Van de bushalte op weg naar huis werd mijn pad vorige week gekruist door een oudere mevrouw die datzelfde pad in zijwaartse richting, als een krab, aflegde. Zo nu en dan hief ze haar armen en maakte een sierlijke, hoewel trage, pirouet.
Vriendelijk glimlachte ze in mijn richting, en ik deed alsof zijwaartse mensen heel gewoon zijn.
Tenslotte - wie zijn eigen ding durft te doen in aanwezigheid van normale mensen heeft recht op sympathie.
Daar moest ik aan denken toen ik een stukje las over China, dat in de jaren 90 in beweging kwam.
Een Amerikaanse journalist schrijft over zijn ervaringen.
Wandelend door een park ergens in China werd hij snel genaderd door andere wandelaars: achterstevoren.
Want sinds iemand heeft bedacht dat achterwaarts lopen en zelfs achterwaarts joggen gezond is en helpt tegen rugpijn en verstopping, is die manier van voortbewegen een rage geworden.
De journalist verklapt dat hij vooral 's morgens liefhebbers tegenkwam van boomstoten, handflappen, Orang Utan waggelen, borstbonken, armswingen en ganzepas lopen.
Wat hem onmiddellijk deed denken aan Monty Pyton's Ministry of Silly Walks; hilarisch.
Intussen is die gekkigheid wel weer wat bedaard, zoals met alle hypes onherroepelijk moet gebeuren.
Mensen die nu China's parken bezoeken vinden daar wel heel veel mensen die Tai Chi en Qi Gong beoefenen en het gezellig hebben met elkaar, maar de hobbyisten van extreme bewegelijkheid lijken andere occupaties gevonden te hebben.
Misschien komt het nu onze kant op, en was mijn zijwaartse mevrouw een voorloper.
donderdag 15 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten