zondag 17 april 2011

RAISING THE DEAD

Mijn verstand staat stil. Tijdens het lezen van het boek 'Raising the Dead' van de Amerikaanse cardioloog Chauncey W.Crandall zullen meer mensen zo'n tijdelijke stilstand ondergaan.
Ik ben Spiritualist.
Niet zo'n hele goeie, want twijfel is deel van mijn pakket.
Niettemin: ik geloof in leven na de dood op een manier die cardioloog Crandall als influisteringen van de duvel zou duiden.
Crandall is namelijk een 'Born Again' Christen.
En met Christenen van dat speciale merk valt niet te discussiëren. Desondanks zeg ik tegen iedereen die voer zoekt voor geloof en voor twijfel: lees 'Raising the Dead'.

De vraag "What's going on?" bespringt ieder normaal denkend mens van iedere bladzijde van dit merkwaardige boek, zo rijkelijk gelardeerd met wonderen. Ik geloof niet in Jezus zoals Crandall dat doet, maar ik geloof in Crandall, en in de waarheid van zijn wonderen. Hij mag een fanaat zijn, maar hij is geen leugenaar. In zijn wereld weet hij wonderen te bewerken.
Of die wonderen van God komen laten we in het midden.

Neem nu het geval van de op internet te horen en te lezen Jeff Markin, een 50 jarige man die in het ziekenhuis een hartstilstand krijgt, en ondanks alle noodmaatregelen, shocks, injecties, toedienen van God weet wat overlijdt hij. Crandall is in een ander deel van het ziekenhuis bezig en kan niet weg. Als hij uiteindelijk verschijnt is de man overduidelijk dood, z'n vingers en tenen zijn al blauw aan het worden. De life support wordt verwijderd en Markin wordt klaargemaakt voor het mortuarium. Crandall maakt zijn rapport op, maar als hij de ruimte wil verlaten krijgt hij een oproep van God om te bidden voor Markin. Hij negeert het 'bevel' , maar zo makkelijk komt hij er niet vanaf. God dringt aan. Hij bidt, met enige schaamte, want dit speelt aan het begin van Crandalls carriére move waarin hij moderne medicijnen met gebed combineert. Maar bidden voor een dode, nou ja. Hij kent de man niet eens. Die is intussen 40 minuten dood.
God spreekt opnieuw, en beveelt Crandall om de dode Markin opnieuw een schok te geven.
Nou ja. Te belachelijk voor woorden.
Maar Crandall krijgt een ER technicus zo gek om het te doen, om Crandall te plezieren, niet om de dode tot leven te wekken. Boem. Het ECG komt tot leven. En daarmee Markin. Perfecte hartslag. Crandall is verbijsterd, en het personeel nog meer. De dienstdoende verpleegkundige gilt van ontzetting, en denkt dat er door de biddende dokter zojuist een Frankenstein is gecreërd. Nu is het afwachten. De verpleging speculeert dat de man als plant z'n bestaan zal uitzitten: de bekende voorspelling die erom vraagt gelogenstraft te worden.

Dat gebeurt.
Na zijn vrije weekend verwacht Crandall patiënt Markin bewusteloos aan te treffen, maar de man zit rechtop in bed, volkomen aanspreekbaar en normaal. Hij heeft van alles meegemaakt en geeft aan dat hij 'teleurgesteld' is. We begrijpen al waar het heen gaat: hij heeft wel een ervaring gehad maar geen goeie. In dit geval kunnen we niet eens meer spreken van een Bijna Dood Ervaring, want de man was onweerlegbaar helemaal dood.
En in die dode toestand was hij opgesloten in een kist en z'n familie was in geen velden of wegen te bekennen. Nee, hij werd zelfs op de stort gegooid.
Vanuit de bijbel kan Crandall dat beeld verklaren. Hij hoort dat Markin een ongelovige is die zijn gezin in de steek heeft gelaten toen zijn vrouw 'Jezus vond' . Hij hield het voor gezien, zoveel Jezus was aan hem niet besteed. Maar nu lag het anders. Onder Crandalls bezielende leiding bekeert Markin zich tot de Heer. Het komt, als in een sprookje, goed met hem en zijn vrouw en kinderen, die natuurlijk altijd voor pa zijn blijven bidden. God kan niet meer stuk.
Sindsdien is het verhaal van Jeff Markin de wereld overgegaan, als bewijs van Gods onmiddellijk ingrijpen, als wij maar bidden, en medische handgrepen op het juiste moment verrichten. Een conferentie van Christelijk dokters wordt geslagen met de Geest, en iedereen begint God te prijzen.
Prachtig. Wat kun je ertegen hebben?
Wat ik er vooral tegen heb is de exclusiviteit. Crandall realiseert zich niet, of schuift het in het compartiment van de Boze, dat in andere geloven zulke verschijnselen ook gebeuren. Dat God zich niet alleen via Christus manifesteert, maar ook via andere wereldleraren. Dat het om één Waarheid gaat, die gebaat is bij verscheidenheid. Want als je gelooft dat God ingrijpt in mensenlevens, dan zul je ook moeten geloven dat hij dat op veel manieren doet, en dat jouw prachtige geloof toevallig het jouwe is omdat je in een bepaald nest bent geboren, en niet in een ander, even waardevol nest, aan de andere kant van de wereld.

Evengoed: fascinerend. Het gebeurt toch maar. Wat ik me wel afvraag bij Crandall: hoe reageert hij op Bijna Dood Ervaringen die hij als cardioloog tegenkomt?
Vooral als ze niet sporen met zijn beperkte beeld van de hemel?
Wat dan?

maandag 4 april 2011

DANCING DOLL

Veel mensen ervaren dat een OUIJA bord dingen doet die niet binnen de fysieke mogelijkheden van een stuk hout of plastic liggen. Anderen hebben tafels zien hupsen, ook al iets wat ik niet hoop mee te maken als ik achter m'n keyboard zit. Dus waarom zouden andere levenloze dingen ook niet in beweging komen? Poppen bijvoorbeeld? In FATE van 1996 staat een artikel van parapsycholoog Loyd Auerbach, waarin hij vertelt over een ervaring die hem ter ore kwam. Een zekere Les Hall uit Montana claimde dat hij in staat was om papieren poppen te laten dansen, uit zichzelf en op eigen houtje. Daarbij had hij muziek nodig, want dansen zonder muziek is zelfs voor poppen een lastige kwestie. De demonstratie vond plaats in een huiskamer van de broers die contact hadden opgenomen met Auerbach. Les had een doos bij zich waaruit een kartonnen pop tevoorschijn kwam, die aan beide zijden geverfd was, en er verder uitzag zoals eenvoudige trekpoppen eruitzien: met splitpennen waar bij mensen gewrichten zitten. De pop was een cm of 30 groot. Les zette hem midden op de tafel en hield hem vast terwijl de muziek werd aangezet. Even later begon de pop te dansen. Les verwijderde zich een paar meter van de tafel. De fragile kartonconstructie bleef dansen, maar viel in elkaar toen de muziek afgelopen was. Les bezat meerdere poppen die hij zelf in elkaar zette. Sommige poppen waren meer dan een meter groot. Hoe groter de pop, hoe verder Les er vanaf kon gaan zitten. Dat alles speelde jaren geleden, maar Auerbach kreeg van meerdere mensen verhalen over deze Les Hall, met eendere herinneringsverhalen. Een van hen herinnerde zich dat een pop bleef dansen ook toen Les de kamer had verlaten. Het enige wat er nodig was, was een harde ondergrond. Op een tapijt of tafelkleed wilde het niet lukken. Muziek was ook absoluut een voorwaarde. Auerbach evalueert de mogelijkheden voor een verklaring. Niemand dan de getuigen is erbij geweest, en Less Hall is allang dood. Was het trucage? Had Les ergens iemand die de draadjes onzichtbaar bediende? Niet waarschijnlijk; hij was alleen, en kon zo'n mechaniek niet tevoren ongezien aanbrengen. Mechanische poppen? De getuigen hadden daar nooit iets van gezien of gehoord. Telekinese? Mogelijk, maar onbewijsbaar. Het verhaal doet mij denken aan dat stukje uit Het Toekomstig Leven wat ik in februari 2010 op m'n blog zette: de dansende zakdoek. De omstandigheden waren ongeveer gelijk. Uit de literatuur van de parapsychologie weten we dat voorwerpen 'bezield' kunnen raken en zich merkwaardig kunnen gaan gedragen. Waarom dan geen zakdoek? Of, zoals in dit geval, een pop? Hou je eigendommen in de gaten, ze kunnen verrassend uit hun rol vallen.

AGHORI

Het Hindoeïsme kent vele variaties, zoals iedere godsdienst. Zoveel goden en gebruiken en zoveel mystiek, dat kan niet anders dan leiden tot extreme praktijken die wij als Westerlingen moeilijk kunnen begrijpen. Zo zijn er de Aghori, leden van een sekte die tamelijk extreem is en al haat kaarten op de god Shiva zet.
Voor de Aghori is Shiva verantwoordelijk voor alles in het universum, en is iedere steen, dier, boom of gedachte een uitdrukking van Shiva, en dus perfect. Die perfectie ontkennen betekent de heiligheid van het leven ondermijnen, en de goden schaden.

De Aghori ontstonden in de 14de eeuw. Veel Hindoes veroordelen de sekte vanwege hun extreme praktijken die elders taboe zijn. Aghori leren dat ieder kind geboren wordt zonder onderscheid te maken tussen goed en kwaad, leven een dood, schoon en vuil, donker en licht. Pas gaandeweg, door opvoeding en ervaring, leert het kind te kiezen voor de meest gebruikelijke opvattingen. Omdat de Aghori alles accepteren als een volmaakte uitdrukkingwijze van Shiva, maken zij dat onderscheid niet. Daarin overschrijden ze grenzen die de meeste mensen maagpijn bezorgen. Dode lichamen zijn geen taboe voor hen, en kannibalisme komt voor. Vaak leven Aghori op crematieplaatsen waar ze dicht bij de dood zijn. Het verkennen van de grenzen van geest en materie is voor velen een doel op zich. Voor de Aghori is energie en stof één en hetzelfde, niet alleen als filosofisch of natuurkundig concept, maar in de praktijk van hun leven.

Swami Rama, een Yogi die een boek - Tussen wijzen en dwazen - schreef over zijn eigen leven en zijn ontmoetingen met andere yogi's, vertelt van zijn ontmoeting met een aghori. Hij heeft op zijn tochten van de man gehoord en wil hem opzoeken, maar de aghori staat slecht bekend en het valt niet mee een gids te vinden die de weg weet. Uiteindelijk is een pandit - een plaatselijke geletterde man - bereid hem te begeleiden, maar hij waarschuwt Rama voor de vuiligheid van de aghori en voor zijn onbehouwen gedrag. Vlak voor zonsondergang vinden de twee mannen de aghori zittend tussen zijn grot en de Ganges.

Hij is 75 jaar is en bijna twee meter lang; een indrukwekkende figuur met een lange baard, gekleed in alleen een jute lendendoek. De pandit wil meteen vertrekken, maar hij wordt er opuit gestuurd om water uit de Ganges te halen. Als hij terugkomt met het water krijgt hij een hakmes in z'n handen geduwd: "Er drijft een lijk in de rivier. Haal het aan land, en brengen me een paar pond van het dijbeen en kuitspierenvlees."

De pandit reageert bang en geschrokken, maar de aghori dreigt hem dat als hij niet doet wat hem wordt opgedragen, hij zelf door de aghori in mootjes gehakt zal worden. Hij gaat op weg, en keert terug met het vlees. Bij het snijden heeft hij in de zenuwen zijn eigen vingers opgehaald en die bloeden hevig. De Aghori raakt ze terloops aan, en de wonden dichten zich, zonder een litteken achter te laten. De pandit doet het vlees in een pot, en dan belijden Rama en de pandit dat ze vegetariërs zijn en niet van het vlees zullen eten. "Wat dachten jullie", zegt de aghori, "dat ik wel vlees eet?" Na tien minuten moet de pandit de pot met vlees gaan halen. "Ik denk niet dat ik het overleef", fluistert de pandit. "Ik kan beter zelfmoord plegen". De agori, die intussen drie kommen heeft gehaald, zegt de pandit het eten te serveren. Als de deksel van de pot gaat blijkt er het heerlijkste eten in te zitten, een mengsel dat rasguli heet, gemaakt van kaas en suiker, en het lievelingsgerecht van veel Indiërs. Puur vegetarisch, geen vlees te bekennen. En de smaak - als de beste Raguli die ze ooit hebben geproefd. De resten krijgt de pandit mee om onder de dorpelingen te verdelen. Rama blijft bij de aghori omdat hij meer wil weten over diens vermogen materie te veranderen. Die legt hem uit dat een lijk niets meer is dan stof, en dus gegeten kan worden als ieder ander vlees. Hij beschrijft zichzelf als een wetenschapper die de wetten beproeft van materie en energie, en de onderliggende principes wil ontdekken. Door zelf de 'vorm' van dingen te veranderen maakt hij slechts gebruik van de wetten van Moeder natuur.

Al dertien jaar leeft de aghori in zijn grot, en zijn reputatie voorkomt dat mensen hem opzoeken. Voor zijn levensonderhoud heeft hij niemand nodig, de stenen transformeert hij in voedsel. Rama schrijft: "De volgende morgen voerde hij een hele reeks van dergelijk transformaties voor me uit. Hij zei me het zand aan te raken, en het veranderde door zijn toedoen in amandelen en cashewnoten.

Ik had eerder van deze wetenschap gehoord en kende haar grondbeginselen, maar ik had de verhalen erover nauwelijks geloofd." De aghori zegt: "De wet die over materie en energie gaat is steeds dezelfde. Het universele principe onder alle verschijnselen is nog altijd onbekend bij moderne wetenschappers, maar het is beschreven in de Vedanta en wetenschappers uit de oudheid wisten ervan." De aghori, schrijft Rama, leefde nog 21 jaar in zijn grot zonder een mens te zien. Wie zal zeggen welke geheimen hij in die jaren ontdekte.

AANGEVLOGEN



Hoewel er in alle godsdiensten zo nu en dan vreemde en onverklaarbare dingen gebeuren, spant de Rooms Katholieke kerk vermoedelijk de kroon. Daar zijn de mirakelen niet van de lucht, en als je denkt dat je alles wel een keer gelezen hebt, blijkt het altijd nóg gekker te kunnen. Maar dat is nou net zo leuk van dat geloof; heiligheid en feilbare menselijkheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

In FATE van mei 2002 vond ik een lang artikel over een minder bekend verschijnsel: zichzelf apporterende schilderijen van Maria. Het kleine stadje van Cava dei Tirreni hangt aan een stijle berghelling bij Italië's Amalfi kust. Hoog op de berg bevindt zich de kerk van Santissima Trinita, en in die kerk hangt een schilderij uit een andere wereld. De historie van het kunstwerk begint in de 11 de eeuw, als plaatselijke schaapherders het schilderij van een vrouw hangend aan de takken van een iep vinden. Denkend dat het vast een portret van Maria moest zijn, namen ze het mee naar de dichtsbijzijnde abdij. Maarblijkbaar zag het doek het niet zitten, en het verdween weer, om opnieuw aangetroffen te worden in de iep. Lokale prelaten beslisten dat de wensen van Maria gehonoreerd dienden te worden, dus bouwden ze een kleine tempel, die in 1400 door Franciscus van Paola werd vervangen door de huidige schrijn.

Zo'n 30 kilometer verderop, in Carpignano, werd in de 12de eeuw een ander schilderstuk van Maria door herders gevonden op een heuvel. De Madonna van Carpignano ◄ verwierf naam en faam, en er werd een kerk gebouwd op de plek waar ze was gevonden. Oorlogen en aardbevingen brachten schade aan de omgeving en de kerk, maar het schilderij bleef ongeschonden. Na de Middeleeuwen hielden de miraculeuze verschijningen in Italië van Madonna-schilderijen op, maar niet de wonderen.

Zo heeft bijvoorbeeld de Madonna dell'Arco, in een kerk in de omgeving van Napels al 400 jaar wonderen voortgebracht.

Het eerste wonder was wel een heel vreemde geschiedenis. In 1589 wilde een vrouw uit een naburig dorp Maria een kadootje brengen: een big. Het beest zag dat niet zo zitten, en worstelde zich uit de armen van de aanbiddende vrouw. Die had een kort lontje, greep Maria van de wand en koelde haar woede op het schilderij. Maria nam wraak. Precies een jaar later, in 1590, vielen de voeten van de vrouw van haar benen. Hoe we ons dat moeten voorstellen weet ik ook niet, maar de voeten hangen nu in gemummificeerde toestand in de winkel van de kerk. Het katholieke geloof is vol verrassingen, en lugubere details hebben de verering van heiligen nooit in het minst in de weg gezeten. De wraak van Maria leverde haar een plaats op van kostbaar marmer en hout op het altaar.

Het wonder wordt nog steeds gevierd met een processie op tweede paasdag. Kan ik me iets bij voorstellen; zo'n Maria kun je maar beter te vriend houden. Intussen deed ze ook een hoop mooie wonderen, waarvan de vele 'ex voti', dankbaarheidsbordjes en in zilver gesmede afbeeldingen van genezen lichaamsdelen getuigen.

Deze Maria heeft nog een ander ongewoon kenmerk: op veel foto's die er van haar genomen worden verschijnt ze met een zwarte baard. Miraculeuze verschijningen en verdwijningen bleven ook in later eeuwen opzien baren. Beelden schenen geapporteerd te worden, en soms verscheen Maria in eigen persoon om haar icoon aan een herder te geven. Want herders en het Christelijk geloof zijn sinds die ene winternacht in het jaar 0 onlosmakelijk met elkaar verbonden. In 1294 verscheen zelfs 'Maria's huis' op een heuvel in de stad Loreto, alwaar het heengevlogen was door Engelen vanuit Nazareth. In de Renaissance werd dat huis en het wonder vereerd door Galileo, en er werd een mooie kerk omheen gebouwd.

De oorsprong van het huis ligt waarschijnlijk bij de Tempelieren, en niet bij de engelen, maar wie zal het zeggen. Hoewel Maria ophield met afbeeldingen van zichzelf te materialiseren, ontstond er in de 18de en 19de eeuw een ander fenomeen dat voor spiritualisten dan weer interessant is: geesten lieten hun sporen na op perkament en kleding.

Aan de Tiber, richting Vaticaan ligt het Museum van het Vagevuur. Toen er in 1897 brand uitbrak in een kerk in de buurt, werd er een gezicht in de vlammen gezien. De brand werd geblust, maar het gezicht leek ingebrand in de muur van de Mariakapel.

De pastoor, padre Victor Janet zag hier wel een kans, en verkondigde dat dit een ziel was waarvoor gebeden moest worden en missen opgedragen. Vervolgens ging hij op zoek naar meer van zulke gevallen in Italië en elders, en hij vond ze, meer dan hij verwachtte.

En zo werd dit museumpje het onderkomen van textiel met verbrande vingers, boeken met een brandhand, en meer van zulke voorwerpen, vaak ontstaan na een verschijning aan een familielid, met de vraag om veel te bidden en nog meer missen op te dragen, om verlost te worden uit het vagevuur. O jee. De meest opmerkelijke geest was die van een Italiaanse priester die in het klooster van St. Leonardo in Montefalco verscheen om te verzoeken om missen, waarvoor hij zelfs betaalde Tussen augustus en november 1919 liet de beleefde ziel 30 bankbiljetten van 10 lire achter voor de dienstdoende priesters.

Niet verbrand.