In de PROCEEDINGS uit 1907 van de SPR, de Society for Psychical Research, staat een verslag van een arts die zijn eigen sterven beschrijft.
Een proces dat hij duidelijk overleefd heeft, en bij nader inzien ook meer de aanloop naar het sterven is dan de echte dood. Niettemin een bijzonder verslag dat ik hier gedeeltelijk vertaal en samenvat.
Nadat de zieke vier uur praktisch geen tekenen van leven meer heeft gegeven en de behandelend arts Dr. Raynes een naald diep op verschillende plekken in zijn lichaam heeft gestoken, zonder een respons te krijgen, begint het proces van het sterven aldus:
"Ik verloor, denk ik, het vermogen te denken en zonk weg in bewusteloosheid. Een minuut en duizend jaar zijn in die toestand gelijk. Maar toen kwam het bewustzijn terug en bleek ik nog steeds in mijn lichaam te zijn, hoewel mijn lichaam en ik geen enkel gemeenschappelijk belang meer schenen te hebben. Ik keek naar mezelf met verbazing en vreugde - naar MIJ, mijn echte IK, terwijl het niet-mij zich scheen af te sluiten als een woning van klei.
Met alle interesse van een arts nam ik de wonderen waar van mijn lichamelijke anatomie, en mijn verbondenheid als levende ziel met de weefsels die mij omhulden.
Ik realiseerde me mijn toestand en redeneerde kalm dat ik weliswaar was gestorven maar dat ik nog steeds een levend mens was.
Van een afstand sloeg ik het interessante proces gade van de scheiding tussen ziel en lichaam dat nu geleidelijk plaatsvond. Mijn IK scheen heen en weer te worden bewogen als een wieg die schommelt, en in dat proces werd de connectie met het stoffelijk lichaam verbroken. Toen die beweging ophield scheen het alsof te beginnen met m'n tenen en voeten ontelbare koordjes knapten, een proces wat ik niet alleen voelde maar ook hoorde.
Mijn leven scheen zich uit m'n voeten terug te trekken naar omhoog, zoals een rubberen koord korter wordt. Uiteindelijk was mijn hele 'zelf' samengetrokken in mijn hoofd, en ik dacht : "nu ben ik alleen nog hoofd en zal ik snel vrij zijn."
Uiteindelijk zocht ik een weg langs mijn hersenen en kwam tevoorschijn uit het centrum van m'n schedel, alsof ik een soort gekleurde kwal was die zich in elke vorm kon manifesteren.
Toen ik tevoorschijn kwam uit mijn hoofd zweefde ik omhoog als een zeepbel die nog vastzit aan een blaaspijpje, maar kort daarna brak ik los van mijn lichaam en viel ik licht op de vloer, waar ik langzaam omhoogkwam en de vorm aannam van een man. Ik scheen doorzichtig, blauwachtig en totaal naakt.
Ik vluchtte naar de gedeeltelijk geopende deur met een pijnlijk gevoel van schaamte, maar niemand scheen mij te zien, en ook toen ik de arm aanraakte van een man die in de deuropening stond, zag ik aan zijn gezicht dat hij mij niet gewaar werd.
Plotseling zag ik een dun koord, als een spinnedraad dat mij aan mijn schouders verbond met mijn lichaam, aan de basis van de nek.
Dat verklaarde waarom ik nog met mijn lichamelijke ogen leek te zien. Ik wandelde de straat op.
Maar toen verscheen er een donkere wolk op de hoogte van mijn gezicht. Ik wist dat ik niet verder kon en gestopt zou worden. Toen de wolk dichterbij kwam raakte ik de macht over mijn denken kwijt. Mijn handen voelden machteloos en ik viel naar voren. Toen de wolk m'n gezicht raakte wist ik niets meer.
Even later opende ik m'n ogen. Ik keek naar m'n handen en realiseerde me dat ik terug was in m'n stoffelijke lichaam. Verbaasd en teleurgesteld riep ik uit: "wat in de wereld is er met me gebeurd? Moet ik nog een keer sterven?...."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten