Chuang Tzu uit: 'Verhalen uit de TAO'
De vlinder fladderde rond zonder besef van de wind die haar vleugels plooide.
Ze vloog van hier naar daar. Ze zwierf tevreden rond met geen ander doel dan deel te zijn van de wind die langs haar vleugels streek.
De kleine vlinder was nog jong. Ooit had ze als rups en pop geleefd in een zware cocon die haar gevangen hield - het leken eeuwen. Geduldig had ze gewacht op het moment dat ze uit haar cel kon breken en haar vleugels kon uitslaan in de vrije lucht.
Nu was het zover!
Af en toe was er nog die herinnering aan een ander leven, een andere bestaansvorm. Een leven dat veel zwaarder leek dan dit leven. Maar gewoonlijk negeerde de vlinder deze donkere dromen en deed gewoon wat vlinders doen: zorgeloos rondvliegen zonder doel of gedachte.
De dag werd nacht en de vlinder keerde terug naar de boom waar ze sliep zolang het donker was. Opeens stopte ze...
De man lag in zijn bed, verward, verloren in gedachten. Het had zo echt geleken, dit mooie vlinderleven. In het vroege morgenlicht lag hij te luisteren naar de geluiden van de ontwakende stad, en zag de rijst voor zich die werd klaargezet voor het ontbijt.
Zijn droom -als het dat was - was zo levendig geweest, zo echt. Hij had zich werkelijk een vlinder gevoeld, en alleen maar vlindergedachten gehad.
Maar nu was hij weer terug in een mensenlichaam, terug in een wereld van oorzaak en gevolg. Wat was de werkelijkheid en wat was de droom? Was hij een gedachtenloze vlinder of een man?
Hoe wist hij zeker dat wat hij nu ervoer geen droom was? Was hij misschien in het echt die vlinder, vrij en één met de natuurlijke wereld van Tao?
Hij glimlachte in het donker. Ach, wat maakte het ook uit of hij een mens was die had gedroomd dat hij een vlinder was, of een vlinder die droomde dat ze een mens was.
Hij wist wat hij wist - en hij wist wat hij niet wist.
Dat was wat hem door de lange dagen en nachten van dit menselijk bestaan heenhielp.
Wat hij ervoer in zijn vlinderleven was er gewoon, net buiten de rand van zijn droom.
Hij lachte bijna hardop. Hij zag de gezichten van zijn leerlingen al voor zich als hij hen uitlegde dat hij niet zeker wist of hij een mens of een vlinder was.
Langzaam stond hij op en strekte zijn armen uit als een vlinder die zijn vleugels spreidt.
De dag begon.
zondag 13 juni 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten