gips irriteerde haar en jeukte vreselijk.
De volgende dag spoedde ze zich naar het ziekenhuis om zich ander gips te laten aanmeten, iets wat comfortabeler zat.
Zodra het gips was opengezaagd hoorde Wilma uitroepen van verbazing, en doktoren en verpleging kwamen aangesneld. Haar enkel bleek volkomen normaal. Nergens pijn, goede flexibiliteit: als nieuw.

Wilma ging terug naar de kerk om nogmaals het beeld van El Cristo in zich op te nemen. Ze checkte de lichtval, maar de aura die ze de vorige dag had gezien kwam werkelijk van het beeld, en niet van de verlichting.
Ook had ze nog steeds de indruk dat het houten beeld werkelijk ademde.
Rondvragend naar andere genezingen bleek haar dat de kerk daar liever geen aandacht aan besteedt. Toen ze de priester wilde vertellen wat haar overkomen was, luisterde die nauwelijks, en gaf geen commentaar. Ook de kerkgangers schenen niet bereid om er over te praten.

Wilma besluit haar verhaal met de notie dat zulke wonderen, hoewel voor ons totaal onverklaarbaar, veroorzaakt worden in het astrale gebied, en vervolgens in het fysieke veranderingen kunnen veroorzaken.
Allemaal goed en wel, maar dat verklaart niet een ademend beeld of een aura die krachtig en voelbaar is.
Een beeld is tenslotte een beeld...niet dan?

Geen opmerkingen: