zaterdag 3 april 2010

DE OUDERE KANT VAN LOURDES

De prachtige psychologische film 'Lourdes' heeft onze bioscopen alweer bijna verlaten, en weinigen zullen hem waarschijnlijk gezien hebben.
Je hoeft niet katholiek te zijn of in Mariaverschijningen te geloven om geïntrigeerd te zijn door wat daar gebeurt.
Voor de meeste mensen is de gedachte aan Lourdes vanzelfsprekend verbonden aan de verschijning van Maria aan Bernadette, het eenvoudige dorpskind.
Dat gebeurde in 1858.
Sinds die tijd heeft de Kerk er alles aan gedaan om het obscure stadje in de Pyreneeën te maken tot een lichtend voorbeeld van wat geloof ons kan geven.
Hoewel men wonderen in de regel spaarzaam erkent, hoeft niemand te twijfelen aan de geregistreerde wonderen en de grotere aantallen ongeregistreerde.
In Lourdes gebeuren mirakels, dat staat als een paal boven water.
Maar Lourdes heeft een oudere geschiedenis die men niet terugvindt in de bedevaartliteratuur.
Bernadette Soubirous werd geboren in een streek waar het moeizame bestaan was gelardeerd met geloof in elfen, tovenaars, weerwolven en andere bewoners van het schemergebied.
Ook geloof in geesten hoorde daarbij.

De Pyreneeën zijn een ruig gebied vol met ontoegankelijke grotten en geheimzinnige schaduwen. Net als op andere ongerepte plaatsen in de wereld, is zo'n landschap een bron van inspiratie voor volksgeloof en volksangst.
Dat was in 1858 nog steeds zo. Nog maar enkele jaren eerder was er vlak bij het stadje een 'heks' op de brandstapel gestorven.
Men geloofde in God, maar zeker ook in de duvel, en beide geloven liggen zij aan zij als het gaat om paranormale gebeurtenissen.
Al vóór 1858 was het gebied een toeristenattractie om zijn ongerepte schoonheid. Bronnen in de buurt waren het 'Spa' van die omgeving, en dokters schreven hun patienten een paar weken Lourdes voor.
In 1854 was er een serie betreurenswaardige zelfmoorden: toeristen stortten zichzelf in de rivier de Gave of kwamen op andere manieren om.
De volksverklaring was dat geesten mensen daartoe dwongen.
De grot van Bernadette, plaatselijk bekend als Massabiele, had een slechte reputatie. Daar moest je maar niet naartoegaan. Het hele grottensysteem was verdacht: in 1857 waren een eindje verderop in een onderaardse grot menselijke en dierlijke beenderen gevonden die daar al vele eeuwen lagen.
Verhalen over mensenoffers deden de ronde. De menselijke fantasie weet wel raad met alles wat verdacht is.
In die sfeer kreeg Bernadette haar eerste visioen.
Zijzelf kwam niet op het idee dat ze Maria gezien had. In de eerste plaats werd gedacht aan de in 1857 gestorven dorpsgenoot Elise Latapie, voorgangster in een gebedsgroep, die had gevraagd in de kleuren van die groep begraven te worden: blauw en wit. Dat was haar geweigerd. Geesten houden niet van zulke weigeringen, en het was dan ook haar geest die men dacht dat Bernadette gezien had.
Het officiële verhaal van Bernadette wijkt af van de plaatselijke bronnen uit die tijd.
Men was in paniek om Bernadette's recalcitrante terugkeer naar de duistere grot. Vooral haar moeder verbood het haar, maar ook haar meer plooibare vader vond het moeilijk kiezen tussen een goddelijke en een duivelse oorsprong van de visioenen. Temeer omdat de figuur in de grot weigerde haar identiteit prijs te geven.
In dat opzicht was het niet anders dan bij andere Mariaverschijningen: de kinderen zien iets, en de kerk maakt er Maria van, hoewel de figuur meestal geen enkele overeenkomst heeft met de iconografie van Maria waar de kinderen mee vertrouwd zijn.
Na Bernadette wiens visioenen na 1858 afgelopen waren, werden velen geplaagd met visitaties, hele groepen jonge kinderen braken simultaan op de knieën en schenen iets te zien en te horen. Niet alleen een wit met blauwe dame werd gezien; sommigen zagen hele andere figuren die pasten binnen de plaatselijke mythologie.
Sommigen werden tot een zelfmoordpoging bewogen en nog net op tijd tegengehouden. Anderen gedroegen zich als bezeten.
Na anderhalve eeuw is niet meer te achterhalen hoe het allemaal gezeten heeft.
Zeker is dat de slechte reputatie van Massabiele kon worden bevestigd door mensen die er in de jaren vóór Bernadette hadden willen schuilen tegen de heftige regen. Zij hadden het plan om droog te blijven snel opgegeven toen ze onverklaarbare stemmen en geluiden hoorden.
Een schaapherder die zijn schapen in de grot wilde drijven kreeg dat niet voor elkaar: de dieren bleven liever in de stromende regen dan een stap in de grot te doen.
Al die verhalen werden verteld en herverteld toen Bernadette eenmaal had gezien wat ze gezien heeft.

Wat de visioenen van Bernadette wérkelijk waren blijft een kwestie van geloof en speculatie.
Maria is nooit een eenduidige figuur geweest en haar verschijningen roepen altijd meer vragen op dan de Kerk of iemand anders kan beantwoorden. Maar de meeste mensen zal dat een zorg wezen.
Zolang de wonderen doorgaan en men het gevoel heeft daar profijt van te kunnen trekken, is het voor veel mensen een heilige plaats die ze verbindt met hun Godsgeloof, al was de échte Maria een joodse vrouw die niet heeft kunnen dromen hoe ze uit de hand is gelopen.

Geen opmerkingen: