donderdag 10 maart 2011

DE STENEN VAN LAFCADIO


Lafcadio Hearn is een van mijn favoriete schrijvers. De meeste mensen zullen nooit van hem gehoord hebben, maar dat ligt vooral aan het feit dat hij al jaren dood is. Om precies te zijn, al ruim een eeuw.
Hearn werd geboren in 1850, als zoon van een Ierse vader en een Griekse moeder.
In de loop van zijn journalistieke carrière kwam hij in 1891 voor een opdracht in het keizerlijk Japan terecht, en dat land kroop in zijn botten.
Hearn maakte zich de taal eigen en de cultuur, wat voor een Westerling niet meegevallen zal zijn. In de jaren die hem nog restten tot zijn overlijden in 1904 doceerde hij aan de universiteit van Tokyo, en schreef hij een serie prachtige boeken over het leven in Japan, de geesten, de legenden en alles wat zijn gevoelige natuur trof.
De meeste van zijn boeken zijn herdrukt maar ook op Project Gutenberg te vinden en gratis te downloaden :
www.gutenberg.org .

Hearn was een taal- en sfeerkunstenaar. Ik ga hem nu vertaald citeren, want zelf kan ik het niet beter vertellen.
"Om de schoonheid van de Japanse tuin te bevatten is het nodig om te begrijpen - of althans te proberen te begrijpen - wat de schoonheid van stenen voor de Japanner betekent. Niet de stenen die door mensen uit groeven worden gewonnen, maar stenen die alleen door de natuur hun vorm gekregen hebben. Tot je met je hele wezen kunt voelen dat stenen karakter hebben, klank en gevoelswaarde, zal de artistieke betekenis van de Japanse tuin niet aan je geopenbaard worden. In de vreemdeling echter, ook al is hij gevoelig voor esthetiek, zal dat gevoel door studie moeten worden gecultiveerd. De Japanner is het aangeboren; de ziel van het ras begrijpt de Natuur oneindig veel beter dan wij dat doen, tenminste wat betreft de zichtbare vormen. Het werkelijke gevoel voor de schoonheid van stenen kan alleen bereikt worden door bekendheid met het Japanse gebruik en de keuze ervan. Je kunt niet over straat lopen zonder met de esthetiek van stenen geconfronteerd te worden. Als je tempels nadert die langs de weg staan, of heilige bomen, parken of begraafplaatsen, overal zul je grote, onregelmatige platte onbewerkte stenen vinden - vaak uit rivierbeddingen, gepolijst door het water en met karakters beschreven. Die stenen staan daar als offergaven, als herinneringsmonumenten, als grafstenen en ze zijn veel kostbaarder dan de stenen die met de beeltenissen van goden zijn versierd.
Bij bijna elke grote hoeve, elke schrijn zul je grote onregelmatige brokken graniet of een andere harde steensoort aantreffen, geërodeerd door de regens en omgevormd tot waterbekkens door een ronde holte te maken in de top. Dat is de gewone manier om stenen te gebruiken, ook in de armste dorpen, en als je enig natuurlijk artistiek temperament hebt, dan kan het niet anders of je ontdekt vroeg of laat hoeveel mooier deze stenen zijn dan de vormen die een steenhouwer maakt.
Het is zelfs mogelijk dat je zo gewend raakt aan de inscripties op stenen, vooral als je veel door het land hebt gereisd, dat je er onwillekeurig bij elke steen naar gaat zoeken, ook als die inscripties er onmogelijk kunnen zijn, alsof de karakters deel uitmaken, als een natuurwet, van een rotsformatie.
Op den duur zullen stenen een zekere persoonlijkheid voor je aannemen, een individualiteit die een stemming suggereert, een gevoel, zoals dat bij de Japanners het geval is. Japan is een land van suggestieve vormen in steen, zoals dat bij vulkanische landschappen vaak het geval is, en zulke vormen hebben zich in de verbeelding van het ras gevestigd in een tijd lang vóór de datum van die archaïsche tekst die ons vertelt over demonen in Izumo "die rotsen maakten, en de wortels van bomen, en het schuim op de groene wateren.
In elke provincie zijn stenen waarvan men zegt dat ze heilig zijn of onheilig, of miraculeuze krachten bezitten, of rijkdom kunnen schenken, en er zijn stenen waarvan men volhoudt dat ze zich hebben gebogen voor de monnik Daita toen hij hen de woorden van de Boeddha predikte.... "

Geen opmerkingen: