Vanmorgen las ik een stukje uit de blog van Anne Strieber, de vrouw van Whitley, de man van de 'Grays' die via zijn boek 'Communion' zich in ons collectieve bewustzijn hebben genesteld als het prototype ET.
In dat stuk vertelt Anne hoe veel last ze hebben van mensen die hen vanwege hun ervaringen met UFO's en aliens veroordelen en hen sociaal buitensluiten, terwijl ze sinds het eerste boek verscheen honderdduizenden brieven hebben gekregen van mensen met soortgelijke ervaringen, en overal worden aangeschoten (als er geen anderen in de buurt zijn) door mensen die hun verhaal kwijt willen.
Dat onderwerp, zegt Anne, is misschien wel het laatste sociale taboe in de Amerikaanse samenleving.
Discriminatie in woord en daad van homo's, vrouwen, bejaarden, Joden, katholieken, Afro-Americans, Hispanic Americans en welke andere groep ook is 'not done', althans niet in het openbaar of in de pers.
In de privésfeer ligt dat natuurlijk anders.
Discriminerende opmerkingen kunnen alleen gedijen bij de automatische aanname dat iedereen in het gezelschap net zo denkt als de spreker. Is daar twijfel over, dan zal men zijn mond houden, tenzij men wil provoceren.
Er is moed voor nodig om iemand die er van uitgaat dat iedereen het met hem eens is tegen te spreken.
Anne vergelijkt dat met het laten van een knallende scheet in gezelschap. Dat valt op.
Toch, zegt ze terecht, is dat het enige middel om taboes te doorbreken: uitkomen voor wat je zelf denkt, en niet je mond houden, uit angst voor commentaar, ridiculisering, uitsluiting.
Met UFOs en ET's hebben we in Nederland, in tegenstelling tot de US, niet veel te maken.
Met discriminatie wel, ook al geldt hier gelukkig net zo goed dat het politiek niet correct is om je generaliserend en rottig uit te laten over de een of andere groep mensen. Wilders schijnt dat wel te mogen, maar die heeft dan ook, hoop ik, niet de sympathie van wat er in Nederland nog aan ethische denkende burgers over is.
Maar het is niet m'n bedoeling om hier in de politiek te gaan.
Uit persoonlijke gesprekken en uit de literatuur weet ik dat er oneindig veel meer mensen dan je zou denken bijzondere ervaringen hebben van velerlei aard. Ik ken er zelf heel wat, en bovendien is daar veel onderzoek naar gedaan.
Veel van die mensen houden hun ervaringen voor zichzelf. Dat valt vaak niet mee, maar de angst voor anderen houdt hen tegen om er open over te zijn. Wat zal de familie zeggen?
Zullen ze denken dat ik gek ben en me naar de psychiater sturen?
Wat zal m'n man er van zeggen, die vindt het allemaal onzin.
Ik ben bang uitgelachen te worden. Ik ben bang m'n baan kwijt te raken.
In sommige beroepen is die angst volledig gerechtvaardigd. Piloten zijn ontslagen omdat ze een UFO rapporteerden of omdat ze iets onverklaarbaars hadden meegemaakt. In het leger of bij de politie moet je al helemaal niet aankomen met een bijzondere ervaring, dan word je afgebrand en uitgelachen en doorgestuurd naar de psychiater.
Artsen die een patient hebben die onverklaarbaar geneest, zullen in de meeste gevallen er alles aan doen om dat te ontkennen ten opzichte van collega's.
Ik heb een anthropoloog horen vertellen dat studenten die iets bijzonders hebben gezien in landen waar nog wonderbaarlijke dingen gebeuren, dat in het belang van hun toekomstige carrière moeten verzwijgen.
Kortom, het is gevaarlijk om eerlijk te zijn, als het gaat om vooralsnog onverklaarbare fenomenen.
Dat kunnen talloze uitgerangeerde wetenschappers bevestigen, maar ook veel gewone mensen leven dagelijks met de last van wat ze bij niemand kwijt kunnen.
Kort geleden had ik een lang telefoongesprek met een Amsterdamse monteur die ik persoonlijk niet ken. Hij vertelde me het een en ander over zijn eigen ervaringen. Menigmaal had hij tijdens de koffie bij een klant het onderwerp 'leven na de dood' aangeslingerd, aan de hand van wat zijn opmerkzame geest vermoedde. Dat leidde tot bijzondere gesprekken en troost voor de klant. Voor die man was dat iets waar hij heel blij van werd. Terecht.
Niet lang geleden was hier een man die onze tuin bijhoudt. Onder de koffie vroeg hij waar mijn boeken over gingen. Toen ik hem dat vertelde kwamen zijn eigen verhalen los; hoe hij altijd aanvoelde bij wie hij wel of niet moest gaan werken, hoe hij steeds het gevoel had begeleid te worden en hoe een helderziende dat ook had bevestigd.
Zulke gesprekken zijn zo normaal, eigenlijk. Gewone mensen, gewone ervaringen.
Maar ondanks alle aandacht die er in het commerciële TV-circuit is voor paranormale onderwerpen rust er nog steeds een levensgroot taboe op de persoonlijke ervaring. Blijkbaar is het allemaal goed en wel zolang het een ver van m'n bedshow is, maar komt je vrouw of je kind met een ervaring, dan komt het te dichtbij, en is het veiliger iets af te wijzen, te ridiculiseren of er een 'deskundige' bij te roepen.
En toch, om met Anne te spreken, moeten die scheten gelaten worden. Er rust in dit opzicht verantwoordelijkheid op allen die bereid en in staat zijn de discussie aan te gaan.
Een discussie die gevoerd moet worden; in de wetenschap, in een sociale context en in persoonlijke gesprekken, wil er ooit iets écht veranderen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten