zaterdag 25 september 2010

OUT OF INTO THE BLUE

Dat er op veel plaatsen op de wereld merkwaardige 'out of place' dieren en mensen worden gezien is nagenoeg bekend.
Over de herkomst kunnen we speculeren, en als we bijvoorbeeld voor't gemak de vele grote katten in Engeland bij de kop nemen, een menagerie die tot de best gedocumenteerde hoort, dan raken we al helemaal de kluts kwijt.
Want geen enkele verklaring, logisch of vergezocht, past op alle sightings.
Natúúrlijk is het mogelijk dat sommigen ooit zijn ontsnapt uit de kooi die een getikte verzamelaar van Gevaarlijk in z'n achtertuin heeft staan.
Natúúrlijk is het waarschijnlijk dat sommigen het verschil niet zien tussen een kat in de verte en een zwarte panter, en poes voor een gevaarlijk roofdier verslijten.
Natúúrlijk is het denkbaar dat in een mistig landschap een koe of een grote hond voor een felien gevaar wordt versleten.
Allemaal mogelijk. Maar in alle gevallen waar?
Nee. Sommige sightings zijn vreemder, ongrijpbaarder en mysterieuzer. Bijvoorbeeld degenen die sporen achterlaten die ergens spontaan ophouden. Alsof de eigenaar rechtstandig de lucht in is gestegen.
Maar niet alleen grote misplaatste katten weten hoe dat moet.

Eind december 1981, lees ik in 'Borderlands' van Fortean Times redacteur Mike Dash, waren vier jongens en een paar honden aan het wandelen in de Hackney Marshes, een natuurgebied niet ver van Londen.
Er lag een dikke laag sneeuw, en sporen van dieren waren dus makkelijk te volgen.
De jongens ontdekten sporen met drie klauwen in de sneeuw, en een van hen dacht dat die van een beer waren.
Terwijl ze de sporen volgden kwam hen een echtpaar van middelbare leeftijd tegemoet die hen vroeg of ze wisten dat er een beer los was. De man wees in de verte en waarschuwde de jongens niet verder te gaan vanwege het gevaar. Toen begonnen de volwassenen sneeuwballen te gooien naar de jongens.
Ongebruikelijk gedrag, zou je kunnen zeggen.
De pubers waren natuurlijk alleen maar geprikkeld om wél verder te gaan, en jawel hoor, op een gegeven moment stonden ze oog in oog met een 'reusachtig groot grommend harig beest' dat op z'n achterpoten stond.
Was het werkelijk een beer? In feite kan het ook iets anders geweest zijn, want een beer heeft geen poten met drie tenen.
Hoe dan ook, de jongens zetten het op een lopen, en meldden het voorval aan het gezag.
De volgende dag zocht de politie 50 hectare natuurgebied af met honden en een helicopter, maar behalve de sporen werd er niks meer gevonden. Wel was het enigszins merkwaardig dat de duidelijke sporen heel plotseling ophielden in the middle of nowhere - en de rest was maagdelijke sneeuw.
Dus werd uitgegaan van een grap. Een grappenmaker belde de politie om te zeggen dat hij in berenpak verantwoordelijk was voor de consternatie. Leuk, Leuk, Leuk.
Maar onmogelijk.
Verhuurbedrijven van berenpakken hadden ze allemaal nog in de rekken hangen, en bovendien gingen die over de schoenen heen, en maakten daarom geen drieklauwige sporen.
En mensen in berepakken verdwijnen niet spoor-loos.
Het vreemdst in deze hele geschiedenis is het echtpaar dat zo mooi aansloot bij de berenpoten en zich zo vreemd gedroeg.

Zo'n echtpaar kwam het leven binnen van een paar jonge mannen die in Amerika een stuk wildernis aan het verkennen waren. Twee dagen al hadden ze geen mens gezien, en er was geen reden om aan te nemen dat dat op korte termijn zou gebeuren. Weinig mensen waagden zich op een regenachtige koude dag zo ver van de bewoonde wereld. Uit balorigheid losten ze een paar schoten.
Ineens stonden daar een man en een vrouw. De vrouw was gekleed alsof ze ging winkelen in plaats van ploeteren door ongebaande natuur. Ook de man zag er 'raar' uit. Hun gedrag was nog vreemder. Op vragen waar ze vandaan kwamen en wat ze naar die plek bracht gaven ze antwoorden die onmogelijk konden kloppen, en de stad waar de beide hikers woonden, een centrum in de regio, scheen hen niets te zeggen.
Het gesprek verliep bizar, en het hele voorval leek te gek voor woorden . Ineens viel het een van de mannen op dat de echtelieden geen spatje modder of nattigheid op hun kleding had, terwijl het al uren regende en mensen die een eind door de natuur sjouwen daar de sporen van dragen.
Ze namen afscheid en het echtpaar liep het pad verder omhoog. De hikers gingen de andere kant op. Toen ze even later nog eens omkeken naar het ongewone stel, waren die al zoveel verder op de heuvel dat ze bijna niet meer te zien waren.
Geen sterveling kon die afstand, tegen de heuvel op, op zulk schoeisel en in dat weer in enkele minuten afleggen. Uitgesloten. Onmogelijk.
Geen sterveling.

Geen opmerkingen: