Wij mensen zijn op zoek naar een doel. Een plek, een geloof, een overtuiging of een levensvulling die ons het gevoel geeft dat er zin zit in ons bestaan. Zolang wij dat niet hebben gevonden voelen we ons doelloos.
Mensen zitten zo in elkaar, daar is niets aan te doen.
Mystici noemen ons zoeken 'heimwee naar het paradijs'; een soort onberedeneerd verlangen naar iets wat we ooit verloren hebben.
Er zit in onze ziel dat vonkje goddelijkheid dat ons voortdrijft op zoek naar een echte, blijvende, alles verterende eindbestemming.
Menige godsdienst plaatst die bestemming na onze dood, en veroordeelt consequent het aardse bestaan als een surrogaat of een begoocheling.
Wij Spiritualisten zien het leven na de dood als een voortzetting van iets wat er altijd is, voor, tijdens en na dit leven.
Maar toch zijn ook wij op zoek. Wij zoeken ultieme bewijzen. Dat doel wordt nooit gehaald. Geen enkel medium kan ons die felbegeerde zekerheid geven. Even misschien, maar nooit voor goed. Nooit voor nu en altijd.
Dat komt omdat 'zekerheid' de twijfel niet wegneemt. Het verlangen blijft. Behalve als we werkelijk iets ervaren hebben dat ons in contact heeft gebracht met het mysterie van ons leven: een bijna dood ervaring, of een mystieke ervaring, of een openbaring die sommige mensen 'verlichting' noemen. Dan 'weten' we, en daar brengt niemand ons vanaf.
Mensen die een berg beklimmen zijn op weg naar hun doel: de top.
Wie zich begeeft op bedevaart is op weg naar een doel: het heiligdom of de plaats die het middelpunt is van zijn religie; de plek waar zijn geloof gestalte krijgt.
Monniken die hun leven op één plaats slijten zijn op weg naar hun doel: God, of Verlichting, wetend dat er, net als bij bergtoppen, steeds weer een doel achter het doel ligt.
Biedt een bergbeklimmer of pelgrimsrouteloper een helicopter aan om hem makkelijk op z'n bestemming te droppen, en hij zou kiezen voor de weg erheen, de inspanningen, de ontberingen, en de hoogtepunten van zijn tocht. Hoe moeilijker de weg, hoe groter de overwinning als het doel gehaald is.
Heilig of profaan: we ondernemen een tocht met het oog op een doel. Zonder vooropgezet doel kunnen we net zo goed thuisblijven, lichamelijk of geestelijk. Maar zonder weg zou het doel geen doel meer zijn, dan was het gewoon een plaats in de wereld, of een toestand van de geest.
Maar, afhankelijk van wat ons doel is geweest, kan er een anticlimax volgen. Een gevoel van triomf, maar ook van leegte. Wat nu? Is dit het nou? Wat wordt de volgende uitdaging? Is er nog een hoger doel dan dit?
De top is bereikt, de ervaring die ons zo het gevoel gaf te 'leven' is voorbij. Er is voldoening - maar ook melancholie: En ook de zekerheid dat we opnieuw een doel moeten vinden om ons leven zin te geven.
Het gáát dus, vreemd genoeg, uiteindelijk om die weg naar het doel, en niet om het doel zelf.
In een documentaire over 'El Camino' , de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella in noord Spanje, bleek ook weer hoe belangrijk die weg is voor wie hem gaan, en hoe relatief onbelangrijk de aankomst. Het is mooi dat je't gehaald hebt, maar die tocht is waar het om gaat. Het doel is slechts een markering. Ver weg gaan om dichter bij jezelf te komen, vertaalde de reporter.
Soms komt de weg achteraf. Mensen die een BDE hebben meegemaakt of als de bliksem zijn getroffen door een mystieke ervaring, gooien hun leven om en gaan hun ster achterna. Zij zoeken hun weg aan de hand van wat ze ervaren hebben. Het 'inzicht' laat hen niet los, en ze zoeken zich een weg erheen, met moeite en vallen en opstaan, maar wetend dat er een doel is, een eind- of misschien een beginpunt.
Tijdens het gaan van die weg veranderen we. De bergbeklimmer wordt teruggeworpen op zichzelf en ontstijgt zijn normale zorgen, de bedevaartganger komt zichzelf tegen in anderen die dezelfde tocht ondernemen, en helpt de achterblijvers. De mysticus en de zoeker ervaart het goddelijke in een enkele glimp van wat er achter de dingen ligt, en dat is genoeg. Een creatief proces houdt ons bezig en gaat soms onverwachte kanten uit die ons andere inzichten geven.
Hoe het ook zij, we zijn er nooit.
Wat ons doel ook is, de weg moet worden afgelegd en dáár ligt waar het uiteindelijk om gaat: de kleine vaak onopvallende wonderen, de kansen, de scheppingsmomenten.
Volgens sommige tradities schept God de wereld ieder moment opnieuw, en is het werk nooit af.
Zo is het ook met ons leven. Het doel is een ijkpunt, maar het gaan van de weg, dat is waar de zin van ons bestaan te vinden is.
zondag 31 oktober 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten