maandag 23 augustus 2010

GEEN KRUID TEGEN GEWASSEN

Soms heb ik te doen met al die wanhopige debunkers en beroepssceptici die de wereld tegen wil en dank proberen te redden uit de duistere krochten van middeleeuws bijgeloof.
Het wil maar niet lukken.
Terwijl wij ons vrolijk op New Age werpen en de boodschappen van Niburu beluisteren, ons laten volprikken met acupunctuurnaalden en geloven dat onze geest bergen kan verzetten, zitten die stakkers maar te piekeren hoe ze ons het leven zuur kunnen maken door te vertellen dat we hersenschimmen najagen en onze ervaringen bullshit zijn.
En na al die jaren wijst niets erop dat ze gelijk hebben, of dat hun prietpraat ook maar enig effect sorteert.
Ook niet nu ze hun eigen debunking business tot religie hebben verheven, en daarmee zich geschaard hebben in de rijen der Gelovigen, in een ultieme poging om ons geestelijk te naderen. Maar wij trappen er niet in, en de polarisatie lijkt toe te nemen.
Hoe komt dat nou?
Zou dat komen omdat de overtuiging dat er werelden te ontdekken zijn achter de down-to-earth wekelijkheid een ervaringsfeit is van de mensheid als geheel?
En wij dus niet de uitzonderingen zijn, maar de regel?
Ons geklooi met geesten en paranormale gaven komt vanuit de diepten van onze oorsprong, toen al die dingen nog vrolijk verweven waren en we intuïtie nodig hadden om het vege lijf te redden?
Onze westerse cultuur is er goed in om te verwijzen naar de domheid van onze voorouders, die 'niet beter wisten' , overal bezieling zagen en de sterren in verband brachten met ons lot.
Belachelijk.
Behalve dan dat veel van die oude opvattingen blijken te kloppen.
Steeds vaker vinden we aanwijzingen voor de wijsheid van mensen uit een ver verleden, in mythen en door opgravingen. WIJ zijn de dommerikken die de wereld der verschijnselen willen loskoppelen van de ervaring en willen kunnen meten met apparatuur en oplossen in een reageerbuis.

Dat in sommige culturen ultra moderne ontwikkelingen en magisch bewustzijn naadloos samenvallen is een bewijs van de vruchteloosheid van rationeel verzet.
Zo'n cultuur is bijvoorbeeld Japan. Nou niet het meest primitieve gebiedje op de aardbol.
Maar 70% van de bevolking gelooft in geesten. De bewoners van het schaduwrijk duiken overal op in Japan, op uithangborden en menu's, in films en in literatuur. Magische sectes hebben honderdduizenden aanhangers en alternatieve geneesmethoden en stokoude rituelen zijn en blijven populair.
Hier ligt een gebied braak voor de aanbidders van de god Materialismus.

Zo'n cultuur is ook India. Hoewel het ultra moderne daar nog tegenvalt is het land toch bezig opgestoten te worden in de vaart der volkeren. India beschikt over buitengewone wetenschappers. En ook over fanatieke sceptici, de oosterse copie van CSICOP in Amerika. Het kind met het badwater weg, dat is in alle gevallen de onwijsheid van mensen die niet begrijpen hoe onze ziel verknoopt is met 'de andere wereld' . Mensen die uitgaan van een eenzijdig mensbeeld en niet een totáál mensbeeld.


Ik vrees dat ze't ook in India niet gaan redden.

Als het communisme, Mao Ze Dong, materialisme en Darwinisme het niet voor elkaar hebben gekregen, laten we dan gewoon maar accepteren dat het zo is gesteld met ons mensen, en er iets moois van maken.

EXORCISME NU

Wie denkt bij dat woord niet aan de Hollywood films, waarbij een gruwelijke demon bezit heeft genomen van een onschuldig kind, en man en macht in priesterlijk gewaad dat wezen staat uit te drijven. 'The Exorcist' was destijds een hit, maar het thema is vaker gebruikt, soms gebaseerd op echte gebeurtenissen.
Geen prettig onderwerp. De meesten van ons zullen er niet gek op zijn, zeker niet in het echt.


In de hoogtijdagen van het spiritisme, meer dan een eeuw geleden, klaagden medici steen en been dat ze door dat 'vervloekte' spiritisme steeds meer patienten zagen die er gek van geworden waren.
Onderzoek toonde toen al aan dat dat onzin was; een stok om een hond te slaan. Van een séance verliest men zijn verstand niet, tenzij men daar toch al niet veel van had.
Toch blijkt ook in deze tijd, júist in deze tijd, dat dabberen met occulte zaken zonder te weten waar je mee bezig bent zeker niet ongevaarlijk is.
Het Ouija bord wordt door velen gezien als een spannend speeltje. Ook het 'glaasje draaien' wordt op grote schaal beoefend door tieners die absoluut geen idee hebben wat ze doen, tot ze er misschien op een akelige manier achter komen. Flirten met het Kwaad kan kwaad.
Maar niet alleen jongeren lopen gevaar, ook volwassenen die zich zonder spirituele bescherming overgeven aan de macht van 'wie er ook maar doorkomt', lopen ernstig risico.
Misschien heeft Harmonia hier wel een mooie taak die nodig opgepakt zou moeten worden: voorlichting.

Bezetenheid en Exorcisme, twee begrippen die hand in hand gaan en veel oproepen. Uit het Nieuwe Testament kennen de bijbelvasten onder ons de teksten waarin Jezus 'duivelen uitdrijft' met ijzeren gezag.
Kon hij doen. Voor ons ligt het iets gecompliceerder.
Die teksten zijn wel de basis voor de eeuwenoude praktijk van de katholieke en andere kerken om 'in naam van Jezus' exorcisme te bedrijven. Alleen gebeurde dat in de 20ste eeuw meestal wat onzichtbaar. Alleen in de Oosters orthodoxe Christendom is exorcisme deel van het pakket. De andere richtingen moesten het hebben van mond op mond reclame, want de weerstand vanuit meer 'verlichte' hoek was, en is aanzienlijk.
Maar met het van de tafel vegen van de frisse wind na Vaticanum II en de terugkeer naar het hele orthodoxe pakket van recente pausen kwam ook exorcisme weer in beeld.
Waarschijnlijk hebt u wel eens een berichtje gelezen over priesters die opgeleid worden tot exorcist.
Daar is in de afgelopen jaren wel wat over te doen geweest, in de zin van: gaan we terug naar de Middeleeuwen?

Omdat ik meer wilde weten over hoe het nou werkelijk staat met die trend, las ik een pas verschenen boek: The Rite (de rite) - de vorming van een moderne exorcist, van Matt Baglio.
Baglio is een italiaans/amerikaanse journalist die een Amerikaanse priester van middelbare leeftijd, pater Gary, volgt tijdens zijn opleiding aan het Vaticaan.
Pater Gary is ook maar gestuurd door zijn bisschop, en hij heeft geen idee wat hem te wachten staat. Net zomin als de bisschop. Exorcisme is iets wat maar door een stuk of 15 priesters in Amerika wordt gedaan, en dan nog meestal uit de losse hand. De cursussen die het Vaticaan organiseert willen daar wereldwijd verandering in brengen. Maar Pater Gary spreekt geen woord Italiaans, en dat bemoeilijkt zijn begrip. Pas na verloop van tijd komt er een vertaler.
Het meest indrukwekkend voor Pater Gary is zijn stage bij een ervaren exorcist Pater Carmine, die elke avond een wachtkamer vol met mensen behandelt, de meesten met klachten waarvan men zich kan afvragen of de oorzaak demonisch is, maar een enkele keer is er werkelijk iets aan de hand.
Pater Carmine gaat niet onbezonnen te werk door meteen in bezetenheid te geloven. Met een kundig en ervaren oog onderscheidt hij tussen aandacht trekken, psychiatrische beelden en problemen waar hij als exorcist iets aan kan doen.
Opmerkelijk is daarbij dat de rite zelden in één keer helpt. In sommige gevallen zijn er jaren voor nodig. De kwaaie geest kan soms een tijdje verdwijnen en dan ineens weer opspelen. De trucendoos van het Kwaad is onuitputtelijk, en ook het geduld van de exorcist.
Soms maakt Pater Gary taferelen mee die doen denken aan 'The Exorcist' , compleet met voorwerpen die iemand uitspuugt (die gematerialiseerd worden in iemands mond), en de karakteristieke griezelige onderaardse stem. Ga nooit in dialoog met de demon, waarschuwt pater Carmine, wat hij ook zegt om je te provoceren. Het gaat niet om jou; je bent een kanaal van het Hogere.
Horen we dat ook niet van healers?

Pater Gary - geschokt maar met de kracht van zijn opdracht - is terug naar Amerika, waar hij maar moet zien hoe hij zijn nieuw verworven kennis in praktijk kan brengen, en vooral hoe hij het aannemelijk maakt naar sceptische collega's. Want ook priesters verklaren het Kwaad vaak weg met psychologie, of ze weten er geen raad mee en gaan het liefst uit de weg.

Of we bij kwaaie overschaduwing of regelrechte bezetenheid altijd aan demonen moeten denken is de vraag, een vraag die in het boek nauwelijks aan de orde komt. Ook kwaaie geesten van mensen die zijn 'blijven hangen', kunnen aardig wat schade aanrichten en de boel voor de gek houden.

Wat mij zelf het meest trof in 'The Rite' is de menselijke kant van deze priester-exorcisten die alleen hun geloof hebben en vaak machteloos staan om mensen te helpen die door anderen, of door zichzelf in de problemen zijn gekomen.
Ze hebben niets dan hun geloof, gebeden, het Evangelie, wijwater en een kruis. Net als in elke therapie moet de patient meewerken. Maar in dit geval is het ook God die toestemming moet geven voor een geslaagde uitdrijving. Uiteindelijk zijn demonen onderhorig. God is de baas. Een mooie gedachte.....

Ik ben niet katholiek en zelfs niet christelijk, maar ik ben na het lezen van dit boek beslist anders tegen de sacramenten aan gaan kijken.
Wat mij trof was het idee van het 'hele pakket' van het geloof. Kwaad is in onze wereld maar al te werkelijk en we hebben er allemaal mee te maken. Voor mensen die Jezus als 'Alpha en Omega' beleven is niet alleen de opwekking van Lazarus waarheid maar ook het uitdrijven van het Kwaad, in de meest letterlijke zin.
Wijwater, je zult het niet geloven, werkt. Een kruis werkt. Het slachtoffer (of liever: datgene wat hem in z'n greep houdt) reageert op beide, ongezien, en niet op gewoon water of een asbak die hem aanraakt.

Ik weet niet hoe het met u is, maar dat geeft mij te denken.
Naschrift: intussen ben ik er achter dat er van het boek een film is gemaakt, met Anthony Hopkins in de rol van Pater Gary. Verwacht in januari 2011. Nu al een aanrader.

EIGEN SCHULD

Zo nu en dan duikt er een bericht op van iemand die trouwt met een geit, of verliefd wordt op een olifant.
Daar lachen we om, want, hoe fantastisch dieren ook zijn en hoeveel affectie ze ook verdienen, het is moeilijk voor te stellen dat je het onderscheid niet meer kunt bedenken tussen wat eigen is aan mensen en wat des diers is.
Toch is in Europa dat onderscheid eeuwenlang zoek geweest.
Van de 12de tot de 18de eeuw konden dieren in staat van beschuldiging worden gesteld en worden veroordeeld voor 'misdaden' begaan tegen mensen. Omdat men geen idee had wat natuurlijk diergedrag was, waren er heel wat dieren die voor vervolging in aanmerking kwamen. Daarbij speelde mee dat veel dieren hun weg maar moesten zien te vinden in chaotische middeleeuwse gemeenschappen en niet van hondenbrokken of varkensvoer werden voorzien om in leven te blijven.
Varkens waren vooral de 'misdadigers' , maar ook honden, koeien, paarden, ossen, ezels, luizen, ratten, sprink- en gewone hanen, mieren, bijen, kevers, slakken en rupsen konden in de fout gaan. Vooral in het geval van insecten zal de arrestatie niet meegevallen zijn. Pesticiden hebben dat gedoe tegenwoordig danig vereenvoudigd.
In zulke moeilijke gevallen probeerde men het soms met exorcisme, als uiterste redmiddel. In een zaak tegen bloedzuigers die diende in Lausanne in 1451, werden enkele dieren voorgeleid om een ducument voorgelezen te krijgen waarin ze werden gesommeerd het district per omgaand te verlaten. Toen ze daar geen gehoor aan gaven werden geleerde doctoren uit Heidelberg ingeschakeld om een exorcisme te doen. Het schijnt dat dat te veel was voor de bloedzuigers, die langzaamaan het loodje legden, volgens de annalen.

De processtukken van de bizarre rechtspraak die volgde op een overtreding zijn veelal bewaard gebleven.
Niet dat het niet eerlijk toeging: de aanstootgevende dieren kregen in alle gevallen een advocaat toegewezen.
Die zat meermalen met het probleem dat de cliënt niet kwam opdagen en dus bij verstek werd veroordeeld. Want veroordeeld werd er altijd. En ter dood gebracht ook. Menig dier werd opgehangen aan de galg zoals men dat ook met mensen deed, in de hoop dat het andere varkens zou leren zich aan de wet te houden.
De achtergrond van dit alles was natuurlijk de religie. Dieren hadden geen ziel. In de bijbel staat bovendien dat de hele schepping bestaat om de mens te dienen, en dat betekent vanzelfsprekend dat we er mee kunnen doen wat we willen. In dat opzicht houden we ons nog altijd uitstekend aan de voorschriften, beter dan ooit in de Middeleeuwen, zou ik zeggen.

Sommige advocaten maakten naam met hun dierenverdediging. In de 16de eeuw was er in Autun in Frankrijk Barthelémi de Chasseneuz, die ratten wist vrij te pleiten, lees ik in een boek uit 1898: Credulities Past and Present.
De aanstootgevende knaagdieren werden gesommeerd door een gerechtsdienaar die de aanklacht voorlas op plekken die door hen werden gefrequenteerd. Daarbij was de beschrijving van het dier en zijn misdaad belangrijk, zodat de juiste dieren werden aangesproken en anderen, de luizen en de vlooien, de honden en de vleermuizen zich niet geroepen voelden.
Maar toen er bij het process geen rat kwam opdagen, beargumenteerde Chasseneuz dat misschien toch een wijdere sommatie van belang was, omdat waar enkele ratten zich hadden misdragen, het belang voor andere ratten allicht ook aan de orde was. Daar was het hof het mee eens, en bodes gingen uit naar alle hoeken van het diocees om ratten toe te spreken en op te roepen. Helaas...
Maar Chasseneuz had nog meer pijlen op zijn boog. Hij vroeg om meer tijd, want tenslotte was de oproep ook bestemd voor oude en zieke ratten, en daarvoor moest het hof de nodige voorbereidingen treffen.
Een nieuwe dag werd geprikt. Maar wie schetst ieders verbazing, weer geen rat.
Ja maar, pleitte de slimme advocaat, de gerechtsdienaren bezitten katten, en mijn cliënten hebben geen garantie gekregen dat die katten ze goed gezind zijn. Natuurlijk willen ze maar al te graag aan de oproep van het Hof voldoen, maar, ziet u....Als de dienaren der wet kunnen garant staan voor het onberispelijke gedrag van hun katten zodat die zich niet aan mijn clienten zullen vergrijpen, op straffe van een zware boete, dan is er geen enkel beletsel meer voor het doen voorkomen van de rattenpopulatie.

Het Hof beaamde de redelijkheid van dit argument, en verdaagde het proces, zonder een datum te noemen.
De ratten gingen vrijuit, en de naam van advocaat Chasseneuz was gevestigd.
Ik stel me voor dat menig varken, rat of spinkhaan bij hem heeft aangeklopt voor zijn verdediging.....


Zo. Dat had ik dus al een tijdje geleden geschreven, denkend - hoe naief - dat deze onzin ook echt verleden tijd is.

Maar nee. Fortean Times heeft deze maand een klein berichtje (overgenomen uit de Indiase pers) over een duif die in de deelstaat Punjab in staat van beschuldiging is gesteld omdat hij verdacht werd van spionage. Het dier werd naar het politiebureau van Amritsar gebracht en onder gewapende bewaking vastgehouden. Reden? Het vogeltje had een ring om met een adres in Pakistan. Logisch dat men dat niet vertrouwde.

Of onze gevleugelde spion een advocaat kreeg toegewezen vermeldt het verhaal niet.

EEN LIFT NAAR DE HEMEL

Bron: Fortean Times juli 2008

Ach.
Op 20 april 2008 bond de Braziliaanse priester vader Adelir Antonio di Carli zijn stoel vast aan een bundel van meer dan duizend met helium gevulde balonnen, en ging de lucht in.
Zij doel was het staande 19 uur durende record te verbeteren, en met de opbrengst van zijn publiciteitsstunt een spiritueel centrum te stichten voor de lokale bevolking.
Di Carli had al eerder met balonnen gevlogen, en bij die gelegenheid was hij na 4 uur veilig geland in Argentinië.
Ook deze keer had hij zich weer goed voorbereid, en een warm pak aangetrokken, een waterproef overall en een helm. Bovendien was de priester een ervaren sky-diver en getraind in jungle overlevings- technieken. Ook was hij uitgerust met GPS , een sateliet-telefoon en genoeg water en voedsel voor een dag of 5.
Dus niets was aan het toeval overgelaten.
Maar na 8 uur van regelmatige berichten naar de thuisbasis verloor men het contact met de ondernemende Di Carli.
Twee dagen later werden 50 van de balonnen een eind uit de kust gezien, maar de stoel noch de priester hingen eraan.
Hoewel men aanvankelijk hoop koesterde dat hij levend teruggevonden zou worden, leverden zoekacties niets op, en na enige dagen staakten marine en luchtmacht hun pogingen.
Van de priester is nooit meer iets vernomen.
Was hij doorgevlogen om Petrus de hand te drukken?

ECHT GEZIEN

Wie het magische boek 'Nils Holgerssons Wonderbare Reis' van de Zweedse schrijfster Selma Lagerlöff heeft gelezen heeft misschien net als ik het beeld van de gevangen kabouter op het netvlies gebrand gekregen, en alles wat daarna volgde aan belevenissen op dwergenformaat. Niet van de veel latere tekenfilm, maar van het boek, dat toen, zo'n 60 jaar geleden, niet eens een enkel plaatje had! Plaatjes genoeg, in je hoofd.
Lees het je kinderen voor, en geniet.
Het boek dat Lagerlöff schreef als een schoolboek voor de kennis van haar vaderland heeft mij als 9-jarige wijd opengezet voor een magische werkelijkheid, en samen met enkele andere boeken zowat alles in gang gezet waar ik nu na al die jaren nog steeds over wil schrijven.

Waarom maakte dat boek zoveel meer indruk dan andere kinderboeken? Ik denk door de koppeling met het herkenbare leven. Is dat niet het geheim van een werkelijk indrukwekkend miraculeus verhaal? Dat het aanknopingspunten geeft met het dagelijkse wat we kennen?
Alleen daardoor komt het magische overtuigend binnen, sterker dan bij een verhaal over prinsen die in een kikker veranderen.
Vanaf Niels Holgerson las ik meer over trollen en dwergen en donkere bergen en de natuurwezens die zich daar ophouden. Griegs Peer Gynt-suite verzorgde de muzikale achtergrond. Daar kunnen geleide meditaties niet tegenop. Leve de magie, houd haar in ere!

Intussen ben ik achter iets wat ik ook toen al vermoedde: gnomen, dwergen, elfen bestaan echt. Er zijn mensen die ze zien. Persoonlijk ken ik zulke mensen, en ik heb geen reden om aan te nemen dat ze fantaseren.
U kent zulke mensen vast ook. Misschien bent u er zelf wel een.
Op internet zijn veel verhalen te vinden van mensen die een toevallige ontmoeting hadden met zo'n ukkie: een Tomte, Nisse, Pooka, Pixie, Goblin, Faery, Gnome, Leprechaun of bij welke naam leden van het ras worden aangesproken. Veel van die verhalen klinken waar, en geven te denken.
Vooral als de getuigenissen komen van mensen die totaal niet in de gelovige hoek zitten, maar overvallen worden door iets wat ze liever niet gezien zouden hebben. Zoals een nuchtere wetenschapper (uit: Ron Quinn 'Little People' , die op een gegeven moment uit het raam van zijn vakantiehuisje kijkt en daar in de schemering een kring mannetjes ziet dansen van een cm of 30 lang, bij zachte muziek die nergens vandaan lijkt te komen. In ieder geval niet van een bron die de arme man kent. Hij is confuus, en wendt zich af. Maar als hij weer kijkt is de kring is er nog steeds. Tenslotte lost die zich op, maar de wetenschapper heeft er een geestelijke dimensie bijgekregen.
Dansten ze daarom op die plaats? Wie zal het zeggen.

Op een hete zomeravond in augustus 1919 is Harry Anderson, een jongen van 13 alleen op de terugweg van een boodschap bij een naburige boerderij. De maan is vol, en er is geen mens in de buurt. Hij volgt het karrespoor naar huis. Dan ziet de jongen een stuk of 20 kleine mannetjes achter elkaar aanlopen. Ze komen in zijn richting, zijn gekleed in kniebroek met bretels, en geen hemd. Hun huid is licht. De mannetjes besteden geen aandacht aan Harry, die als de dood is en niet om durft te kijken als ze hem eenmaal voorbij zijn.
Zijn moeder lacht niet. Die is van oorsprong Iers, en weet wel beter.
Vele jaren later, als Harry het verhaal aan zijn vrouw vertelt, schrijft die het op en stuurt het in 1969 naar FATE. Ze gelooft haar man, die volgens haar de minst fantasierijke persoon is die je je kunt voorstellen.
Een doorslag van het getikte artikel doet ze in een la onder de schrijfmachine. Als ze het artikel van FATE terugkrijgt, wil ze dat in dezelfde la doen, maar de doorslag is verdwenen. Twee weken later kijkt ze weer in de la, en dan is ook het oorspronkelijke artikel weg. Ze weet absoluut zeker dat ze het bewaard heeft.
"Misschien", zegt ze, "heeft iemand me willen vertellen dat ik er niet verder over moet praten?"

In de lente van 1973 maken Sally en Michael Ellsworth een tochtje in het achterland van Liberty, New York.
Als ze een platte band krijgen en Michael bezig is die te vervangen, loopt Sally alleen de natuur in. Dan hoort ze tussen de bloemen aan de voet van de heuvel gelach, en ze ziet wat beweging tussen de bloemen. Denkend dat het vogels zijn loopt ze weer in de richting van de auto. Maar dan hoort ze weer het zachte gegiechel en ze blijft staan. Tot haar verbazing komt er onder het groen een klein gezichtje tevoorschijn, dat zich snel terugtrekt.
Sally roept Michael. Samen zien ze een klein handje uit het groen komen. Terwijl ze naar de heuvel kijken zien ze drie kinderen, twee meisjes en een jongen, van onder de bloemen vandaan komen en naar boven klimmen.
Niets bijzonders...behalve dat de kinderen zo'n 25 cm groot waren.
Beiden zijn tot op de dag van vandaag overtuigd dat dat was wat ze zagen op die zondag in het voorjaar van 1973.

Deze verhalen zijn niet enig in hun soort. De meeste mensen die een dergelijke ervaring hebben zullen hem nooit verder vertellen. Maar het zijn er evengoed teveel om ze aan fantasie of zinsbegoocheling te kunnen toeschrijven
Laten we onze ogen en onze geest wijd openzetten, en rekening houden met het onmogelijke
.

zondag 22 augustus 2010

MYSTERIE VAN EEN MAGISCHE POP

Reisverhalen, vooral die uit wat langer vervlogen jaren, zitten vaak vol met interessante details. Het mooiste zijn verhalen van reizigers die niet gewoontegetrouw oorspronkelijke culturen benaderen met de laakbare arrogantie waar onze westerse wereld al zoveel kwaad mee heeft aangericht. Ook hier geldt: een open mind is de beste garantie voor wérkelijke avonturen.
Een boek van de goeie soort is 'Magic and Mystics of Java, van Nina Epton, uit 1974.
Nina Epton was een Engelse vrouw die er haar levensdoel van gemaakt had ongerepte gebieden te betreden en een mooi verhaal mee terug te nemen.

Op een gegeven moment wordt Nina fluisterend uitgenodigd voor een obscuur Javaans ritueel: een Ni Tuwong séance. Nina, die daar nog nooit van heeft gehoord maar in is voor elke nieuwe ervaring, gaat met de Javaan Arafa naar een afgelegen kampong zo'n 20 km van Jakarta. De plaats van samenkomst: een begraafplaats enkele honderden meters buiten de kampong.

Zij schrijft: "Bovenop de heuvel waartegen de begraafplaats is gebouwd was een groepje oude vrouwen bezig met een object dat op een graf lag. Jongere vrouwen plaatsten kleine offerschalen voor goden en voorouders rond het graf, met wierook en rozenbladeren.
De vrouwen, klaar met waar ze mee bezig waren, begonnen een treurige melodie te zingen.
In het centrum van ieders aandacht, opgepropt tegen de grafstaan, zichbaar voor iedereen, zat een monsterlijke pop die overgenomen moest worden door de geest Ni Tuwong.
De pop was grotesk. Een kop van kokosnootschil met geschilderde ogen, bamboestokken als armen en een bamboelijf waaromheen een sarong was gewikkeld.
Toen de oude vrouwen het gevoel hadden dat de geest van Ni Tuwong lang genoeg de tijd had gehad om bezit te nemen van de pop, werd Arafa belast met het dragen van het bizarre geval naar de kampong.
Tijdens de processie zongen de vrouwen en deden ze dingen met de pop, terwijl de meisjes volgden met de wierook. De atmosfeer was geladen, en ik kon het gevoel niet van me afzetten dat er een ongeziene 'presentie' onder ons was.

Aan de rand van het dorp zette Arafa de pop tegen een cocospalm. De meisjes plaatsten de offerrandes rondom de boom. Het gemompel verstomde. Een van de oude vrouwen hield een spiegel voor het domme gezicht van de pop, die niet begrijpend naar z'n spiegelbeeld staarde. Iedereen hield de adem in.
Het lijkt een absurde scène, maar dat was het niet; het was griezelig. Was het werkelijk zo dat het gezicht van de pop veranderde, en niet langer meer een levenloze kokosnoot was?
De pop kwam, bijna onmerkbaar, tot leven, en wiegde van de ene naar de andere kant. Was ik gek geworden, of het slachtoffer van een hallucinatie?
Nu draaide het hoofd van de pop weg van de spiegel en keek naar de jonge meisjes die zich ervoor verzameld hadden. De bamboe armen begonnen te stuiptrekken, maar er stond niemand achter de boom die dat op z'n geweten kon hebben.
Een oude vrouw sprak zacht met de jonge meisjes achter haar, die met elkaar begonnen te fluisteren.
Toen nam een van hen het initiatief en stelde een vraag aan de pop. Ni Tuwong draaide haar hoofd van links naar rechts. Het antwoord was Nee. De meisjes giechelden. "Je zult dit jaar nog niet trouwen", vertaalde de oude vrouw.
Een ander meisje vroeg nu iets aan de pop, en ditmaal was het antwoord ja, haar moeder zou genezen van haar ziekte.
Nu kwam de ene na de andere vraag los, en de pop rolde haar hoofd steeds sneller en haar bamboestaakarmen bewogen heftig in alle richtingen.
Toen vroeg Arafa: "Ti Nuwang, wie is de nieuwe vriendin in ons midden?"
Iedereen zweeg terwijl de pop haar belachelijke hoofd draaide en met een puntige stokarm abrubt naar mij wees.
Ik was verbijsterd. Gebiologeerd staarde ik naar de pop en ik voelde dat het bloed uit m'n hoofd wegtrok.
Ni Tuwong was zo plotseling naar voren gebogen dat ze was omgevallen.
Daar lag ze, gezicht naar de grond, met de stokarmen uitgestrekt.
"Ze is weg - het is voorbij", zei een van de meisjes.

De mensen begonnen zich te verspreiden. Voor de achterblijvers werd thee geserveerd. Niemand was nog geïnteresseerd in de levenloze pop die aan de voet van de boom bleef liggen als een afgedankt stuk speelgoed.

Arafa kwam bij me zitten. Hij lachte. "Vond je dat geen mooie slotactie?", vroeg hij.
Ik kon er niet om lachen.Ondanks de hitte trilde ik nog steeds. "We moeten terug", zei ik, "het is al laat."
"Vertel in Jakarta maar niets over Ni Tuwong", zei Arafa. "Ze geloven daar niet in haar, weet je."

vrijdag 20 augustus 2010

P.M.H.ATWATER

Van de vele boeken die er over Bijna Dood Ervarinegen zijn geschreven is bij ons dat van cardioloog Pim van Lommel, 'Eindeloos Bewustzijn' verreweg het bekendste. Van alle anderen die erover gepubliceerd hebben en die vertaald zijn in het \nederlands is waarschijnlijk dat van Raymond Moody, 'Leven na dit Leven', het meest invloedrijk geweest en ook het meest gelezen. Moody was de eerste die halverwege de 70er jaren systematisch onderzoek deed naar BDE's en de ervaringen onderbracht in een wetenschappelijk hanteerbaar model.
Door zijn pioniersarbeid werden de ervaringen in kaart gebracht en door zijn boeken onder de aandacht van een groot publiek, en het was daardoor dat de mensen die het meemaakten eindelijk doorkregen dat ze niet de enigen waren met zo'n levensveranderende ervaring.
Dat was een groot goed voor wie het meemaakte, en ook een zegen voor skeptici, want de controverse barstte onverwijld los, en duurt nog steeds onverminderd voort.
In Amerika werd in 1981 IANDS (International Association for Near Death Studies) opgericht, en in Nederland volgde in 1988 de stichting Merkawa, die nauwe banden onderhoudt met haar grote zus in de USA.

Iemand die decennia lang aan de weg timmerde was P.M.H. Atwater. Sinds 1978 is ze een van de belangrijkste sprekers en denkers op het gebied van de bijna dood ervaring, die ze zelf in 1977 drie keer heeft meegemaakt.
Ze schreef tot nu toe 15 boeken waarin alle aspecten van het verschijnsel aan de orde komen. Op z'n minst één van die boeken is vertaald: 'Naar het licht' (Strengholt 1995).


Aan alles komt een eind.
In het zomernummer van "Vital Signs' , het blad van IANDS, lees ik haar afscheidsartikel. Haar decennialang getrek van plaats naar plaats om lezingen te geven en symposia te leiden is voorbij.
Maar in dit afscheiddsartikeltje beschrijft ze hoe het allemaal zo gekomen is, hoe de 'Stem Als Geen Andere' haar tijdens de derde BDE opdroeg drie boeken te schrijven; 'one for each death' - een voor iedere 'dood', en haar verder stuurde in de richting van research. En wie ben je dan om die Stem aan je laars te lappen.
Maar de hemelse bemoeienis ging blijkbaar nog verder. Atwater vertelt hoe ze onder het schrijven werd begeleid door 'sparkles', vonkjes, die de inhoud voor haar uitspelden. Nooit was ze van plan geweest om een boek te schrijven, maar de dingen verlopen niet altijd volgens plan. Nu moest ze wel. Het werden er 15.
Allemaal gecheckt in meditatie en gebed om erachter te komen of ze zichzelf voor de gek zat te houden of dat het echt gebeurde zoals ze het zag.
Het 16de boek is in voorbereiding, het zal in januari 2011 uitkomen, en de werktitel is: 'Straight Talk about the Near-Death Experience: Who we Are as Humans, Where We're Headed as the Souls We Truly Are.


In dit boek, zegt Atwater, zeg ik dingen die ik tevoren nooit heb durven zeggen, en beken ik dat ik energie kan zien.
In de tien jaar voor haar BDE's deed Atwater al onderzoek naar bewustzijnstoestanden, mystieke ervaringen en psychische fenomenen. In dit boek heeft ze de ervaringen van bij elkaar 7000 mensen verzameld via persoonlijke interviews. Is het een obesessie? Zeker, zegt ze zelf.



Het meest overheersende gevoel na zoveel jaar veldwerk is dankbaarheid, gericht aan al die mensen die hun buitengewone levens met haar durfden delen, en in de eerste plaats aan Kenneth Ring, psychisch onderzoeker en auteur van boeken over deze en andere ervaringen, die in 1977 in een boekhandel een klein boekje vond: "I Died Three Times' , en toen alles op alles zette om Atwater, totaal onbekend, te vinden.
Zo wordt onze weg uitgestippeld, en zo gebeuren wonderen.
We kijken uit naar dat allerlaatste boek!

PENNIES FROM HEAVEN

Grappenmakers in de hemel?
Het lijkt er soms wel op.
Berichten over het vallen van voorwerpen of dieren die niet in de hogere regionen thuishoren zijn vrij algemeen. Maar munten? In 1800 vielen ze bij bosjes op Trafalgar Square, waardoor menigten Londenaren door de knieën gingen om er zoveel mogelijk van op te rapen.
Op 18 januari 1928 gebeurde dat nogmaals, maar deze keer niet in het openbaar, maar binnenshuis bij de familie Robinson in New York. Koperen munten materialiseerden uit het niets.
Dat zulke gebeurtenissen ook heel specifiek kunnen zijn bewijst het volgende verhaal uit
Fortean Times:

Mijn vader was speciaal gehecht aan pennies. Hij vond het leuk als hij er een vond, en het overkwam hem nogal eens dat hij er een op straat zag liggen. Zijn geliefde Chihuahua noemde hij zelfs Penny.
In 1994 stierf hij aan longkanker. Een paar weken na zijn dood werd ik om 3 uur 's nachts wakker, en daar stond mijn vader, aan de voeteneinde van mijn bed. Hij zag er gezond uit en een stuk jonger dan toen hij stierf.
Hij droeg een van zijn geliefde geruite hemden. Sue, zei hij, ik heb geen pijn meer. Toen was hij weg.
Hij wist hoe erg ik het had gevonden om hem pijn te zien lijden en hij wilde me geruststellen dat dat nu voorbij was.
Toch, naarmate de tijd verstreek, was ik bang dat zijn boodschap alleen een droom was geweest.

Niet lang daarna begonnen er overal in huis pennies te verschijnen. Ik ben tamelijk netjes, en ik laat geen spullen slingeren. Mijn echtgenoot is nog netter dan ik, dus er is geen kans dat losse pennies blijven liggen waar ze niet horen.
De pennies verschenen steeds op rare plaatsen: in het midden van een net opgemaakt bed, op een kale tafel, of zelfs tussen de toetsen van m'n keyboard. En nee, m'n echtgenoot kan het niet gedaan hebben, want die was vaak net op zakenreis als ik er een vond.
Ik begon ook buiten steeds pennies te vinden, net als mijn vader had gedaan, alsof ze zich zomaar manifesteer-den, telkens als ik aan mijn vader dacht. Er rolde er zelfs een keer een uit m'n jurk, net toen ik in een hotel op weg was naar een belangrijke afspraak. Toen ik erop ging letten vond ik steeds pennies als ik me ergens zorgen over maakte.
Nu, vijf jaar na de dood van m'n vader, vind ik nog steeds pennies als ik gespannen ben. In paranormale termen heten dat 'apports' .
Ik twijfel er niet aan dat mijn vader genoeg energie kan oproepen om pennies te laten verschijnen, als teken dat hij voortleeft en bij me is.
Naast m'n bed staat een glazen pot waarin ik de pennies bewaar. In tijden van verdriet of stress neem ik ze in m'n hand . Ze zijn een troost. De pennies die m'n vader verzamelde en aan mij stuurde zijn echt 'pennies from Heaven'

ONTMOETING MET EEN ENGEL

uit FATE: True Mystical Experiences

Zulke verhalen zijn er veel. En toch zijn ze steeds de moeite waard om te lezen, en door te vertellen.
Deze keer is het Maureen, een vrouw die in een sombere bui naar een somber strand is gegaan. De ijzige mist en de harde wind maken dat ze de enige is. Niet echt een plek waar je vrolijk wordt, maar daar ging het de vrouw ook niet om. Ze wilde gewoon alleen zijn, en het kille strand bevestigde haar innerlijke toestand.
Optornend tegen de wind vond ze een rotsblok waar ze op kon zitten.
Ineens stond er een grote man achter haar in een flanel shirt en een gescheurde spijkerbroek. Hij had een ongekamde haardos en een stevige donkere baard.
Zijn onverwacht stralende glimlach gaf Maureen een veilig gevoel toen hij vroeg of hij bij haar mocht komen zitten.
Waar hij vandaan kwam? Van daar... wees hij vaag, achter de hoogste klif.
Maureen stortte haar bezwaarde hart uit. Ze wandelden een stukje, en ze voelde dat het gesprek haar goed deed. Zijn antwoorden waren spaarzaam en verstandig. Af en toe lachten ze samen.
Toen zei hij weg te moeten.
Drie uur waren ze samen geweest, en in Maureens beleving waren het minuten. Soms is het makkelijker praten met een vreemde dan met mensen uit je omgeving, merkte ze op. Zo open was ze niet gauw met iemand.
Hij glimlachte.
Maureen keek heel even een andere kant op, en toen ze afscheid wilde nemen was de man verdwenen.
Nergens waar hij heen kon zijn gegaan.
Ze keek naar de sporen op de grond. Alleen de hare. Ze liep terug naar de rots waarop ze gezeten hadden: ook daar alleen haar voetsporen. Waar hij vandaan was gekomen: geen spoor.
Had Maureen drie uur lang met een engel gepraat?
Ze zou de ontmoeting nooit meer vergeten. Engelen komen als we ze het meest nodig hebben maar ze het minst verwachten.

Naschrift: Dit verhaal roept associaties op met het bekende christelijke parabeltje 'Voetstappen in het zand' , dat op internet honderden keren te vinden is. Met dit verschil dat het in bovenstaand verhaal over een echte ervaring gaat, geschreven en ondertekend door Maureen .

MOTHER SHIPTON

We kennen allemaal Nostradamus, maar wie kent 'Mother Shipton'?
Voor zover we weten heeft ze echt bestaan, een heks en profetes geboren in (ongeveer) 1488 en gestorven in 1568.
Alles wat we van haar weten hebben we te danken aan latere biografieën, want in de historische annalen is ze niet terug te vinden.
Dus de kans bestaat dat er nooit een moeder Shipton is geweest. Historici zijn het er nooit over eens geworden.
Hoe dan ook: Moeder Shipton's echte naam was Ursula Southill, en haar moeder, Agatha Southill was een heks, zodat Ursula als kind als het 'Devil's Child' werd genoemd.
Haar uiterlijk had ze ook al niet mee, en dat moedigde haar magische reputatie alleen maar aan.
Richard Head, een biograaf van Mother Shipton (een van de velen) schreef in 1648: "Haar lichaam was kort, haar hoofd was lang, met scherpe vurige ogen, haar neus was buiten proportie, van een ongelofelijke lengte, met krommingen en bulten, en voorzien van veel vreemde puisten in verschillende kleuren, zoals rood, blauw en bruin. Haar aanblik was angstwekkend voor de toeschouwers, en omdat haar neus ook nog licht gaf was het als met de dampen uit de hel: men had geen ander licht meer nodig."

Hoewel dit natuurlijk een aangedikt verhaal is, moet Ursula wel slecht bedeeld zijn geweest door moeder natuur. Tegenwoordig zouden we ons met zorg afvragen hoe erg het arme kind gepest werd door leeftijdgenoten, maar waarschijnlijk waren in die tijd meer kinderen dan nu niet zo recht van lijf en leden.
In ieder geval heeft het haar niet belet om te trouwen. Ze was toen 24, en al jaren doende met voorspellingen. Haar huwelijk met Tobias Shipton schijnt harmonisch geweest te zijn.

Zoals dat gaat met legendarische figuren, zijn veel profetieën op haar naam gezet, terwijl ze door (veel) latere vogels waren bedacht. De meeste echte voorspellingen hadden te maken met haar eigen tijd, en haar helderziendheid met het dagelijks leven. Er zijn verhalen van hoge heren die haar incognito in haar hutje kwamen opzoeken, ongeveer zoals ze nu een bekende helderziende stiekem zouden raadplegen.
Maar Moeder Shipton konden ze niets wijs maken, die zag door elke vermomming heen.

Volgens de traditie werd Ursula geboren in een grot bij Knaresborough, North Yorkshire. Daar was haar 15 jarige ongetrouwde moeder vanwege narigheid in het dorp heengevlucht. De grot bij de 'Dropping Well' had een slechte reputatie, omdat het bronwater op den duur alles in steen veranderde.
Dat is geen geintje, dat is echt zo. Alleen wist men toen nog niet dat dat een natuurlijk verschijnsel is bij water met een hoog gehalte aan calcium. Objecten die door het water worden besproeid 'verstenen' in ongeveer 6 maanden.
Al met al een geschikte plaats voor een legendarische zieneres om geboren te worden!

Haar voorspellingen hadden dezelfde onbegrijpelijkheid als die van Nostradamus, maar omdat ze zich niet over eeuwen uitstrekten kon men noch binnen dezelfde generatie constateren dat ze uitkwamen. Een soort 'Aha Erlebnis' , voor wat het waard was. Haar naam en faam wist ze er in elk geval mee te vestigen.
Later in haar leven breidden de voorspellingen zich uit naar kerk en staat, en men zegt dat ze vaak de spijker op de kop sloeg.

Volgens een van haar biografen voorspelde ze de ondergang van de wereld in 1881, iets wat Engeland behoorlijk alarmeerde. Mensen verlieten hun huizen en brachten de nacht door in gebed in kerken en kapellen. Zoals we weten ging het ook die keer niet door, maar het zegt wel iets over haar invloed, zelfs drie eeuwen na haar dood.

Haar voorspellingen van moderne zegeningen als vliegtuigen, ijzeren schepen, motoren, onderzeeërs en zelfs radio en internet kunnen we met een grote korrel zout nemen, omdat ze hoogstwaarschijnlijk later in haar naam zijn geschreven.
Wanneer een vers als:
"Around the World thoughts shall fly, in the twinkling of an eye" werkelijk over email ging, dan was Mother Shipton bepaald de beste profetes geweest uit de geschiedenis.

Dat ze nog niet vergeten is blijkt uit de populariteit van de geboortegrot, waar mensen speelgoed komen ophangen, bij voorkeur teddyberen, om ze daar te laten verstenen.
Waar of niet waar, historisch of niet, Mother Shipton is een kleurrijke legende die het waard is in leven te blijven.

zaterdag 14 augustus 2010

STANDBEELD

We kennen allemaal de Mona reclame van die opgewekte Limburger die zo opgaat in z'n toetje dat hij in verstijfde toestand weer tot leven gewekt moet worden. "Hij zit weer vast" , zegt z'n vrouw terwijl ze'm een duw geeft.
Daar moest ik aan denken toen ik een verhaal las over een duitse circusartiest Helmut Kichmeier die zwaarden slikt voor z'n brood.
Onlangs had de goede man een cursus zelfhypnose gedaan om het slikken te vergemakkelijken, maar toen hij voor de spiegel stond te oefenen raakte hij in zo'n diepe trance dat hij 5 uur lang als een standbeeld bleef staan, tot zijn vrouw hem vond. Omdat het haar niet lukte Helmut uit zijn standvastige positie te bevrijden, riep ze de hulp in van de hypnotherapist waar de zwaardslikker de kunst geleerd had. Die kon hem via de telefoon uit zijn katatone positie verlossen.
Ik had geen idee dat de methode zo krachtig zou zijn, zei de slikker, die al een keer op intensive care terecht is gekomen toen hij zich verslikte in een meter lange sabel.
Je moet er maar trek in hebben.

Geef mij maar Mona.

SLAAPWANDELEN

Een kind dat een slaapwandelaar imiteert sluit krampachtig z'n ogen en strekt z'n armen voor zich uit, want dat is het beeld dat cartoons geven van slaapwandelaars. Liefst lopen ze dan ook nog levensgevaarlijk op een dak te balanceren, zonder er af te vallen. Mits men ze niet wakker maakt.
Maar met slaapwandelen is veel meer aan de hand, en de meeste slaapwandelaars hebben niks met daken.
Veel slaapwandelaars hebben hun ogen open, ook al zien ze niets.

Het was al sinds de 18de eeuwse inspanningen van de Franse voortrekkers in het onderzoek naar bijzondere geestestoestanden Anton Mesmer (1735-1815), de Markies de Puységur (1751-1825 en de latere Jean-Martin Charcot (1825-1893) bekend dat mensen die daar aan lijden lang niet altijd wandelen, maar vaak wel over bijzondere gaven beschikken. De duitser Justinus Kerner (1786-1862) heeft zijn voor die tijd bijzonder 'wetenschappelijke' bevindingen vastgelegd in het boek 'De zieneres van Prevorst', over de jonge vrouw Frederike Hauffe (1801-1829), die al 'slaapwandelend' helderziend was, voorspellingen deed en diagnoses stelde.
Haar veelvuldige somnambulante toestanden wisselden normale bewustzijns perioden af, waarin ze ziek was en tot weinig in staat.
In een boek uit 1887 van de theosoof Henry S. Olcott: 'Posthumus Humanity' wordt veel aandacht besteed aan slaapwandelen, of 'somnambulisme' zoals het destijds heette.
Het leukste zijn altijd de voorbeelden. Zo vertelt Olcott over een vrouw die 's nachts geplaagd werd door de gedachte aan voorbereidingen die ze nog te treffen had: de volgende dag zou er een feest zijn waarvoor nog het een en ander moest gebeuren. Dat werd dus vroeg opstaan.
Een situatie die we allemaal kennen: in ontspannen toestand van halfslaap lijkt ineens de onrust toe te slaan: bergen van zorgen reizen op en men ziet het allemaal even niet meer in perspectief. Dan komt de slaap, en de volgende dag, waarin alles lichter lijkt. Maar deze vrouw sliep, en stond op, begaf zich naar de keuken en begon te schrobben en te poetsen en te kletteren met pannen en potten....en toen ging ze slapen.
Maar ze stond vroeg op, want er was een keuken te kuisen....Groot was haar verbazing dat alles al gebeurd was.
Aan haar nachtelijke activiteiten had ze geen enkele herinnering.
Hetzelfde was het geval met een vrouw die de trui die ze aan het breien was voltooid vond in de ochtend van de volgende dag.
Je kunt je afvragen of het sprookje van 'de kaboutertjes' die 's nachts het werk verzetten misschien uit zulke verhalen gegroeid is?

Schrijft Olcott: "Wanneer de spanning die somnambulisme triggert zich voordoet in een studieus mens, dan kunnen er wonderlijke dingen gebeuren. Geleerden hebben artikelen geschreven terwijl ze sliepen, wiskundigen vonden oplossingen voor problemen waarnaar ze de vorige avond vergeefs hadden gezocht, mensen zonder enig poëtisch talent hebben prachtige en literair hoogstaande gedichten geschreven. Zulke feiten komen vooral voor bij mensen die er geen gewoonte van maken te slaapwandelen. 'Natuurlijke' somnambulisten doen juist vaak onredelijke dingen, en er zijn gevallen bekend van mensen die inderdaad van het dak geplukt moesten worden, of zonder hun kleding werden aangetroffen, iets wat in de 19de eeuw tamelijk scandaleus was.
Wat wel opvalt is dat slaapwandelaars, ogen open of dicht, hun motorieke vaardigheden schijnen te behouden, of gekker nog, staaltjes van handigheid laten zien die ze van z'n levensdagen in wakende toestand niet zouden evenaren. Obstakels worden moeiteloos gemeden.
Wanneer de slaapwandelaar tijdens een volgende periode van somnambulisme wordt ondervraagd over zijn nachtelijke uitspattingen, dan weet hij die precies. Ongeveer zoals wij ons soms in een droom herinneren dat we dat al eerder hebben gedroomd, terwijl die herinnering ons in ons wakende leven niet te binnen wil schieten.
Olcott beschrijft mensen die in slaapwandelende toestand iets te lezen krijgen, en niet schijnen te weten met welk orgaan ze dat moeten doen. Sommigen houden het papier bij hun maag, anderen tegen hun voorhoofd.
In latere jaren is ontdekt dat er meer mensen zijn dan we denken die in wakende toestand 'zien' met hun vingers, hun oren, of hun maag. In China zijn daar opzienbarende proeven mee genomen.

De grenzen tussen droom, somnambulisme en en hypnotische trance zijn niet scherp te trekken. Maar in alle gevallen komt het voor dat de 'slaper' beschikt over faculteiten die hij normaal niet heeft. Sommigen schijnen toegang te krijgen tot verleden, heden en toekomst, alsof de beperkingen van de lineaire tijd en het stoffelijke lichaam en zintuigen plaats maken voor onbeperkte psychometrische toegang tot de databank die er ongeweten altijd om ons heen is, gedragen door 'magnetisch fluïde' .
Over het 'en rapport' zijn van mensen over een grote afstand zegt hij het volgende: "Deze fluïde uitstralingen vormt rond twee personen een atmosfeer waarvan de golven ver reiken.

De somnambulist gaat als het ware op zoek naar het voorwerp van zijn wensen, en als de trillingen overeenkomen dan kan er communicatie ontstaan tussen mensen of met gebeurtenissen, en het is mogelijk dat de somnambulist wordt waargenomen op de plek waar hij heen is gegaan.
We hebben dan te maken met een 'dubbel' , een objectief waar te nemen verschijning van degene die mijlenver droomt , wakker is, of in een toestand ertussenin."

HET GEWICHT VAN TOEVAL

Dit stuk vond ik op internet. Anoniem. Iemand wil z'n ervaring delen. Maar ik vond het interessant genoeg om het stukje hier gedeeltelijk te vertalen.

"Een paar dagen geleden liep ik erover te denken om hogere machten advies te vragen hoe ik van m'n overgewicht afkom. Niet erg serieus en zeker niet religieus bedoeld, maar een mens speelt wel eens met een gedachte. Ik was hem al snel weer vergeten.

Gisteren stond ik op een volle bushalte. Iedereen propte zich in de eerste de beste bus, maar ik besloot om de volgende te nemen, in de hoop dat die wat rustiger was. Naast me stond een Indiaanse man, die blijkbaar hetzelfde had besloten.

Hij glimlachte, en wees naar m'n buik. "En", vroeg hij, "wat ben je van plan om daaraan te doen, eh?"
Hij was niet vervelend - eerder nieuwsgierig en wel sympathiek. Dus vertelde ik hem dat ik een dieet volgde, en soms wat oefeningen deed.
"Je zou de ademmethode moeten doen", zei hij. "Verbazend. Werkt als magie. Mijn zwager is er 20 pond mee kwijtgeraakt."

De volgende bus kwam eraan, en we stapten in. De man begon me instructies te geven over hoe ik die oefening moest uitvoeren. Hij zei dat het werkte als een combinatie van versterken van de buikspieren, het bevorderen van de doorbloeding in dat gebied, en de betreffende chakra activeren.
Toen wenste hij me geluk, en stapte uit bij de volgende halte.

Mocht het je interesseren, de truc is om rechtop te staan en je buik naar buiten te duwen zonder je rug en borst te bewegen. Die houding even vasthouden en dan je buik weer intrekken, nog steeds zonder andere bewegingen. Laat lucht in je longen stromen en blaas die met kracht uit. Doe die oefeningen twee keer per dag een aantal keren achter elkaar, tot je bekaf bent.

Maar afgezien van de oefeningen: ik had die man nooit eerder ontmoet. En ik ben nog nooit met een vreemde een conversatie begonnen over mijn gewicht. Ik ben ook niet opvallend dik of zo.
De man had geen reden om me aan te spreken. Hij wou me geen product verkopen, en er was geen aanleiding voor zijn opmerking. Hij en het gesprek kwamen uit het niets.
Minder dan 24 uur nadat ik me had voorgsteld - alleen maar had voorgesteld - dat ik hulp kon vragen voor m'n gewicht. "

GEEN KEUS

Men hoort het nogal eens als verdediging: Ik had geen keus. De enige optie die ik had was om dat kind te verkrachten, of die mevrouw haar tasje te ontrukken. Ze wou het niet afgeven, dus wat kon ik doen? Toch?
We begrijpen allemaal wat een bullshit zo'n verweer is, maar de agressor schijnt daar niet van doordrongen te raken. Die kan het niet helpen, want hij had geen keus.
Ook de prelaten en priesters die zich vergrepen aan kinderen vinden vaak dat ze geen keus hadden. Ze bedoelden het goed, en van het een komt het ander. Zo gaat dat nou eenmaal. Het vlees is zwak, dat weten we al uit de bijbel.


Bij sommige mensen schijnt de logica niet verder te reiken dan het eigenbelang.
Een veelgehoorde goeie is ook: iederéén doet het.
Iederéén krijgt een kolossale bonus, declareert veel te veel, pikt van de baas, neemt steekpenningen aan, surft op internet uren op rekening van het bedrijf, en ga zo maar door.

Grote en kleinere ethische missers waarvan niemand de schuld kan krijgen, zolang iederéén het doet. Wie weigert of de klok gaat luiden weet hoe laat het is.

We verschuilen ons graag achter de ruggen van anderen, en zijn die ruggen weg en worden we alléén ter verantwoording geroepen, dan kijken we wel link uit om met oneerlijkheid in het spotlicht te geraken. Mij moet je er niet op aankijken, ik kan het ook niet helpen.
Ooit betrapte ik m'n zoon van 3 jaar op wildplassen in de hoek van een gebouw, binnen.

Zijn verweer: Jan (8 jaar) en telg van een asociale familie deed het ook.
Ik was razend. Livid. En ik heb hem uitgelegd waarom.
Z'n hele volwassen leven heeft hij bij mijn weten nooit meer iets gedaan 'omdat een ander het ook doet'. Dat was 3 jarige schrik, en is 43jarige winst.

Maar waarom schrijf ik dit nou?
Omdat ik net een stuk las over een moordenaar die na een straf van veel te kort op vrije voeten was gekomen en prompt een andere moord had gepleegd. Hoe bekend klinkt dat.
De vraag was, en is, en zal altijd zijn: hadden we dat kunnen voorkomen?
Nou, meent een astroloog in Amerika, dat is nog maar de vraag. Want de planeten van die man stonden heel rot toen hij geboren werd, namelijk Mars en Saturnus in een desastreuze configuratie. Die bui kon men bij zijn geboorte al zien hangen, maar toen heeft niemand natuurlijk weer opgelet.
Maar als men na de eerste moord wat alerter was geweest had men vast met een enkelbandje kunnen voorkomen dat de roep van de sterren hem te machtig was geworden.
De astroloog is daarop verschillende seriemoordenaars gaan uitpluizen en ontdekte bij allen een grote invloed van ongustige planeten, versterkt door de zon. Al die mensen hadden dus een goed excuus, en konden het in feite niet helpen. Ze hadden, zoals we allemaal begrijpen, geen keus.

Misschien maken we 't nog mee dat een astroloog als getuige - deskundige wordt opgeroepen om Desi Bouterse en Willem Holleder vrij te pleiten en postuum Hitler, Stalin en Pol Pot te rehabiliteren.
Welke astroloog biedt zich aan om de horoscopen van misdragende kerkdienaren door te lichten? Iemand onder de aanwezigen?
Dank u, dank u. De paus zal voor u bidden.

EEN BDE UIT 1859

In 'Spiritual Magazine' van 1878 staat een rapport van een Dr. Ashburner uit London, die vertelt over wat wij nu een Bijna Dood Ervaring zouden noemen.
Meer dan honderd jaar voor iemand van het verschijnsel had gehoord beschrijft hij in grote lijnen wat veel mensen meemaken die de grens tijdelijk passeren.
Uit zulke verhalen blijkt dat een BDE niet te verklaren is uit beelden die geworteld hebben geschoten in onze moderne cultuur, en ook niet met modern medicijngebruik of hedendaagse medische ingrepen.

In November van het jaar 1859 werd de dokter geveld door een longontsteking, en de nacht daarop was hij stervend. Tot de ochtend lag hij in een trance toestand waarvan men dacht dat hij er niet meer uit zou ontwaken. Maar dat gebeurde toch.
En dit is wat hij later in zijn dagboek schreef:


"Ik was een geest met onsterfelijke wezens. Ik zag mijn lichaam zoals het op het bed lag uitgestrekt, koud en levenloos. Ik dacht aan mijn moeder en zuster thuis die van mij afhankelijk waren., en aan hun diep verdriet as ze zouden horen dat ik er niet meer was.
De geesten rond mij praatten met elkaar. Sommigen zeiden, laat hem bij ons blijven! Anderen zeiden, Nee! Laat hem terug gaan om zijn bestemming te vervullen.
Toen zei mijn geleidegeest: Hij zal terug gaan naar de aarde.
Ik herkende tussen de aanwezigen een lange Indiaanse Chief - een van de eerste vier geesten die aan mij verschenen - een enkele anderen die ik kende; maar daarop kwam er een die ik nooit had gezien - een man met een eerbiedwaardig en majestueus voorkomen. Hij kwam in gezelschap van een massa andere geesten en werd gegroet alsof men zijn komst verwacht had. Help ons deze verdwaalde sterveling terug te brengen, verzocht men hem.
Ik zag een groen en geel licht vallen op mijn dode lichaam, en toen wist ik niets meer tot ik ontwaakte in mijn stoffelijke vorm.
Ik was koud en stijf en kon me lange tijd niet bewegen, maar langzaamaan kwamen warmte en gevoel terug, en de volgende dag kon ik opstaan, en vertelde ik mijn verbaasde vrienden dat ik van plan was naar huis terug te reizen. "

maandag 9 augustus 2010

BOEMERANG

Soms kan ons wel eens het gevoel bekruipen dat we worden teruggepakt voor alles wat we Moeder Aarde en haar niet-menselijke bewoners aandoen.
Hoewel natuurrampen natuurlijk van alle tijden zijn, nemen ze wel toe. Waar dat precies aan ligt is anybody's guess.
Maar de snelle opeenvolging van veeziekten zou, heel misschien, te maken kunnen hebben met een soort collectieve wraak van de natuur, of liever van de on-natuur van opeengestapelde dieren.
Als onze collectieve gedachten en emoties met electronica te meten zijn in het Global Consciousness Project, dan kun je je afvragen of al die miljarden mishandelde dieren misschien meer dan CO2 uitstoten?
Iets dat leidt tot nare gevolgen, voor henzelf in de eerste plaats maar voor ons zeker ook?
Het is maar een idee.

Soms is die wraak anecdotisch en komt daardoor in de categorie 'lekker puh' terecht.
Afgeranselde paarden in de 'sport' van een Military en hun berijder de nek laten breken, jagers die zichzelf inplaats van een hert doodschieten, vissen die de bom van de visser onder zijn eigen boot laten ontploffen.
Komt voor.
Er zijn ook gevallen van heel persoonlijke wraak. Zoals een Chinese muis waarvan het nest was vergiftigd.
's Nachts kwam moeder muis terug om de dader te pesten door hem herhaalde malen te bijten, zodat de man zich in het ziekenhuis moest laten behandelen.

Een illustratief stukje vond ik in Fortean Times van 1994, dat ik hier vertaal:

Na een eeuw van castratie, scheren, opsluiten en slachten nemen de schapen van New Zeeland wraak - geen kattepis als je bedenkt dat er 20x zoveel schapen zijn als mensen op die eilanden.
Een studie van het Instituut voor Menselijke Veiligheid en Ongevallenonderzoek laat zien dat er een duidelijke toename is in het aanvallen van mensen door schapen, waarbij blessures in de knieholte het meest voorkomen.
Een derde van de schapenboeren die door schapen worden verwond, houdt daar een permanente blessure aan over.
Enkele voorbeelden: een man die van plan was vuile wol van een schaap te knippen werd aangevallen en in z'n onderrug geschopt. Er waren 4 operaties nodig om hem op te lappen.
Een ander schaap sprong omhoog toen een boer aan haar lammeren wilde komen, en nokte hem 7 tanden uit de mond.

Dat schapen weerbaarder worden blijkt ook uit een berichtje uit County Armagh, Noord Ierland, waar een schaap een vos doodtrapte die inbrak in de schapenstal.
Straks moet de christelijke theologie zich nog op de symboliek van het Heilige Lam gaan bezinnen....

GEINTJE

Even iets luchtigs...

Een dominee en een taxichauffeur komen tegelijkertijd in de Hemel.

Ze worden door Petrus rondgeleid.

"Kijk", zegt Petrus tegen de taxichauffeur, "hier komt u te wonen", en hij wijst een
schitterende villa aan.
Nou, denkt de dominee, als híj al een villa krijgt, dan zal er voor mij wel een paleis gereserveerd zijn!
Maar even verderop komen ze bij een nederige stulp. "En dit, dominee, wordt úw nieuwe huis" zegt Petrus.
De dominee is verbijsterd en betoogt dat er hier van een vergissing sprake moet zijn.
"Integendeel", zegt Petrus, "en trouwens, wij maken hier geen vergissingen. Alles draait hier om het resultaat.
Bij u in de kerk heeft iedereen geslapen, maar in de taxi van meneer hier werd altijd hartgrondig gebeden."

DANSEND NAAR GOD

William Seabrook, een man die schreef over bijzondere dingen die hij op zijn reizen tegenkwam, geeft in: 'Adventures in Arabia' (1928) een ooggetuige verslag van een groep dervishen en hun befaamde danstraditie.
Wij kennen de Islam hoofdzakelijk als een godsdienst die onze westerse wereld kopzorgen geeft, en daarbij vergeten we helaas meestal dat in de Middeleeuwen de Islam een rijke en hoogstaande religie was waar het barbaarse Christendom uit die dagen een hoop van kon leren.

Zoals iedere religie kent de Islam afsplitsingen van de moederstam, en zoals iedere religie heeft ze haar meer exoterische en esoterische stromingen.
De esoterische traditie vinden we vooral in het Soefisme, de verzamelnaam voor verschillende ordes waarvan sommigen al in de 7de eeuw n.Chr. ontstonden, dus heel vroeg in de geschiedenis van de Islam.
Het bekendst is de Soefi orde van de Mevlevi geworden, in het leven geroepen door ' Mevlana' Jelal-ad-Din Mohammed Rumi (1207-1273).
Rumi was een mysticus en dichter en een geestelijk leider die een grote aanhang heeft gekregen en nu als een heilige wordt vereerd in Turkije. Wie ooit in Konya is geweest heeft zeker zijn graf bezocht. Rumi is in het westen buitengewoon populair geworden, en talloze boeken zijn er verschenen met vertalingen van zijn gedichten en uitspraken. Zijn belangrijkste boek is de 'Masnavi'.
Uit al zijn werk spreekt die intense wens om met God, de 'Geliefde' verenigd te worden in een doorlopend dienen en bidden. Mystiek draait in elke godsdienst in wezen om hetzelfde, en in de mystieke praktijk vallen alle verschillen en dogma's weg. Wat blijft is de relatie van de mens tot zijn God, die de God van iedereen is.

Een van de redenen waarom de Mevlevi zich onderscheiden van andere ordes is hun danstraditie. De orde van de Dervishen werd kort voor Rumi's dood in 1273 gesticht. Hij beschouwde de dans naast gebed en muziek als een van de wegen (dhikr) die direct tot contact met God kunnen leiden.
Die traditie is tot op de dag van vandaag levend gebleven en het centrum van de orde van de Mevlevi is nog steeds gevestigd in Konya, hoewel de danspraktijk onderwezen en beoefend wordt op veel meer plaatsen op de wereld, zelfs hier in Nederland.


Maar nu terug naar William Seabrook.
Hij beschrijft hoe hij kennis maakte met Sheikh el Melewi, die de naam had een heilig man te zijn, maar gezien zijn humor en sociaal gemak en zijn voorkeur voor lekker eten had Seabrook daar geen hoge pet van op.
In dit geval: schijn bedriegt.

Die avond legt de Sheikh aan Seabrook uit wat de innerlijke motivatie is van de Dervish: " Woorden, mijn zoon , kunnen het uiteindelijke geheim niet overbrengen. Want God is de heilige harmonie in alle dingen - in het cirkelen van de aarde en de sterren, in de hartslag van het menselijk lichaam, in de adem van het leven zelf.
Alle paden leiden naar God, en ieder mens moet kiezen wat voor hem het beste pad is. Maar je wilt horen over het pad dat de Melewi hebben gekozen en hoe, door ritme, wij ons zoeken te verbinden met de goddelijke harmonie."
Wij hebben ontdekt dat er drie stadia zijn.
Het eerste is simple vreugde. De ziel is geëxalteerd maar vredig. Zij schijnt haar identiteit te verliezen maar de hele schepping te omarmen
Het tweede stadium is macht. Macht om de gedachten van anderen te begrijpen, verre gebeurtenissen te zien, wonderen te verrichten. Zulke krachten zijn mysterieus, maar niet mysterieuzer dan de westerse telegraaf of telefoon, die je door afstemming op een bepaalde golflengte in verbinding kan stellen met wat op een afstand gebeurt.
Het derde stadium is positieve eenheid, waarin de ziel niet alleen wordt overstroomd door emotioneel geluk, maar bewust visioenen creëert van schoonheid en glorie. In die staat en verder ligt het uiteindelijke mysterie, dat onuitsprekelijk en niet te vatten is en ook gevaarlijk voor sommige geesten, want het kan machtige krachten vrijmaken, die zowel goed als kwaad kunnen veroorzaken.
Maar al die dingen klinken hol, tenzij je er zelf betekenis aan kan geven. Misschien dat onze rituelen je daarbij kunnen helpen."

Dan doet Seabrook nauwkeurig verslag van die rituelen: het dansen van de Dervishen. Hij vertelt:
"Het orkest, bestaande uit vier mensen met bruine hoge hoeden en bruine mantels, zit al klaar.
Dan komen er twaalf Dervishen binnen, achter elkaar, met bruine hoed en zwarte mantels, blootvoets, gebogen hoofd en armen over de borst gekruist. Ze gaan tegenover elkaar op hun knieën zitten op de dieprode dansvloer.
Hun leeftijd gaat van hooguit 20 tot middelbaar.
Een dertiende Dervish komt binnen en neemt plaats in het midden van de dansvloer. Hij is de ceremoniemeester.
Zijn mantel is bruin, net als die van de muzikanten.
Dan komt de Sheik binnen, maar de dansers blijven roerloos staan. De muziek begint. Enkele hymnen worden gespeeld, traditionele muziek waarmee het dansen wordt ingeleid. Dan klinkt er een langzame mars.
De Dervishen staan als een man op en beginnen in de rondte te lopen, waarbij ze steeds buigen in de richting van Sheikh el Melewi.
Drie maal gaan ze rond. Dan verandert de muziek in een vreemd ritme. De mars stopt. De ceremoniemeester ontdoet de dansers van hun lange zwarte mantel. Nu staan ze in hun witte wijde jurken met een strakke gordel, met een kort hesje erop in verschillende donkere kleuren. De Dervish die het eerst z'n mantel heeft uitgedaan gaat naarr de Sheikh, buigt en kust zijn hand. Sheikh el Melewi kust de hoed van de Dervish. Intussen speelt het orkest en geeft de drum het ritme aan.
De Dervish begint langzaam de 'Zikr', het draaien. Hij legt zijn hoofd op zijn linker schouder, sluit z'n ogen en terwijl hij zijn linker hiel als steunpunt gebruikt komt zijn rechter voet in beweging. Beide voeten blijven dicht bij elkaar. De draaiing wordt sneller, en geleidelijk ontvouwen zich de armen, de rechter met gebogen elleboog, de hand naar boven gericht, en de linker arm uitgestrekt, met de handpalm naar beneden. Als de snelheid toeneemt waaiert de wijde rok uit tot hij bijna horizontaal een cirkel vormt boven de wijde broek.
Eén voor een gaan de twaalf dansers door ditzelfde ritueel, tot ze allemaal dansen in een wervelend spektakel.
Hun gezichten zijn uitdrukkingsloos, sereen. Ze zijn in trance.
Na 11 minuten staat de ceremoniemeester op en stampt op de vloer. Dat is het teken om te stoppen. Niet iedereen staat meteen stil; sommigen zijn zo diep in trance dat ze het signaal niet horen.
Geen sprake van duizeligheid, iedereen staat onbewogen stil. Langzaam marcheren ze weer drie maal in de rondte, en ieder begint zijn tweede draaisessie wanneer de Sheikh is gepasseerd. Deze keer duurt die 19 minuten. Nog een derde sessie volgt, en wanneer die ten einde is krijgen de dansers hun zwarte mantel weer omgehangen.
De muziek stopt. In de stilte komt de zware stem van Sheikh el Melewi:
"De man van God is begeesterd zonder wijn.
De man van God staat boven goed en kwaad.
De man van God staat boven religie en boven ontrouw.
De man van God is opgegaan naar de plaats waar alles Een is."

"En ik realiseerde me", schrijft Seabrook, "dat hier de sleutel lag tot het diepe innerlijke geloof van de Dervishen.
Voor deze geëxalteerde zielen is God noch Vader, noch Meester of Rechter. God is het leven zelf.
En voor elk van hen, wanneer hij de eenheid beleeft met de schepping door een extatisch visioen, is de geheime 100ste naam van God... "Ik". (In de Islam heeft God 99 namen)
De volgende dag toen de Sheikh me naar mijn bevindingen vroeg, vertelde ik hem wat ik gedacht had.
Zijn gezicht werd strenger dan ik het het tot nu toe had gezien. Hij hief een waarschuwende vinger: "Pas op, mijn zoon. Daarin ligt een diep gevaar, en de destructie van zwakke geesten. De dwaas, verblind door een verlichting die te groot is voor zijn begrip, roept uit "Ik ben God!" en wordt vernietigd voor zijn godslastering. "
En hij haalde Rumi aan, die heeft geschreven:
"Als mensen zich verbeelden dat ze Allah aanbidden, dan is het Allah die zichzelf aanbidt. "

Toen, zachter, vertelde de Sheikh mij over een mystiek visioen dat hij persoonlijk had gehad, en dat zowel waarheid als dodelijk gevaar inhield. Het had hem geleken alsof hij een bergtop beklom op zoek naar God, en tenslotte kwam hij bij een grote witte troon, maar hij durfde niet omhoog te kijken naar wie er op die troon zat. "Durf je ogen op te slaan! "riep een stem. Hij keek omhoog, en het gezicht dat hij zag was - zijn eigen gezicht.
"Ik begon te voelen", eindigt Seabrook zijn verhaal, "dat de dingen die ik gehoord had over Sheikh el Melewi van de Arabieren die hem een heilige noemden, in de diepe betekenis waar waren.
En ik bedacht dat, trots en gevaarlijk als zijn leer scheen, die niet ver verwijderd was van de Christelijke mysticus die zegt dat geen mens God kan vinden dan in zijn eigen hart."

BESTAAN WIJ EIGENLIJK?

Nu we ons allemaal zo in het 'Now' hebben begeven en we ons bewust zijn geworden dat het verleden sinds dit moment voorbij is en de toekomst een aaneenschakeling is van NU momenten die we mindful moeten gebruiken, is het volgende stukje van Deepak Chopra wel relevant.

De bekende Indiër schrijft:

De verbazingwekkende werkelijkheid is dat op geen enkel moment je lichaam werkelijk bestaat.
Er is niets solide en constant aan. 98% van de atomen in je lichaam waren er een jaar geleden nog niet.
De configuratie van je beencellen lijkt alleen maar constant; atomen van velerlei soort gaan vrij door de celwanden heen, en iedere drie maanden heb je zo een nieuw skelet.
Je huid vernieuwt zich elke maand, en iedere vier dagen komt er een nieuwe bekleding in je maag.
De samenstelling van koolstof, stikstof, zuurstof in je breincellen is vandaag totaal verschillend van vorig jaar.
Al die lichaamscellen demonstreren voortdurend hun capaciteiten tot vernieuwing, maar wij staan erop te functioneren als een statisch en onveranderlijk lichaam.

Toch is dit lichaam dat je bewoont alleen de neerslag van wat je chromosomen zich herinneren op een bepaald moment. In het continuum van ruimte en tijd zijn wij een momentopname van geprojecteerde gedachtenpatronen.

Bedenk dat iedere cel in je lichaam een complete realisering is van de Universele werkelijkheid van de hele cosmos. In spirituele termen herrijst je lichaam op ieder moment in de tijd.

Door in het opgenblik te blijven kun je je verenigen met de scheppende Mind van God.

Dat gebeurt ieder moment.
Het is de enige weg om te helen en heel te worden.

donderdag 5 augustus 2010

DE PROFETERENDE VIS

Het BBC News van 16 maart 2003 maakte melding van een merkwaardig voorval. Geloof het of niet.
Een karper op de vismarkt van New York die op het punt stond om geslacht te worden, riep waarschuwingen over het einde van de wereld.
Niet meteen wat je van een vis zou verwachten.
Luis Nivelo, een christen, was zo geschokt dat hij achterover viel in een krat slijmerig visafval, en daarna naar de viswinkel van de joodse Zalman Rosen rende, roepend: "De vis praat!"
"Je bent mesjogge" , vond Rosen, maar hij ging toch kijken naar de kraam achter zijn winkel, en daar was de vis net bezig zich te identificeren als de ziel van een lokale Chassidische Jood die het jaar daarvoor gestorven was.
Hij instrueerde de omstanders te bidden en de Torah te bestuderen.
Rosen was zo in paniek dat hij probeerde de vis te doden, maar daardoor alleen zichzelf verwondde en naar het ziekenhuis werd afgevoerd.
Luis Nivelo was succesvoller: hij bracht de vis om het leven en verkocht hem.

De joodse gemeenschap van New York was verdeeld in gelovers en twijfelaars. Sommige Chassidische Joden geloven dat de ziel van een geleerde jood kan overgaan in een vis. Dat is al vaker gebeurd, zeggen ze.
Velen zagen er een wonder in, een manifestatie van God in deze wereld.
Hoe dan ook: wie aandacht wil trekken, hij neme een vis en late hem spreken. Altijd prijs.

GREEN MAN

Sommige mythologische figuren worden aan de vergetelheid ontrukt en krijgen opnieuw betekenis in onze tijd.
Zo'n figuur is de Green Man; een mythische figuur die we vooral in Engeland en Ierland vanaf de 11de eeuw vinden als ornament in kloosters, kerken en kathedralen, op pubs van die naam en als deurklopper. Vanaf de Renaissance komt hij ook voor in verluchte manuscripten, glas in loodramen en op ex librissen.
Voor't gemak noemen we hem maar de Green Man, en niet de Groene Man, want in Nederland komt hij voor zover ik weet niet voor.
Hoewel de naam pas in 1939 werd gemunt in een folkloristisch artikel van Lady Raglan, is het beeld van de natuurmens, de 'wildeman' van de middeleeuwen, natuurlijk veel ouder, en we vinden hem al in de Griekse en Romeinse oudheid, als god en als versiering.
Enkidu, de wilde behaarde man uit het Sumerische Gilgamesj Epos, was een 'Green Man' , net als Ezau uit de bijbel, de behaarde wilde zoon van Izaak.
Het archetype van de natuurmens gaat dus al een tijdje mee.
Niet voor niets is de Green Man een modern symbool geworden van natuurbehoud. Terug naar de natuur, de kreet die al in de Renaissance klonk vanuit de behoefte om de natuur in ere te herstellen en eenvoudiger te gaan leven, is nog steeds niet uitgeklonken, en nu, meer dan ooit, hebben we behoefte aan een revaluatie van wat de natuur voor ons mensen betekent.
De Green Man weet er alles van. Zijn door gebladerte omgeven gezicht doet denken aan afbeeldingen van de Griekse Goden Pan en Bacchus, oerbeelden van 'natuurlijke wildheid' , zo ver verwijderd van onze beschaving waarin de natuur nauwelijks meer een rolspeelt, en zeker niet wild meer is.

De Green Man: god van het woud. Onzichtbaar in het dichte gebladerte, maar altijd waakzaam en aanwezig, en een beschermer van wat van hem is, het bos met alles wat er leeft.
Tolkien varieerde het thema met zijn Enten, Green Men bij uitstek.
Maar ook Tolkiens Beorn, de woudmens die 's nachts in een beer verandert, is een Green Man. J.K. Rowling bracht de figuur tot leven in de bastaardreus Hagrid, met zijn onwaarschijnlijk vermogen tot het (bijna) temmen van mythische wezens en zijn voorkomen van een bosgod.
In de Middeleeuwen, toen de bossen nog uitgestrekt en ongerept waren, kwam het wel voor dat mensen met een sociale of geestelijke problematiek hun heil zochten in het bos, waar ze waarschijnlijk betrekkelijk makkelijk aan eten konden komen. Ook 'outlaws' , mensen met een niet onbevlekt geweten, zochten vaak een schuilplaats in het bos, en gingen er wonen. Dat kon in die tijd. De legende van Robin Hood - een groene man - berust dan ook waarschijnlijk op historische gebeurtenissen.
Ook Peter Pan, in deze wereld neergezet vanuit Neverland, is gekleed in groen, en zo is er de Green Knight uit de Arthursagen, de Keltische Puca of Puck, de Germaanse god Wodan en nog een groot aantal andere 'groene wezens' die allemaal een ding gemeen hebben: hun verbondenheid met de natuur.

En de Green Man is niet alleen een Europese aangelegenheid. Ook in India , Nepal en Indonesië vinden we hem als versiering op tempels. Het symbool is blijkbaar universeel, en zo krachtig dat het in veel culturen vaste voet heeft gekregen.
We weten dat we onderdeel zijn van de natuur, en dat de groene wereld niet iets is waar we straffeloos aan voorbij kunnen lopen.
De Green Man brengt ons samen met onze oorsprong: uit zijn menselijk gezicht ontspruit het groen, of liever: uit het groen - de levende natuur - vormt zich de mens.

Hier een vertaald gedicht van John Matthews, uit zijn boek "The Quest for the Green Man":

In de groene wouden loop ik alleen. Ooit waren alle velden van mij,
alle bomen van mij, de heuvels, de beekjes.
Nu moet ik ze delen met tractorstank, oogstmachines,
maar nog vind ik wegen om het zaad in de voren te doen ontkiemen
en te zien groeien - herinnerd, of vergeten.
En nog ben ik de Green Man, en nog ga ik over de velden,
en hoewel het Land soms leeg lijkt is het vol leven -
En hoewel ik ben vergeten, ik herinner - en ik zie.

AUTOBIOGRAFIE IN VIJF HOOFDSTUKKEN

1. Ik loop de straat door
Er zit een diep gat in de stoep
Ik val erin.
Ik ben ten einde raad..
Het is mijn fout niet
Het duurt eeuwen voor ik een uitweg vind

2. Ik loop dezelfde straat door
Er zit een diep gat in de stoep
Ik doe of ik het niet zie
Ik val er weer in
Ongelofelijk dat ik weer op dezelfde plek ben
Maar het is mijn fout niet
Het duurt nog steeds een tijd om eruit te komen

3. Ik loop dezelfde straat door
Er zit een diep gat in de stoep
Ik zie het zitten
Ik val er desondanks in - het is een gewoonte
M'n ogen zijn open
Ik weet waar ik ben
Het is MIJN schuld
Ik ben er snel uit.

4. Ik loop door dezelfde straat
Er zit een diep gat in de stoep
Ik loop eromheen

5. Ik loop door een andere straat

Sogyal Rimpoche, vert. uit: 'The Tibetan Book of Living and Dying'

STUKJES EN BEETJES

Deze keer geen overpeinzing die te maken heeft met het Ongrijpbare, maar eentje die me evengoed van het hart moet omdat ik nou eenmaal iemand ben die op veel slakken die we dagelijks voorbij zien trekken zout legt.
Nu alle grotere structuren in de naam van de Heilige Privatisering worden opgesplitst in grijpgrage particuliere ondernemingen en niemand meer z'n gezonde verstand schijnt te kunnen gebruiken als het gaat om wat werkelijk deugt, komt het mij voor dat er hier een mechanisme aan het werk is dat we ook in andere facetten van ons dagelijkse leven terugvinden.
Kijkend naar reclame dan valt het me op dat de reclamemakers in body producten de weg helemaal kwijt zijn. Diepe wanhoop moet hebben toegeslagen, want hoe je't ook keert of draait, we blijven zitten met twee armen en twee benen, handen en voeten, één hoofd en één romp, en daar is dan nog wat haar bovenop geplant.
Schluss. Basta. That's it.
Desalniettemin weten reclame-yuppen ons lichaam te verdelen in een oneindig aantal stukje en beetjes: - tig soorten haar - natuurlijk of 'gekleurd' - vele soorten wimpers en nagels, oneindig veel huidtypen en tandgevoeligheden, om van geuren en uitscheidingen maar te zwijgen. Godelieve, wat zitten wij ingewikkeld in elkaar, nooit geweten dat we zoveel onderdelen hadden.
Gelukkig maar dat er voor de meest miniscule eigenschap of afwijking van ons handig gebouwde en in de regel goed functionerende lichaam een zalfje, lotionnetje, crèmpje, sjampootje of tandpastaatje te koop is.
En al die hoogstnoodzakelijke producten kunnen we dan verwijderen of aanbrengen met veelvormige borsteltjes, prijzige electrische ongein en een arsenaal aan wattenstokjes, tissues, tandenstokertjes en kwastjes, en weer andere lotionnetjes, watertjes en gelletjes.
Want opeens heeft ieder meidje van 20 rimpels, puisten, een sinaasappelhuid, gespleten haarpunten, een onhandelbare pruik en zeker de verkeerde haarkleur, 'gevoelige' tanden, waardeloze wimpers, een overmaat aan tandsteen, eelthielen en gruwelijke kalknagels waardoor ze haar voeten zelfs in het zwembad moet verbergen.
Stel je voor! Ik moet er niet aan denken.
Ons leven zou voorbij zijn als we in het openbaar onze eksterogen onbedekt zouden laten.
Wat zouden de buren niet denken!

Wat mij betreft zijn we gek geworden.
Wie al jong begint met smeren kan rekenen op een snel verouderende huid, die vervolgens godzijdank en geld en middelen dienende weer door de plastisch chirurg in model getrokken kan worden.
Wat is er mis met water en zeep?
Wat is er mis met zichtbare natuurlijke veroudering, als onze leeftijd er naar is?
Wat maakt een rimpel zo vreselijk dat we er van wakker moeten liggen? Of grijze haren? Worden we daar minder mens van, of minder waard?
Wat kost het allemaal, aan geld, aan gemoedsrust, aan zelfrespect, aan ethisch benul?
En waarom laten we ons 'gebreken' aanpraten die we niet hebben, en daarmee producten die ongebruikt de houdbaarheids- datum liggen te overschrijden?

Ik maak me ernstig zorgen. Voornamelijk vanwege ons mensbeeld dat steeds meer op dat in een lachspiegel begint te lijken, maar zeker ook vanwege die arme reclamejongens die in dienst van die stakkerige beauty industrie steeds maar weer nieuwe onderdelen van ons lichaam moeten zien te vinden die zo vreselijk nodig aandacht verdienen.
We hebben alles al gehad. Meer zit er niet aan.
Mij dunkt dat we onderdehand op zijn.

woensdag 4 augustus 2010

CHASSIDISCHE LEGENDE

Rabbi Yisroel ben Eliezer, beter bekend als de Baal Shem Tov, was gewend om, steeds wanneer er een calamiteit dreigde voor zijn volk, naar een geheime plaats in het bos te gaan. Daar stak hij vuur aan, en hij richtte een bepaald gebed naar de Maker van het Universum. Dan werd de catastrophe afgewend.
Maar toen hij er niet meer was, en weer een ongeluk zijn volk bedreigde, ging een van zijn leerlingen naar dezelfde plek in het bos, en zei: "Maker van het Universum, ik weet niet hoe ik het vuur moet ontsteken. Maar ik kan nog wel de weg vinden, en het gebed zeggen. En dat zal genoeg moeten zijn."
En dat was het. De ramp werd afgewend.
Maar toen nogmaals ongeluk de mensen dreigde te overspoelen, ging er een andere leerling naar de plek in het bos. En hij zei: "Maker van het Universum, ik weet niet hoe ik het vuur moet aanmaken. En ik kan me het gebed niet herinneren. Maar ik kan wel de geheime plek vinden. Dat moet voldoende zijn!"
En weer was het genoeg, en werd de ramp verijdeld.
Vele jaren later, toen er weer een ramp dreigde, zat een andere leerling treurig in zijn stoel, en hij zei: "Maker van het Universum, ik heb geen idee hoe ik het licht moet ontsteken. Ik ken het gebed niet. Ik kan me niet eens de geheime plek herinneren. Alles wat ik kan doen is het verhaal vertellen. En dat moet genoeg zijn."
En het was genoeg. De ramp trof het volk niet.

zondag 1 augustus 2010

OOK EENS VAN EEN ANDER

Op deze blog ben ik al vaker te keer gegaan tegen professionele debunkers en wetenschappers zonder verstand die alles afwijzen wat ze niet te pas komt.
Altijd leuk om een stuk tegen te komen waarin die weerzin beargumenteerd is opgeschreven.
In dit geval door Nick Redfern, een jongen die een aantal boeken heeft geschreven over zijn eigen avonturen in het Forteaanse universum.

Die boeken heb ik natuurlijk gelezen, en wat mij betreft heeft hij recht van spreken.
Daarom neem ik hier zijn stuk uit het uitstekende Engelse tijdschrift Paranormal, issue 33, in z'n geheel over.

"Als er iets is dat mij hoog op de kast krijgt dan is het het venijn van de sceptics en debunkers die redeneren dat Bigfoot, het monster van Loch Ness, Ufo's...of wat dan ook niet kunnen bestaan.
Want hoe kunnen deze ernstige lieden zo zeker zijn dat diegenen onder ons die zulke puzzels onderzoeken, onze collectieve tijd zitten te verdoen?
Makkelijk! Sinds jaar en dag hebben ze zelfgenoegzaam hun stellingen zitten roepen via het keyboard van hun computer in de comfortabele omgeving van hun huizen.
God beware dat enkele van deze mensen hun voordeur uit zouden lopen om eens veldonderzoek te doen!
Als iemand die expedities heeft ondernomen naar Puerto Rico voor de Chupacabra, naar Area 51, met alle risico's van dien, naar Sasquatch in de duistere wouden van Noord Amerika en veel tijd heeft doorgebracht in en om Loch Ness - mag ik beweren dat er echt geen alternatief is voor het onderzoek ter plekke, je handen vuil maken, getuigen horen, bewijzen verzamelen en onderzoeken, waar dat ook toe leidt.
Zo heb ik in talloze gevallen fascinerende getuigenverklaringen gehoord, foto's ontdekt, en intrigerend bewijsmateriaal gevonden dat me nooit onder ogen was gekomen als ik in mijn stoel was blijven hangen in plaats van zelf op onderzoek uit te gaan.

Ik zou wensen dat er een keer - één keer ! eens iemand die zo falikant tegen het idee dat Bigfoot bestaat gekant is,
zijn koffers zou pakken, op het volgende vliegtuig zou stappen, en een paar nachten met mij in de donkere wouden van de Pacific Northwest (California, Oregon, Washington) zou waken om het beest mogelijk te betrappen.
Natuurlijk zal dat niet gebeuren. Er is meer kans op het betrappen van een kleine grijze Alien dan er is op het aantreffen van een van die zelfvoldane, arrogante types op een UFO landingssite, bij een graancirkel of een nachtelijk Loch, terwijl ze ook comfortabel met hun voeten omhoog bij de kachel kunnen zitten, rondbazuinend dat de Yeti niet meer dan een mythe is.

Ik beweer niet dat ik 100% zeker ben van wat Bigfoot is, of dat ik de ins en outs van Ogopogo ken, of weet wat er in 1947 precies in Roswell gebeurde. Maar wat ik wel weet is dat de antwoorden op die vragen nooit gevonden zullen worden door de schreeuwers die alles doen om te voorkomen dat ze hun handen vuil moeten maken.
Maar zij zullen wel de eersten zijn om een graantje mee te pikken als er werkelijk een doorbraak komt.
Dan zullen ze zich ertussen wurmen, zodat hun naam niet wordt uitgewist.
En, weet je, 'wurm' is geen slecht woord om te gebruiken...