zondag 31 oktober 2010

BARRABOY

Bron: Site van Jim Tucker

Cameron Macaulay was 2 jaar toen hij voor het eerst begon te praten over zijn vorige leven. Cameron, geboren in 2000, woonde destijds met zijn moeder Norma en een broertje in Glasgow.
Cameron begon te praten over zijn leven op Barra, een klein eiland ten westen van Schotland, deel van de Outer Hebrides en vanuit het vasteland alleen per vliegtuig of door een lange boottocht te bereiken. Cameron was van z'n weinige levensdagen nooit op Barra geweest en ook de familie had daar geen connecties. "I'm a Barraboy" zei Cameron. En hij vertelde zijn verbijsterde moeder over het eiland, het huis waar hij gewoond had, zijn 'andere' ouders, en alle details van zijn leven aan de zee. Ook wist hij de naam van de familie, Robertson, maar niet zijn eigen voornaam. Ook herinnerde hij zich niet zijn eigen dood, maar wel die van zijn vader Shane.
Hoewel Norma nauwelijks ooit van reïncarnatie had gehoord, was ze er wel van overtuigd dat het hier niet ging om een kinderfantasie. Waar moest de in Glasgow opgroeiende jongen het ook vandaan halen?
Norma besloot een deskundige te raadplegen, een psycholoog, die toevallig vond dat paranormale verschijnselen niet bestaan. Het zou wel aan de televisie liggen, dacht hij. Daar schoot Norma, die zeker wist wat haar peuter op de TV zag, niet mee op. Een vervolgens in de arm genomen kinderpsycholoog vond het merkwaardig, maar wist er verder ook geen naam aan te geven.
Met het ouder worden werd Cameron steeds onrustiger. Hij begon hevig naar zijn vorige moeder te verlangen, en wilde met alle geweld naar het eiland om zijn familie en alles wat hem dierbaar was terug te zien. Maar gezien de afstand en de kosten was dat niet zo eenvoudig te verwezenlijken.
Gelukkig werd Norma op het spoor gezet van Jim Tucker, een Amerikaanse onderzoeker van reïncarnatieherinneringen bij kinderen aan de universiteit van Virginia, van waaruit ook pionier Prof. Ian Stevenson 40 jaar lang onderzoek deed. Tucker had natuurlijk meteen interesse, wetend dat Cameron één van de duizenden kinderen is die zulke herinneringen heeft. Hij vloog naar Edinburgh en vandaar met Norma en Cameron naar Barra. Cameron was enorm opgewonden.
Hij herkende delen van het eiland, en het huis werd gevonden.
Hoewel het huis sinds de 60er jaren, de tijd dat Cameron op het eiland had geleefd, ingrijpend verbouwd was, waren er toch nog veel herkenningspunten in en om het huis precies zoals Cameron ze beschreven had. Cameron had verwacht dat zijn Barra-moeder hem tegemoet zou komen, maar de familie leefde helaas niet meer.

Na het bezoek aan het eiland was Cameron gelukkiger. Hij wist nu dat niemand meer aan de waarheid van zijn verhalen twijfelde.

BROEDER ZON

Het Braziliaanse medium Divaldo Franco schrijft automatisch geïnspireerde boeken, en op die manier zijn er al enkele honderden uit zijn pen gevloeid, gedicteerd door bewoners van de geestenwereld.
Divaldo Franco mag hier dan geen naam hebben, in Brazilië is hij een begrip. Terecht.
In The Spiritist Magazine vond ik een bijzonder 'gepsychografeerd' (automatisch geschreven) stuk, door de geest van Joanna De Angelis, de gids van Divaldo, aan hem doorgegeven. Het is een bede aan Franciscus, vanuit de achtergrond van Franciscus'Zonnelied.
Laten we bij het lezen niet vergeten dat Brazilië een land is met grote tegenstellingen tussen arm en rijk en een enorme sociale- en drugsproble- matiek. Een gedeelde van de tekst vertaal ik hier zo goed mogelijk.


"Oh! Zingende broeder van hen die wanhopig zijn en vergeten!
De moderne wereld heeft je dringend nodig, trijk als hij is aan vluchtige glorie maar arm aan gevoel, trots op zijn snelle overwinningen maar voorbijgaand aan de rampen onder hen die arm zijn en hongerig en uitgesloten van de maatschappij, levend in de nacht van angst en onzekerheid.
Nooit is er zoveel behoefte geweest aan liefde als in deze tijd; je znag zal het leed verzachten op deze lijdende aarde.
Kom terug, broeder Franciscus, om de schepselen opnieuw te verenigen zoals je dat in het verleden hebt gedaan, en ze naar Jezus te lijden.
Roep je broeders Leo, Rufino en Angelo en met hen de anderen die jouw wereld bevolkten. 800 jaar hebbeb we naar je geluisterd maar weinigen hebben de moed gehad in je voetstappen te treden.
Je broeders zijn opnieuw op aarde, verward, eenzaam, wachtend je stem die ze zo goed kennen opnieuw te horen, want ze kunnen je niet vergeten.
Je dierbaar Assisi is buiten zijn muren gegroeid en iedere ziel verlangt er burger te mogen zijn.
Er is muziek in de lucht, stilte in de harten en tranen in de ogen van bijna alle schepselen in deze dagen van onzekerheid en somber voorgevoel. Daarom wachten we gespennen op je komst.....
Kom terug, alsjeblieft, gelukkige broeder, zodat er weer liefde zal zijn en zegeningen op de Schepping neer zullen dalen.
De blauwe lucht die je overkoepelde en de groene velden met de geur van lavendel waar je gewonde voeten gingen, blijft op je wachten.
Er zijn menigten mensen die komen om je te zoeken als toerist, met veel lawaai en vrolijkheid, maar onverschillig voor je oproep. Zij volgen je niet.
Daarom: zing opnieuw je simpele gebed, dat wat je ons schonk in die gedenkwaardige dagen, en als er wanhoop is, laat er dan vrede en hoop ontstaan.
Moge het individu in het gezicht van de dood zich verheugen over de opstanding, want het is door te sterven dat we eeuwig kunnen leven.
Broeder Zon, de grote morele duisternis van deze tijd wacht ongeduldig op je! "

DE WEG EN HET DOEL

Wij mensen zijn op zoek naar een doel. Een plek, een geloof, een overtuiging of een levensvulling die ons het gevoel geeft dat er zin zit in ons bestaan. Zolang wij dat niet hebben gevonden voelen we ons doelloos.
Mensen zitten zo in elkaar, daar is niets aan te doen.
Mystici noemen ons zoeken 'heimwee naar het paradijs'; een soort onberedeneerd verlangen naar iets wat we ooit verloren hebben.
Er zit in onze ziel dat vonkje goddelijkheid dat ons voortdrijft op zoek naar een echte, blijvende, alles verterende eindbestemming.
Menige godsdienst plaatst die bestemming na onze dood, en veroordeelt consequent het aardse bestaan als een surrogaat of een begoocheling.
Wij Spiritualisten zien het leven na de dood als een voortzetting van iets wat er altijd is, voor, tijdens en na dit leven.
Maar toch zijn ook wij op zoek. Wij zoeken ultieme bewijzen. Dat doel wordt nooit gehaald. Geen enkel medium kan ons die felbegeerde zekerheid geven. Even misschien, maar nooit voor goed. Nooit voor nu en altijd.
Dat komt omdat 'zekerheid' de twijfel niet wegneemt. Het verlangen blijft. Behalve als we werkelijk iets ervaren hebben dat ons in contact heeft gebracht met het mysterie van ons leven: een bijna dood ervaring, of een mystieke ervaring, of een openbaring die sommige mensen 'verlichting' noemen. Dan 'weten' we, en daar brengt niemand ons vanaf.

Mensen die een berg beklimmen zijn op weg naar hun doel: de top.
Wie zich begeeft op bedevaart is op weg naar een doel: het heiligdom of de plaats die het middelpunt is van zijn religie; de plek waar zijn geloof gestalte krijgt.
Monniken die hun leven op één plaats slijten zijn op weg naar hun doel: God, of Verlichting, wetend dat er, net als bij bergtoppen, steeds weer een doel achter het doel ligt.
Biedt een bergbeklimmer of pelgrimsrouteloper een helicopter aan om hem makkelijk op z'n bestemming te droppen, en hij zou kiezen voor de weg erheen, de inspanningen, de ontberingen, en de hoogtepunten van zijn tocht. Hoe moeilijker de weg, hoe groter de overwinning als het doel gehaald is.

Heilig of profaan: we ondernemen een tocht met het oog op een doel. Zonder vooropgezet doel kunnen we net zo goed thuisblijven, lichamelijk of geestelijk. Maar zonder weg zou het doel geen doel meer zijn, dan was het gewoon een plaats in de wereld, of een toestand van de geest.
Maar, afhankelijk van wat ons doel is geweest, kan er een anticlimax volgen. Een gevoel van triomf, maar ook van leegte. Wat nu? Is dit het nou? Wat wordt de volgende uitdaging? Is er nog een hoger doel dan dit?
De top is bereikt, de ervaring die ons zo het gevoel gaf te 'leven' is voorbij. Er is voldoening - maar ook melancholie: En ook de zekerheid dat we opnieuw een doel moeten vinden om ons leven zin te geven.

Het gáát dus, vreemd genoeg, uiteindelijk om die weg naar het doel, en niet om het doel zelf.
In een documentaire over 'El Camino' , de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella in noord Spanje, bleek ook weer hoe belangrijk die weg is voor wie hem gaan, en hoe relatief onbelangrijk de aankomst. Het is mooi dat je't gehaald hebt, maar die tocht is waar het om gaat. Het doel is slechts een markering. Ver weg gaan om dichter bij jezelf te komen, vertaalde de reporter.
Soms komt de weg achteraf. Mensen die een BDE hebben meegemaakt of als de bliksem zijn getroffen door een mystieke ervaring, gooien hun leven om en gaan hun ster achterna. Zij zoeken hun weg aan de hand van wat ze ervaren hebben. Het 'inzicht' laat hen niet los, en ze zoeken zich een weg erheen, met moeite en vallen en opstaan, maar wetend dat er een doel is, een eind- of misschien een beginpunt.

Tijdens het gaan van die weg veranderen we. De bergbeklimmer wordt teruggeworpen op zichzelf en ontstijgt zijn normale zorgen, de bedevaartganger komt zichzelf tegen in anderen die dezelfde tocht ondernemen, en helpt de achterblijvers. De mysticus en de zoeker ervaart het goddelijke in een enkele glimp van wat er achter de dingen ligt, en dat is genoeg. Een creatief proces houdt ons bezig en gaat soms onverwachte kanten uit die ons andere inzichten geven.
Hoe het ook zij, we zijn er nooit.
Wat ons doel ook is, de weg moet worden afgelegd en dáár ligt waar het uiteindelijk om gaat: de kleine vaak onopvallende wonderen, de kansen, de scheppingsmomenten.
Volgens sommige tradities schept God de wereld ieder moment opnieuw, en is het werk nooit af.
Zo is het ook met ons leven. Het doel is een ijkpunt, maar het gaan van de weg, dat is waar de zin van ons bestaan te vinden is.

DE LUCHT IN

Het meest veelzijdige medium dat er waarschijnlijk ooit is geweest, en het best gedocumenteerde, was Daniel Dunglas Home, wiens komst naar Nederland in 1853 ons land voor het Spiritualisme won.
Home vertoonde zijn buitengewone gaven bij daglicht en in aanwezigheid van ontelbare kritische wetenschappers.
Een van de meest geruchtmakende gaven was zijn vermogen te leviteren. En dat niet alleen, maar eenmaal vloog hij in horizontale toestand het raam uit om door een ander raam weer binnen te vliegen, onder het oog van vele verbijsterde toeschouwers.
Levitatie is minder uniek dan we misschien denken, en er zijn vele voorbeelden van leviterende heiligen, yogi's en gewone mensen die opstijgen tegen wil en dank.
Hieronder een verhaal dat minder bekend is, maar desondanks historisch.

Reynard Beck was een boer die leefde in Dexter, Missouri. Een doodgewone Amerikaan, niks bijzonders.
Hij en zijn oudere broer Samuel onderhielden de kleine boerderij en zorgden voor hun moeder na de dood van hun vader.
Het leven was niet makkelijk, en ze hadden moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
Op een morgen in 1884 werd Reynard wakker met in z'n neus de geur van het ontbijt dat z'n moeder aan het maken was. Hij ging overeind zitten maar toen hij opstond bevond de 100 kilo zware Reynard zich op weg naar het plafond. Omdat hij daar liever niet wilde blijven duwde hij zich af met z'n voeten, greep het hoofdeinde van het ledikant en wist met zijn voeten omlaag en in z'n armen een zware stoel de grond te bereiken.
Boeren zijn niet voor één gat te vangen. Omdat Reynard vermoedde dat dit het werk van de duivel was, zag hij om naar een methode om de zwaartekracht in ere te herstellen, en dat lukte met behulp van een leren riem waarin gewichten zaten; net genoeg om de man op aarde te houden.
Hij zei niets over het voorval tegen zijn moeder en broer.
Maar toen hij die avond de riem afdeed en met hetzelfde gemak omhoogsteeg, kwam zijn broer binnen.
Die dacht aan een trucje, maar toen dat niet het geval bleek te zijn dacht hij aan geld.
Samuel overtuigde hun moeder dat Reynards zweverigheid een onverwachte meevaller was, en dat ze er een act van konden maken.
En zo gingen de broers op pad om hun geluk te beproeven als "The Floating Wonder".

Dat had succes. Duizenden mensen kwamen kijken, en anderen probeerden het talent van Reynard aan bedrog toe te schrijven. Maar 6 jaar lang zweefde Reynard gracieus naar de nok van hun tent en klom dan weer naar beneden. De zaken gingen in die jaren voorspoedig, en de Beck brothers verzamelden een kapitaal van meer dan een miljoen dollar. Toen, in 1890, kondigden ze aan dat ze terug zouden gaan naar hun farm in Dexter.
Een verklaring werd gezocht voor dit plotselinge besluit, en het gerucht ging dat Reynard zijn vermogen om te vliegen was kwijtgeraakt, hoewel daar geen bewijs voor was.
Reynard was niet meer dezelfde. Hij was zwaarmoedig en trok zich van iedereen terug..
In September 1890 kreeg de pers er lucht van dat de wonderman was verdwenen. Moeder en broer werden huilend aangetroffen: Reynard was al drie dagen spoorloos. De gewichtige riem was gevonden in een veld in de buurt. Had hij zijn riem afgedaan en was hij opgestegen, de hemel tegemoet?
Het lijkt erop, maar zeker zullen we het nooit weten.

DE BOOM IN

Bron: Fortean Times 63

Michael Balama, een 45 jaar oude boer en vader van 9 kinderen uit het dorp Mhwell in Nigeria, had in 1987 ruzie met een van zijn 2 vrouwen. In woede beklom hij een boom en bleef daar de volgende 5 jaar zitten. Een keer viel hij eruit. Zijn vrouwen voedden hem door maaltijden op de lagere takken achter te laten. In 1992 kwam hij naar beneden, maakte opnieuw ruzie maar nu met de andere vrouw, en verliet beide.
Na een zoekactie werd hij in een olijfboom aangetroffen, op een heuvel een kilometer van zijn huis.
Geesten beletten hem naar beneden te komen, zei hij.
Werk aan de winkel voor de plaatselijke witchdocter, die de geesten met bloedoffers hoopte te kalmeren.
Of dat intussen gelukt is vermeldt het bericht niet.

Deze Nigeriaanse vogelman vond een waardig collega in Mr. Bungkas, een man op Madura, Indonesië, die in 1992 al 22 jaar in de boom zat. In 1970 klom hij, na de dood van zijn vrouw, naar boven. Van bladeren en takken maakte hij een comfortabel nest 15 m. boven de grond. De boom ging intussen door met groeien, zodat Mr. Bunkas steeds hoger kwam te zitten. Drie keer per dag hijst zijn familie voedsel omhoog in een emmer, en ook een pakje cigaretten. Bungkas stuurt zijn afval met dezelfde emmer naar omlaag.
Intussen is de vogelman beroemd geworden en het toerisme naar zijn boom is aardig op gang gekomen.
Of hij er nog steeds zit, of inmiddels is weggevlogen?

zaterdag 30 oktober 2010

HET MENSELIJK PERSPECTIEF

Een paar dagen geleden zag ik een interview met Wubbo Ockels, de astronaut die aan verschillende ruimtemissies heeft deelgenomen.
Hij zei interessante dingen over onze pogingen het heelal te doorgronden, naar aanleiding van het ver-wegste sterrenstelsel dat onlangs is ontdekt.
Ockels zei zo ongeveer: stel nou dat alles wat wij denken te weten verkeerd is. Niet vanwege verkeerde berekeningen, maar vanwege een verkeerd uitgangspunt.
We zijn per definitie gebonden aan ons aardse perspectief, maar in de ruimte zijn we niet meer dan een stofje.
Ons begrip van het heelal wordt gelimiteerd door ons begrip van tijd. Wij leven met een lineair tijdsbesef: een begin, een vervolg, en een eind.
Tot nu toe hebben we zo het heelal benaderd; een begin (de Big Bang) -een levensduur, en een Eind in het verschiet.
Maar stel nu dat er helemaal geen Tijd is, en er dus ook nooit een Big Bang heeft plaatsgevonden. Stel nu dat onze aardse perceptie ons nooit op het spoor kan brengen van wat het universum werkelijk is: niet menselijk te meten, niet aan Tijd gebonden, just THERE.

Okkels voorzag dat we een revolutie door te maken hebben gelijk aan de revolutie van Copernicus en Galileï: afstand doen van Tijd. Maar dat zal nog moeilijker zijn dan de aarde uit het middelpunt van het heelal te verdrijven.

Een opmerkelijk verhaal, en een dat z'n parallel heeft in de paradigma shift die al zo lang te gebeuren staat als het gaat om de potentie van de mens. Klein gehouden, afgedaan, geminimaliseerd, geridiculiseerd telkens als er iemand de kop boven het maaiveld steekt en een bijzondere ervaring te melden heeft.
Roy Stemman schreef pas een stuk op zijn blog 'Paranormal Review' over de wanhoopsoffensieven van CSICOP en priester James Randi die zijn gelovigen met ongekende voortvarendheid mobiliseert om de wereld te redden uit de klauwen van paranormaal bedrog, criminele mediums, geschifte alternatieve genezers en alle mensen die daar starry-eyed in geloven. Voor het te laat is, en de paradigma shift werkelijk heeft plaatsgevonden.
Ik ben toch zo benieuwd hoe Randi & Friends de eeuwigheid zullen doorbrengen.

HALLO, MR ALLISON!

Dit is een mooi en sympathiek spookverhaal, uit FATE Febr 1995

Voor mijn man en ik in 1949 naar Engeland voeren, kocht ik een gebruikte hutkoffer. Het was een mooi stuk bagage dat er nog als nieuw uitzag. Vooral het koperkleurige slot trok m'n aandacht, mooi en stevig. Die hutkoffer zou niet zomaar opengaan.
Na onze aankomst in Londen vonden we een appartment in een 300 jaar oud huis. De bakstenen muren waren wel 30 cm dik. Ons appartement lag op de bovenste verdieping.
Bij elkaar hadden we drie hutkoffers, en toen alles was uitgepakt zetten we die op de kant met een paar kussens en een velour kleed erop, zodat ze een mooie zitbank vormden bij het raam.
Nauwelijks hadden we die avond het licht uitgedaan, of we hoorden kloppen in de oude hutkoffer.
Ik stond op, opende de kist,en maakte hem weer secuur dicht, zodat het slot niet kon rammelen.
Di nacht bleef het rustig, maar de volgende nacht gebeurde hetzelfde.
Scotty, mijn man, zei "Okee, Mr. Allison, dat is genoeg!"
Ik vroeg wie Mr Allison was, en Scotty vertelde dat toen hij een jaar of acht was zijn moeder en stiefvader een farm hadden gekocht in Michigan. De farm was goedkoop, omdat hij de reputatie had dat het er spookte.
Mr. Allison, de vorige eigenaar, had het huis zelf gebouwd. Het was een huis van twee verdiepingen, en de bovenste verdieping was nooit afgekomen. Mr. Allison was overleden nadat hij was uitgegleden en achterwaarts in een lange spijker was gevallen die in z'n hart was doorgedrongen.
Het huis had enige jaren leeggestaan tot mijn moeder en stiefvader hem kochten.
Scotty en zijn broer en zusje kenden het verhaal niet, maar toen ze naar school gingen hadden ze erover gehoord van de dorpskinderen.
Scotty's moeder ging er heel gewoon mee om. Ze zei: "die arme Mr Allison, hij moet wel erg eenzaam zijn. Laten we een plaats voor hem vrijhouden aan tafel.
De kinderen vonden het een geweldig spel en ze maakten er een gewoonte van om steeds wat van hun eten op het bord van Mr Allison te leggen. Zo werd die een geaccepteerd lid van het gezin.
De kinderen waren daardoor ook nergens bang voor, ook niet als ze bv de schommelstoel zagen wiebelen of een deur onverwachts openging. Hallo, Mr. Allinson!" zeiden ze dan.

Toen de familie verhuisde naar een andere plaats was Scotty verdrietig omdat ze Mr Allison niet mee konden nemen. Nu zou hij weer alleen zijn.
Maar blijkbaar had Mr Allison na vele jaren de weg terug gevonden.
Toen de nu volwassen Scotty hem begroette hield het kloppen op, en het bleef weg. Mr. Allison wilde blijkbaar alleen maar een stuk erkenning van zijn aanwezigheid.

Het jaar in London was om en we gingen weer terug naar Amerika. De dag voor we gingen pakken zei Scotty: Mr. Allison, het is tijd om tevoorschijn te komen.
We lachten allemaal, maar het slot van de hutkoffer sprong open.
Het kloppen bleef achterwege.
Terug in Amerika zette ik een advertentie voor de hutkoffer, waar zo nu en dan nog wat geluid uitkwam.
De eerste die op de advertentie reageerde kocht de kist. Ze wilde hem meenemen naar Hawaii, waar ze haar kleindochter ging bezoeken.
Of Mr Allison bij zijn nieuwe eigenares ooit nog geklopt heeft ?
Hopelijk heeft hij de weg naar het licht eindelijk gevonden.

DJATTIBOMEN

Felix Ortt bespreekt in 'Het Toekomstig Leven' van 1900 een reïncarnatieverhaal uit een boek van H.Fielding uit eind 19de eeuw: 'The Soul of a People'. Fielding was ambtenaar in Burma, nu Myanmar, in 'Achter-Indië', en het verhaal, ingekort en bewerkt komt uit Fieldings eigen ervaring.

"Een van mijn vrienden, een officier nam 's nachts zijn intrek in een klooster diep in het woud, nabij een klein dorp.
De monnik die er woonde was gastvrij, en stelde zijn kale woonkamer ter beschikking voor de gast.
Het klooster was van het beste djattihout (teak) vervaardigd en moest, naar de officier meende, een zeer langen tijd en een massa arbeid vereischt hebben bij den bouw, want het hout moest van zeer grototen afstand zijn aangevoerd.
Men vertelde hem toen de volgende geschiedenis.
Het schijnt dat er in oude tijden eenvoudig een klooster van bamboe en gras geweest was, zoo'n klooster als de meeste dorpen in de wildernis bezitten. De toenmalige monnik was verdrietig over de bekrompenheid van zijn verblijf en dat het zoo weinig geschikt was tot school - want een klooster is altijd een school. Dus plantte hij gedurende een zeker regenseizoen met grote zorg een aantal djattistekjes trondom zijn klooster, begoot ze en zorgde ervoor. "Wanneer ze grote boomen geworden zullen zijn", zeide hij dikwijls, "zullen deze djattiboomen het hout geven voor een nieuw geschikt gebouw; en ik zal zelf in een volgend leven terugkomen en met deze boomen een klooster bouwen, waardiger dan dit.."
Djattiboomen vereischen honderd jaar om volwassen te worden, en terwijl de boomen nog jong waren stierf de monnik, en een andere monnik kwam en onderwees en verzorgde ze in zijn plaats.
De jaren gingen voorbij, en van tijd tot tijd werd een nieuw kloosster van bamboe gebouwd en de djattibomen werden grooter en grooter. Maar het dorp werd kleiner. Het waren troebele tijden, en het dorp lag diep in het woud. Zo geschiedde het dat het dorp ten laatste geen monnik meer had; de laatste monnik was gestorven en er kwam geen andere om zijn plaats te vervullen.
Het dorp was er dus slecht aan toe.
Tot eindelijk op zekere avond de dorpelingen verrast werden door de aankomst van een monnik die uit het woud het dorp binnen kwam.
De dorpsbewoners ontvingen hem met opgewonden blijdschap, maar vreesden dat hij verder zou trekken. en zij maakten in alle haast het oude klooster netjes, zoodat het voor de monnik een geschikt nachtverblijf was.
Maar het merkwaardige was dat de monnik met alles bekend scheen.
Hij kende het klooster en het pad erheen, en de wegen rond het dorp, en de namen der bergen en riviertjes. Het leek wel of hij al vroeger in het dorp had gewoond, en toch kende niemand hem of herkende zijn trekken, ofschoon hij nog maar een jonge man was en er lieden in het dorp waren die er al zeventig jaar hadden gewoond.
De volgende dag vertelde de monnik de dorpelingen dat hij van plan was te blijven. Hij bracht hun in't geheugen terug het verhaal van den monnik die de djattiboomen geplant had, en hoe deze gezegd had dat als de boomen hun vollen wasdom hadden, hij terug zou komen. "Ik ben het", zeide de jonge monnik, "die deze boomen geplant heeft. Zie, ze zijn nu groot geworden, en ik ben teruggekeerd, en nu zullen wij een klooster bouwen zoals ik gezegd heb."
Nadat de dorpsoudsten de monnik hadden ondervraagd gingen de dorpelingen aan het werk om de djattiboomen om te hakken en het klooster te bouwen, en de monnik bleef daar zijn leven lang, en onderwees de kinderen en verkondigde de leer van den grooten Boeddha, tot zijn dagen weder vervuld waren."

Uit 'Het Toekomstig Leven' December 1900

DE KLOK

In een van m'n oude boeken vond ik een mysterieuze geschiedenis die klinkt als een waargebeurd verhaal.....
Ik vertaal het hier :

"In de kleine uurtjes van vrijdagmorgen 7 oktober 1859, toen alle inwoners van Charlottetown, Prince Edward Island in bed hoorden te liggen, werd de diepe klank van de klok van St. James Church gehoord. Het gebeier droeg ver over de daken, en velen werden wakker van dat onheilspellende geluid. Kort daarop luidde de bel voor de tweede, en toen de derde keer.
Twee buren die dicht bij de kerk woonden schrokken wakker en gingen als eersten op pad om te zien wat er aan de hand was. Boven hen beierde de klok voor de vierde en vijfde keer.
Toen ze het kerhof betraden hoorden ze voor de zesde keer het gevreesde geluid en tegelijk sprongen de deuren van de kerk open door een onverwachte rukwind. Omlijst in de deuropening stonden drie lichtgevende vrouwen in wit gekleed. De mannen hielden halt, want ze wisten niet wat ze zagen; vrouwen of engelen.
Boven hen klonk de klok voor de zevende maal en de deuren sloegen dicht even snel als ze waren opengegaan.
De mannen renden naar de deuren en probeerden die weer te opnen, maar alles was stevig gesloten. Toen ze door de ramen keken, zagen ze een vrouw in het wit die de torenklok beklom.
De dominee en de koster kwamen op dat moment aanlopen, en wilden weten wat er aan de hand was. De buren vertelden de mannen wat ze hadden gezien, en de dominee maakte de kerkdeur open. Toen ze de vestibule betraden was er geen spoor van de vrouwen die de buurmannen in de deuropening hadden gezien.
Ook de kerk zelf was compleet verlaten.
Toen beklommen de mannen de toren, en de bel luidde voor de achtste keer. Ze renden de trappen op om de inbreker te betrappen en een verklaring te eisen. Maar boven vonden ze de toren leeg en het klokkentouw stevig vastgebonden. Alleen de klok trilde nog na.
In de war en bang doorzochten de vier mannen de kerk tot in alle hoeken en gaten, maar die was volkomen leeg. Toen de klok verder geen geluid meer gaf verlieten de mannen de kerk, zich afvragend wat er in's hemelsnaam was gebeurd.

Die avond bleek een lokale passagiersboot die voer tussen Nova Scotia en Prince Edward Island - de FairieQueene - niet aangekomen te zijn. De mensen van Charlottetown hoorden enkele dagen later dat het schip was gezonken, waarbij acht mensen waren omgekomen. De bel van Saint James Church had acht maal geluid op de dag van de ramp, en voorspelde daarmee de ondergang van vijf mannen en drie vrouwen die later op de dag aan boord van de Fairie Queene zouden gaan.

BOOMGEEST

Owen Burnham, de schrijver van 'African Wisdom' , groeide op bij de Bambara van Mali en Senegal.
Meegenomen in de tradities en geheimen van de stam door zijn vriend Aliou Diatta en diens familie, is er weinig in de magische overlevering van de Bambara waarover hij niet uit eigen ervaring kan spreken.
Het volgende verhaal is opmerkelijk.
Owen en Aliou gaan het oerwoud in om de boomgeesten om raad te vragen. Ze moeten op reis, en die trip is niet zonder gevaar. Hoe Afrikanen de tekenen lezen is voor ons moeilijk te begrijpen, maar als aan de kant van een kraakheldere poel in het bos staan, zien ze een vis die zich opzij rolt in het water. Aliou weet daardoor dat ze naar een bepaalde boom moeten gaan die een eind verder in het oerwoud staat.
Burnham schrijft:
"De boom was een ongelofelijk gezicht. Immense, fysiek en spiritueel een reus. Hij scheen te zoemen toen we naderden. We stopten aan de rand van de cirkel van stenen om de boom, en Aliou gooide een rode Cola noot in de cirkel, en ik een witte. De atmosfeer was geladen. Geritsel van dieren in de begroeing.
Plotseling en onverklaarbaarklonk er een luid, hol klinkend Bam Bam bam uit de boom. Het geluid nam toe in snelheid en intensiteit tot we een stap terug deden naar buiten de cirkel. Onmiddellijk stopte het.
Toen we weer naderden begon het weer, en iedere keer dat we in en uit de cirkel stapten naam de intensiteit toe. Aliou kon de boom niet naderen zolang dat geluid klonk, en pas bij de zevende poging stond de boom hem toe dichterbij te komen. Het was overweldigend, en makkelijk de meest intense en spectaculaire manifestatie van de natuur die ik ooit had beleefd.
Ik kon zien dat de boom kerngezond was. De massieve stam verhief zich zeker 50 meter recht de lucht in, waar zijn kroon zich vermengde met die van andere bomen . De stam was niet hol.

Aliou bracht offers van wijn en melk en goot die op de stenen en de wortels. Zelfs nu nog bleef de boom zoemen.
Ombeurten vroegen we de boom om raad voor onze reis.
Het bos rondom hield de adem in. Mijn huid tintelde op een vreemde electrische manier die de aanwezigheid van geesten bewijst. Aliou zweette hevig.
Hij instrueerde me bij de boom te blijven terwijl hij terugging naar het meer om wat water te halen.
Alleen zijn in de cirkel was vreemd. De boom zoemde, terwijl de rest van het woud doodstil was. Ik had het gevoel te zullen flauwvallen. En zachtgroen licht scheen uit de kroon van de boom te vloeien naar de wortels. Het licht omcirkelde de basis en de stenen eromheen, en trok zich toen terug in de boom.

Aliou was teruggekomen, en hij stootte me aan, wijzend naar een schorpioen die uit het niets was verschenen.
Aliou las de sporen, en even later zagen we een duizenpoot die dezelfde bewegingen maakte als de schorpioen.
Voor Aliou was het duidelijk: onze reis zou twee dagen moeten worden uitgesteld.
Ik herinner me hoe ik de boom bedankte . Mijn lichaam trilde oncontroleerbaar toen ik wat water nam om rond de cirkel te gieten. We legden nog wat palm noten in de cirkel en verlieten die achterwaarts, waarbij we opletten dat we de stenen niet aanraakten.
Toen begon de boom weer te drummen, luider en luider, sneller en sneller. Ik rende achter Aliou aan terwijl de boom maar doorging. We stopten bij de poel en luisterden - tot het na een paar minuten ophield. De hele ervaring was onverklaarbaar en ongelofelijk krachtig.

Aliou vertelde me dat hij ook het groene licht had gezien en dat het twee keer om mij heen had gecirkeld voor ik zo duizelig werd. Het had niet de bedoeling mij kwaad te doen, anders was ik er zeker niet meer geweest.

We stelden onze reis twee dagen uit, en de dag waarop we zouden hebben gereisd, was er een vijandelijke aanval van rebellen in de stand Jarume. Er waren veel slachtoffers. Als we waren vertrokken zoals we hadden gepland, waren we bijna zeker gedood.

Sindsdien ben ik nog naar verschillende andere heilige plekken geweest, maar nooit meer heb ik zo'n machtige ervaring gehad als toen. Mijn respect voor bomen is sindsdien enorm toegenomen. "

donderdag 21 oktober 2010

RONDZINGEN

Er is een mooi verhaal van Alexandra David-Neel over energie van gelovigen die zich opbouwt en waardoor uiteindelijk het voorwerp van verering zijn eigen leven laat leiden, precies beantwoordend aan de verwachtingen van de gelovigen.
We weten niet wat energie allemaal kan. Hoewel we steeds weer roepen dat gedachten krachten zijn, en sommigen onder ons kunnen zien hoe concentraties van eendrachtige gedachten zich kunnen manifesteren, weer niemand precies wat daar de grenzen van zijn, en hoe het werkt.
Dat het werkt is duidelijk.
Dat het ook negatief kan werken moge net zo duidelijk zijn.

In een aflevering van de uitstekende amerikaanse serie 'Paranomal State' is het volgende geval aan de orde.
Een echtpaar drijft een hotel, maar daar komt steeds meer de klad in. Het spookt er, en de gasten nemen steeds vaker de benen omdat ze enge dingen zien en horen.
Het verhaal gaat dat er in de 19de en vroeg 20ste eeuw drie mensen in dat hotel zijn overleden: een jonge vrouw tijdens haar eerste huwelijksnacht, toen er onverwacht brand uitbrak, een klein jongetje dat een ongeluk kreeg en een slager in de hotelkeuken die doodgestoken werd.
Gasten horen het driewielertje van het kind, ze zien de witte bruid door de gangen lopen, en in de keuken worden messen op vreemde plaatsen gevonden.
Deuren gaan open en dicht, voetstappen stampen en stemmen worden gehoord.
Het echtpaar dat het hotel drijft is ten einde raad.
Het team van Paranormal State, een handjevol jonge serieuze mensen, snelt te hulp en zet z'n apparatuur op. En ja hoor, ook nu gebeuren er onverklaarbare dingen, en slaan deuren zonder reden voor hun neus dicht om zich daarna weer mysterieus te openen. Ook het overtuigende medium Chip Coffey dat erbij gehaald wordt bevestigd alledrie de sterfgevallen, en voelt hun rondwarende geesten.
Tijd om te onderzoeken wat de historie van het pand nou werkelijk is.
En dan blijkt dat er in het hotel nooit iemand is gestorven. Geen bruid, geen kind, en geen slager. Wel is er ooit brand geweest, maar die heeft geen slachtoffers geëist, gelukkig. Dat staat allemaal vast. Geen twijfel mogelijk.
Wat wil nu het geval?
Meer dan honderd jaar lang hebben de verhalen rondgezongen, bij de respectievelijke eigenaars van het hotel, bij het personeel, bij de gasten en in het stadje. Niemand heeft ook maar een ogenblik getwijfeld, want moord en brand zijn aan de orde van de dag, en een oud hotel, daar móet wel een lugubere geschiedenis aan kleven.
Het is niet meer te achterhalen hoe de verhalen in de wereld zijn gekomen, misschien door een sensatiejournalist die de krant moest vullen, misschien door pure speculatie die steeds meer voor waar werd gehouden.
In ieder geval heeft al die opgeklopte zekerheid gemaakt dat de 'spoken' zich ook werkelijk in de gewenste vorm konden manifesteren, precies volgens het spokenhandboek.

De raad aan het echtpaar was om een andere legende te scheppen; eentje waarin er niemand dood was maar iedereen vitaal en gezond. Geen mysterie meer, maar wel een leefbaarder omgeving.
Vanaf dat moment hielden de verschijnselen op. De enge kelder kreeg een verfje, er werd wat verbouwd, en het hotel kon eindelijk aan een nieuw leven beginnen.

Wat mij zo trof in dit verhaal is dat het weer eens bevestigt hoe onze gedachten en fantasieën de werkelijkheid kunnen beïnvloeden. Dat is mooi om te weten, zolang het positief is. Maar al die negatieve dingen die we binnen krijgen, al die narigheid en al dat geweld - dat beïnvloedt misschien meer dan we ons bewust zijn onze verwachtingen. En die hebben de neiging uit te komen.

TRICKSTER

Enkele jaren geleden backpackte mijn zoon met zijn vriend Herman door Engeland. In de buurt van Loch Ness zag hij niet het monster, maar wel een zwarte panter die volgens hem het voetpad langs het Loch overstak.
Mijn zoon is niet het type dat poezen voor panters aanziet.
Toen hij de ervaring jaren later checkte met zijn vriend, had die een heel andere herinnering. Wel een zwarte panter, maar niet op het voetpad. Herman herinnerde zich de panter aan de overkant van een veld, veel verder weg.
Ik schreef deze ervaring aan Richard Freeman, een van de mensen van het Centre for Fortean Zoology. De CFZ houdt zich oa bezig met 'big cats' , een fenomeen dat zich met name in Engeland afspeelt en waar heel wat over geschreven wordt. Sommige van die waarnemingen - maar lang niet allemaal - zijn paranormaal getint.
Richard schreef mij terug dat juist dat opmerkelijke verschil in waarneming 'typical' was voor zulke sightings.
Voor zulke... en andere.
UFO's, aliens, lichtverschijnselen, onbestaanbare wezens hebben de eigenschap door getuigen op essentieel andere manieren gezien te worden, veel ingrijpender verschillend dan het geval is bij getuigenverklaringen over normale gebeurtenissen zoals een ongeluk of een misdrijf.
Zo las ik onlangs een verslag van John die een UFO had waargenomen samen met drie vrienden.
Laten we ze voor het gemak Peter, Bob en Dick noemen.
John wist heel precies wat er gebeurd was. Hij herinnerde zich de UFO die een tijd hun auto op een van die verlaten Amerikaanse wegen had gevolgd. Toen de motor afsloeg was John uitgestapt, samen met de anderen en in de richting van de intussen gelande UFO gelopen. Daarna was er de bekende missing time, en startte de auto weer.
Peter wist heel zeker dat ze allemaal in de auto waren blijven zitten. Bob herinnerde zich geen UFO, maar wel een vreemd beest dat ze vanuit de auto hadden zien lopen, en Dick had geen enkele herinnering aan het gebeurde.
Terwijl John heel graag over het gebeurde wilde praten, waren Peter en Bob daartoe nauwelijks bereid. Dick, die niets had meegemaakt, vond het allemaal onzin.
Wie of wat ons ook ervaringen bezorgt, heeft er kennelijk belang bij ons danig te verwarren.
Dat maakt het traceren en rubriceren van ervaringen moeilijk, en de kans op ridiculisering groter.
Psychologisch heeft dat een behoorlijke impact, want iedereen die iets onmogelijks meemaakt blijft voor altijd naar een verklaring op zoek.

Wie de literatuur een beetje kent weet dat Mariaverschijningen niet eenduidig van hemelse oorsprong zijn.
Er zitten kantjes aan die iemands vroom geloof definitief om zeep kunnen helpen.
Gelukkig blijft dat de meeste katholieken bespaard, want wie gelooft in Maria gelooft meestal niet in UFOs.
Dat is een ander circuit.
Net als in Fatima op die merkwaardige dag van 13 oktober 1917 'danst' de zon ook in Medjugorge. Er zijn zelfs filmpjes van op YouTube: een zwarte stip waar de stralende zon hoort te zijn.

Materie is een flexibel zootje, en theoretisch kan een verzameling moleculen die wij 'vaste stof' noemen moeiteloos van vorm veranderen, of helemaal verdwijnen. In een andere dimensie, misschien, een parallelle werkelijkheid waar alles hetzelfde maar net even anders is. Voor ons theorie, maar voor beschavingen die misschien miljoenen jaren op ons voorliggen waarschijnlijk dagelijkse praktijk.

De vraag is: wat kunnen de inzittenden van Ufo's/ de Djinn/ de Tricksters ons doen geloven? Worden we gemanipuleerd daar waar iets ons het meest dierbaar is, waar we het meest kwetsbaar zijn?
Zijn 'engelen' wel werkelijk engelen, geesten wel werkelijk geesten, en wonderen werkelijk wonderen?
Of sluiten ze misschien te precies aan op wat in onze culturele of religieuze kraam het beste past?
Zou het kunnen zijn dat we te maken hebben met onvoorstelbare buitendimensionale techniek die zo wonderbaarlijk is dat het in onze ogen wonderen lijken?
Zoals Internet voor onze overgrootouders een regelrecht mirakel geweest zou zijn?

En zolang we alle verschijnselen vanaf een bepaalde kant benaderen, ingeperkt door onze wensen, onze religie, onze moed, onze interesse, inplaats van grondig het hele scala van verschijnselen te onderzoeken, waar ons dat ook heen leidt, is het dan wel mogelijk om ooit werkelijk vat te krijgen op al die ogenschijnlijk zo verschillende fenomenen?
De vraag is of we dat wel willen. Of we ons illusies willen laten ontnemen, en het leven willen ontdoen van al die speculaties over mysterieuze fenomenen. Als we de waarheid wisten, zouden we die dan geloven?
En worden we daar beter van? Wijzer misschien, maar gelukkiger?
Ik denk het niet.

SPOOKSERIES

Ik mag wel graag kijken naar televisieseries uit Amerika waarin spoken en geesten de hoofdrol spelen.
Daar zijn er nogal wat van. Dat komt omdat in dat land iedere plaats z'n 'ghostclub' heeft en technofreaks van velerlei pluimage het heerlijk vinden om met geavanceerde EMF meters, infrarood camera's, bewegingsdetectoren en EVP apparatuur de geesten op te sporen en tot actie te dwingen.
Vanmiddag bekeek ik enige afleveringen van Ghost Adventures, een serie waarin drie jonge mannen zich een nacht laten opsluiten op een locatie die een spookreputatie heeft.
Omdat men in de US de gewoonte heeft om gebouwen die zichzelf overleefd hebben gewoon te laten staan tot ze vanzelf in elkaar donderen, is het land rijk aan de mooiste en gruwlijkste ruïnes van bovenmenselijk grote gevangenissen en psychiatrische inrichtingen. Broedplaatsen van menselijk leed, menselijke wreedheid en menselijk onvermogen, dikwijls ver van de bewoonde wereld, waar destijds duizenden leefden en stierven, vaak op manieren waar we maar liever het fijne niet van weten.
Amerika, dat zichzelf laat voorstaan op mensenrechten en niet ophoudt anderen in dat opzicht de les te lezen, is in werkelijkheid een van de meest achterlijke ontwikkelingslanden op het gebied van sociale voorzieningen en de rechten van het individu. Quantanamo Bay is bepaald geen dieptepunt, het kan altijd nog erger.

Zo was ik vanmiddag even in de Moundsville Penitiary, West Virginia. Een gigantisch gebouw dat in 1995 werd gesloten en sindsdien leeg staat. Speelplaats voor geesten die de overstap niet gemaakt hebben. Bang voor wat ze daarna te wachten staat, wed ik.
Zulke series hebben een komische zijde: een man die schreeuwend (zijn geesten soms doof?) de dooie gevangenen uitdaagt om hem 'iets te doen' , maar die zich uit z'n hemd schrikt bij ieder geluid en het dan op een lopen zet.
Nou ja. Goed voor de kijkcijfers waarschijnlijk. Alle afleveringen zijn ongeveer veel van hetzelfde.
Het geeft een beeld van Amerika, maar niet van de geesten.

Anders is dat bij mijn lievelingsserie 'Paranormal State' .
Wie geïnteresseerd is in dit soort dingen, geen sensatiezucht heeft en een laptop die regiovrij is, zou die serie moeten zien. Ik ben er weg van.
In tegenstelling tot de meeste series uit de US en Engeland gaat het hier om een groepje studenten met eerlijke bedoelingen en een oprechte wens om families te helpen die te lijden hebben onder geesten in hun huis.
De groep bereist heel Pennsylvania. Spil en oprichter is de charismatische Ryan Buell, een serieuze midden twintiger met een warme uitstraling maar een objectief oog voor wat er werkelijk aan de hand is.
In deze serie geen hysterisch gekrijs, geen dove spoken, geen uitdagingen. Het doel is duidelijk: hulp aan mensen die vaak totaal ten einde raad zijn door wat zich in hun oude of nieuwe huis afspeelt.
Ryan en zijn team brengen soms enkele dagen door met zo'n familie, voeren gesprekken, ondervragen vroegere bewoners, duiken in de historie van huizen en grond. Een goed medium (meestal Chip Coffey) werkt mee, en waar nodig een priester.
Bij hun vertrek is het hart van de betreffende familie meestal een stuk lichter. Als de narigheid niet verholpen is, volgt er een follow-up.

Zo kan het ook.
Rijst de vraag waarom paranormaliteit bijna altijd overgoten moet worden met sensatie en heftige effecten.
Waarom ghost-busters, presentatoren en mediums als die van Ghost Adventures en het langlopende Engelse Most Haunted zich aanstellen als opgefokte pubers. Waarom er altijd geschreeuwd en gegild moet worden.
Geen wonder dat sceptici de verschijnselen als een kermis beschouwen die mensen terugvoert naar middeleeuwse angsten en bijgeloof.
We mogen dan nu posch apparatuur hebben ipv dansende tafels, maar de sensatiezucht is sinds de 19de eeuw alleen maar toegenomen. Jammer jammer.

WOLKEN IN DE WEER

Sinds enkele jaren ben ik lid van de Cloud Appreciation Society. Die club heeft een site waarop de meest wonderbaarlijke wolkenformaties te bewonderen zijn, en men kan zijn eigen foto's insturen om de club te ondersteunen. http://cloudappreciationsociety.org/

Onlangs vloog ik boven de wolken. Dat is heel gewoon, want wolken hangen nou eenmaal lager dan het gemiddelde vliegtuig stijgt. Niettemin vind ik die wolken steeds weer een schouwspel van grote schoonheid en iets waar ik geen moment van wil missen. Ze stimuleren de fantasie, en zonder enige moeite kan ik me voorstellen dat ik over de wolkenpieken en dalen wandel en op de uitkijk sta op een cumuluswolk, starend in de verte, naar een UFO, of zo. Oppassen natuurlijk dat ik niet in een gat val op weg naar de lapjesdeken die aarde heet.
Dus uitkijken is de boodschap. Behalve wolken niets abnormaals gezien op die vlucht.

Maar sommige mensen maken vreemde dingen mee, als het om wolken gaat.
Zoals Missy McDonald in een FATE uit 1998, die vanuit haar huis de lucht in keek ergens in de buurt van de Golf van Mexico, tijdens stormachtig weer.
De wolken waren ongewoon wit, en de lucht bijzonder sprekend blauw.
Voortdurend in beweging waren die witte wolken, alsof de lucht kookte.
Terwijl ze keek begonnen ze vorm aan te nemen. Er ontstond een stad die zo uit The Wizard of Oz leek te komen. De stad bleef enige tijd hangen en loste toen weer op. Meer wolken verschenen en vormden engelen en monsters met grote horens. En ook die losten op, om te veranderen in drie figuren met baarden en een vierde met een kroon. Hun lichamen waren niet zichtbaar, alleen de hoofden en schouders. Een van hen droeg een tulband. Die draaide zijn wolkenhoofd en keek Missy aan.
De hele cyclus herhaalde zich nog twee maal.

Sterk.
Missy beweert niet aan de drugs of wat anders te zijn.
Het is gek en onwaarschijnlijk, maar zo gek is het nou ook weer niet, want mensen hebben vaker religieuze en andere voorstellingen in de lucht gezien. Wolken zijn nou eenmaal het meest geschikt om die voorstellingen te vormen. Zelf zag ik een keer een draak met een tamelijk uitgesproken uiterlijk, kop en klauwen en alles erop en eraan.
En omdat ik denk dat er vaker spelletjes met ons gespeeld worden door bv de 'zon' te laten tuimelen, 'Maria' te laten verschijnen, munten en rozenkransen van kleur te laten verschieten en halve mediums te laten verdwijnen, wat is er dan gek aan een diavoorstelling in de wolken. Toch?
Alles hangt af van welk paradigma je besluit aan te hangen.
En ons bestaan is nou eenmaal niet houvast als een huis maar wisselvallig als de wolken.
Wie daar niet aan wil smakt omlaag op het asfalt van hardnekkigheid.

TIME-SLIPS

Tijd beweegt zich alleen schijnbaar recht vooruit. 'The Arrow of Time' is een mooie manier om je voor te stellen hoe de tijd zich in een rechte lijn voortspoedt, maar het is een verkeerde.
Tijd is veel complexer, en heeft te maken met verleden, heden en toekomst.
Verleden- en Toekomende tijd zijn niet weg of nog niet hier: ze zijn er nu, en helderzienden en psychometristen kunnen er soms, al of niet vrijwillig, een kijkje nemen.
Maar een nog vreemder verschijnsel is de Time-Slip, als 3D gebeurtenissen uit het verleden ineens de werkelijkheid van het moment verdringen. Als mensen en dieren en scènes uit het verleden of de toekomst verschijnen op plekken waar ze niks te zoeken hebben...althans niet in deze tijd. Dan is er geen sprake van een visioen, een ingeving, een psychometrische impressie, maar van een beleving die zo werkelijk is alsof men er middenin staat.
Zo'n verhaal kom ik tegen in FATE. De schrijfster vertelt over iets wat ze meemaakte als 14 jarig meisje, maar wat ze, begrijpelijk, nooit meer vergat. Tot het haar nogmaals overkwam.....

"Het gebeurde in 1966. Ik was aan het winkelen in Woolworth (een groot warenhuis) in San Francisco. Het was druk, want de feestdagen waren in aantocht. Ik liep de trap af naar de kelder, waar de koopjesafdeling was.
Maar toen ik onderaan de trap was stond ik ineens in een andere wereld.
De winkel zag eruit als een scène uit een Western, compleet met buikkacheltje en een besnorde man die achter de toonbank in mijn richting stond te gluren. Ik knipperde een paar maal, maar de ruimte bleef hetzelfde.
Twee vrouwen liepen door het gangpad van de krappe winkel, maar zij schenen mij niet te zien. Een van de vrouwen hield een kleine jongen in bedwang die tegen een vat stond te trappen. Ik had het gevoel dat ik door een glazen wand naar ze stond te kijken; ik zag hen maar zij zagen mij niet.
Op het moment dat ik een voet op de trap zette, verdween alles, en stond ik weer in de kelder van Woolsworth.
Ik kon het voorval niet uit mijn hoofd zetten, maar natuurlijk vertelde ik het aan niemand, bang voor de reacties van mijn familie en vriendinnen.
Maar nu, 30 jaar later, is het me weer overkomen.
Een goede vriend van mij doet onderzoek in een afgelegen gebied van Nevada, en we hadden afgesproken dat ik hem daar zou ontmoeten. Op de tweede dag van mijn verblijf ging ik wandelen en nam m'n hond mee. Die zat al snel achter een konijn aan dat ons pad kruiste. Terwijl ik haar in de gaten hield, zag ik een oude kar aankomen die getrokken werd door twee vermoeid uitziende ossen, geleid door een armoedig uitziende man. Langzaam kwam de wagen naderbij, en ik zag dat er een pijnlijk magere vrouw op de bok zat met een kleuter in haar armen.
En jonger kind hield haar rokken vast. De wagen reed voorbij en de man scheen geluidloos de ossen aan te sporen terwijl de vrouw in de verte staarde. Toen ik me omdraaide bleek er nog een andere wagen achteraan te komen die heel langzaam vooruit kwam. Ik had het benauwd door het opgewaaide stof van de woestijn, en hield m'n mouw voor m'n mond.
Toen blafte m'n hond. de wagens waren verdwenen, en ik was weer terug waar ik deze werkelijkheid had verlaten: bij het gadeslaan van m'n hond die achter het konijn aanjoeg.
Langzaam liep ik terug naar ons kamp, wetend dat het voor de tweede keer was gebeurd, zonder dat ik er een verklaring voor kon bedenken.
Ik ben een nuchter mens die niet ten prooi valt aan visioenen, en ik ben ook niet helderziend. Maar om de een of andere reden kom ik soms in een andere tijd, of een andere dimensie terecht."

DE TERUGKEER VAN PHOH

Thiang werd geboren in Thailand in 1924, met verschillende aangeboren markeringen op zijn lichaam. O.a. z'n rechter grote teen was misvormd, alsof er littekenweefsel opzat.
Hij was vier toen hij zijn ouders over een vorig leven begon te vertellen als de broer van zijn vader. Dat leven herinnerde hij zich precies, en hij stond erop 'Mr. Phoh' genoemd te worden, de naam van de broer die 3 maanden voor Thiang's geboorte was gestorven. Vanaf dat moment begon de jongen steeds meer herinneringen aan zijn vorige bestaan op te halen. Het zat hem dwars dat hij ten onrechte was beschuldigd van het stelen van vee, en als gevolg daarvan met messteken om het leven was gebracht.
Phoh had tijdens zijn leven niet alleen een chronisch ontstoken grote teen gehad, maar ook beschermende tatoeëringen op precies dezelfde plaatsen waar Thiang nu 'getekend' was.
Na zijn dood had Phoh zijn lichaam op de grond zien liggen en Phiang vertelde dat Phoh daarna naar zijn broer was gegaan wiens vrouw net zwanger was geworden. Phoh's geest voelde zich onweerstaanbaar tot haar aangetrokken, en ging binnen in de foetus.

Thiang's moeder herinnerde zich dat ze tijdens de zwangerschap had gedroomd van Phoh, die zei als haar kind geboren te willen worden.
Phoh's weduwe Pai liet de jongen voorwerpen zien die wel en niet van Phoh waren geweest, en Thiang herkende moeiteloos zijn eigen spullen. Toen Pai overtuigd was van haar echtgenoots wedergeboorte, werd ze een Boeddhistische non.
Iedereen die Phoh gekend had erkende de overeenkomsten tussen de beide mannen. Thiang nam dienst in het leger en was stabiel en waardevol voor zijn superieuren.
Dit geval is bijzonder omdat er ook lichamelijke kenmerken waren die beide mannen verbonden. Dat verschijnsel is geen uitzondering en Prof. Ian Stevenson heeft er veel onderzoek naar gedaan. Blijkbaar zijn lichaam en geest zo'n eenheid dat beiden naar een volgend bestaan kunnen overgaan.

dinsdag 19 oktober 2010

TAALMIRAKEL

Ach jee. Daar hebben we er weer een.
De Servische jongen Dimitrije Mitrovic werd op een ochtend wakker, en sprak Engels.
Dat gebeurde toen hij 3 was, en nu is hij 11.
Zijn omgeving kan hem niet meer verstaan, maar gelukkig spreekt hij nog wel Servisch, zij het met tegenzin.
Hij spreekt de taal moeiteloos en foutloos.
Beter, volgens de berichtgeving, dan professoren aan de universiteit , die met hem in gesprek raakten.

Maar we weten gelukkig hoe het zit: Dimitrije is autistisch.
Dat zeggen 'deskundigen'. Hollekidee. Als een kind een bijzondere prestatie levert is hij plotseling autistisch. Dat verklaart alles. Autisten hoeven een taal blijkbaar niet te leren, die komt ze aangevlogen op een nacht als ze liggen te dromen. Natuurlijk. Deskundigen weten dat, net als al die andere dingen die onverklaarbaar zijn maar door leunstoelwetenschappers met een enkele handbeweging en zonder onderzoek worden verklaard.
Nou, beste mensen, laat ik jullie vertellen dat autisme niet in dit soort talenten voorziet.
En iedereen die denkt dat dat wel zo is, is geen deskundige, maar een zwamjurk.
Een heel enkele autist met het savant syndroom heeft bijzondere gaven, maar die hangen samen met een bijzondere 'wiring' van het geheugen en het denkproces. Maar om je iets te kunnen herinneren moet er wel eerst iets in je hersens gestopt zijn.
Het is gevaarlijk en misleidend om te suggereren dat autisme een bonus is.
Geloof me, het is in de regel een ellende.

Dimitrije, met frisse blik de wereld en de camera inkijkend, is geen autist, dat kan ik je verzekeren.
Die jongen is naar alle waarschijnlijkheid overgenomen door een engelssprekende ziel.
De 'deskundigen' zouden misschien uit hun leunstoel moeten komen om de jongen te testen op zijn herinneringen, zijn psychische make-up, en misschien een regressietherapeut kunnen laten aanrukken voor een grondig onderzoek onder hypnose. Wie weet wat dat op zou leveren.
Maar autistisch? No way.

dinsdag 12 oktober 2010

ZAADJE

Een paar jaar geleden stond ik met een vriend op een rommelmarkt in een grote sporthal.
Voor mensen die dat wel eens hebben meegemaakt: zo'n markt blinkt niet uit door vriendelijk menselijk gedrag.
Alle hebzucht en belazerij komen ruimschoots aan bod. Mensen die trekken aan hetzelfde item, proberen van die paar centen nog wat af te krijgen, zakken met spullen uit elkaar rukken of er met je waar vandoorgaan om het vervolgens op hun eigen tafel voor een hogere prijs te verkopen.
Energetisch, stel ik me voor, is een rommelmarkt luilekkerland voor kwaadaardige elementalen.
Mijn vriend, gevoeliger dan ik voor zulke onzienlijke dingen, besloot aan die omstandigheid wat te doen.
Ergens in zijn broek had hij een zakje met zaadjes, overgebleven uit tuinarbeid of zo. Van welke plant is me niet bijgebleven.
Hij kwam vanachter onze kraam vandaan en begaf zich op pad, een handje met zaadjes voorzichtig voor zich uithoudend. Wie hem tegemoetkwam sprak hij aan. "Wilt u een zaadje?" "Kan ik u hier een plezier mee doen?
Er komt een mooie bloem uit, gewoon in de grond planten." " Dag mevrouw, mag ik u ook een zaadje geven?"
En daar op die drukke drangmarkt voltrok zich voor mijn ogen een mirakel. Mensen stonden stil, soms wat wantrouwend of onwennig maar meestal glimlachend, en lieten zich een zaadje in de hand stoppen. Sommigen deden het gewoon in hun zak, anderen zochten naar een papieren zakdoekje om het zorgvuldig in te wikkelen.
Niemand weigerde het geschenk. Niemand was geïrriteerd.
"Dank je wel hoor!" zeiden de meesten, alsof ze de schat van hun leven hadden ontvangen. En sommigen beloofden het zaadje in hun tuin te planten.
Die dag gebeurde er, heel even en heel klein, gewoon een wonder.

donderdag 7 oktober 2010

EEN SPROOKJE VAN DE WERKELIJKHEID

Nu we zo tot over onze oren in de politieke kwesties zitten, en de discussies zich voortslepen over bezuinigingen en economische nuttigheid, alsof dat alles is waar ons menszijn om draait, komt er een sprookje bovendrijven.
Of liever - een archetypische vorm waarin veel sprookjes gegoten zijn.
Een daarvan is die van de Drie Broers, of Drie Prinsen, of wat dan ook.
In sprookjes van die soort is het altijd twee tegen een.
Twee broers zijn verstandig, arrogant, begerig naar roem en vooral rijkdom, en volledig overtuigd van hun gelijk.
Zij pakken een paard en vertrekken naar verre streken om naar de hand van een prinses te dingen.
Onderweg beleven ze avonturen en doen ze heldhaftig, en de bedelaar en de oude vrouw, of het sprekende konijn is aan hun niet besteed. Hun materiële doel is duidelijk, en dat betekent dat de inbreng van anderen, de magische gift of de onontbeerlijke raad aan hen voorbij gaat. Tenslotte - wie het gelijk aan zijn kant heeft weet de weg en heeft geen boodschap aan de andere kant van de werkelijkheid.

Dan is daar de derde broer, de jongste, die zich onnut met de natuur heeft opgehouden, goed is met dieren, zich vermaakt met het snijden van fluitjes, zijn grote broers bewondert om hun daadkracht maar verder geen ambities heeft in materiële zin. Het leven is mooi zoals het is, en alleen als zijn broers weer eens op hem schelden voelt hij dat hij nooit zal kunnen zijn als zij, en dat is wel eens pijnlijk.
Dus besluit hij om ook een tocht te ondernemen.
Niet omdat hij gelooft dat hij de hand van die verre prinses moet veroveren, maar omdat een avontuur een welkome afwisseling is, en wie weet wat hij tegenkomt!
En zo gebeurt het,
Alle figuren die de oudere broers met harde hand uit de weg hebben geveegd, zijn voor de jongste reden om te stoppen. Hij deelt zijn brood met de bedelaar, accepteert de goed raad van de oude vrouw, en luistert aandachtig naar wat het sprekende konijn hem te vertellen heeft. En al die figuren geven hem iets, iets magisch, iets dat hem zal helpen de obstakels op zijn weg te overwinnen en zijn doel te bereiken.
Hoewel hij de waarde van zijn ontmoetingen en de gaven nog niet kan doorzien, accepteert hij ze dankbaar, want hij weet intuïtief dat hij verder moet kijken dan zijn neus lang is, en dieper dan de oppervlakte.

Natuurlijk wint hij de prinses, die intussen de beide oudere broers als humorloze opgeblazen kwallen van de hand heeft gewezen. Maar de derde broer brengt een geheim mee: zichzelf.
Ze leefden nog lang en gelukkig.

Onze westerse wereld past in het model van de drie broers. Ons nieuws wordt beheerst door de oudste twee, die de economie en de materiële welvaart hoog op de agenda hebben gezet. Als je dan toch dood moet, dan maar liever rijk.
De jongste broer, dat zijn de anderen. De mensen die de natuur belangrijker vinden dan een dure auto, de mensen die van dieren en planten houden om henzelf, en niet om hun nut voor de economie. De jongste broer, dat zijn de mensen die dieper willen kijken dan de zichtbare werkelijkheid, en hogere ogen gooien omdat ze vertrouwen hebben in wat hen beweegt.
De jongste broer haalt maar zelden het nieuws, maar hij is ouder dan de anderen en zijn wortels liggen in de diepste grond van ons menszijn.