zondag 30 mei 2010

ACHERM

Veel godsdiensten zijn het erover eens dat men na de dood geen last meer heeft van gebreken en narigheid.
Volgens de spiritistische overlevering verdwijnen rimpels en verzakkingen en gaat men weer als een 30-jarige door het Afterlife, krachtig en gezond, ook al meten verschijningen zich nog wel eens hun oude fysiek aan omwille van de herkenbaarheid.
Hoe het ook zij, dat idee heeft wel wat. Tenslotte wil niemand ook nog eens geteisterd worden door ongemakken wanneer hij het lichaam heeft verlaten. Dan kun je net zo goed hier blijven.

Maar in andere culturen werd wel eens aan getwijfeld aan die lichamelijke opleving.
Zo vind ik in een boekje van een zendingsarts uit 1923 een verhaal van een man die een kunstbeen had gekregen en dat dolgraag wilde meenemen in het graf, omdat hij anders daarginds niet zou kunnen lopen.
Ook dat geloof is zo oud als de wereld. Egyptenaren en andere oude culturen gaven hun doden alles mee om comfortabel te kunnen voortbestaan. Blijkbaar stelde men weinig vertrouwen in de natuurlijke bronnen in hemelse regionen. Of men zag de bui van voor eeuwig nectar en ambrozijn al hangen.

Orthodoxe Christenen en Joden moeten ook niets hebben van niet compleet begraven lichamen, want beide groepen verwachten een lichamelijke opstanding als de Dag des Oordeels respectievelijk de Masjiach komt, ergens, in de verre vage toekomst. Dan moet je uit de voeten kunnen.
Dat is de reden waarom in Israel de slachtoffers van bomaanslagen door een team van speciaal daartoe aangewezen mensen worden 'verzameld' onder rabbinaal toezicht, zodat hun lichaam toch compleet kan worden begraven. Voor orthodoxe Joden is dat geen werk, maar een roeping.

In eerder genoemd boekje uit 1923 vind ik een beeldend verhaal over mensen die hun hoofd zijn kwijtgeraakt.
Dat is in de meeste gevallen fataal, en op het eiland Ceram (Molukken) in 1923 doorgaans het gevolg van koppensnellen. Ceram ligt iets ten westen van Nieuw Guinea, en daar heeft men lang hardnekkig volgehouden aan de goede gewoonten van de voorouders.
Op het eiland Ceram was een berg. Of liever: hij zal er nog wel zijn. Dat was de 'geestenberg' Hatu Wolokone.
Ik neem het treurige verslag in z'n geheel over.

"Op den Hatoe Wolokone zijn de geesten der gesnelden, die zonder hoofd voor den Grooten Geest komen; zij voelen hem en zoeken rust bij hem, maar hij kent hen niet, omdat zij geen hoofd hebben.
Nu zoeken zij met uitgestoken armen en met wankele schreden. De een loopt tegen den ander aan en de een stoot den ander. De steenen op den hoogen bergtop zijn scherp en wonden hun voeten; maar bloed komt niet uit de wonden en daarom schrijnen deze en martelen.De dorens aan de slingeplanten prikken en steken de beenen en omstrengelen hen. Zij hebben geen mond om te eten en geen mond om te drinken; zij lijden honger en dorst. Als het hier geregend heeft, gaan de nevels als sluiers naar boven en zweven tegen den berg op. Daar omwikkelen zij de naakte lichamen en deze bibberen van de koude. Een vuur is daar niet. Zij loopen rond en slaan de armen om elkaar heen; maar de doodskoude wordt nog killer door de natte nevelsluiers. Dan loopen ze snel als de wind en de nevels wapperen hen na, tot de stem van den Grooten Geest klinkt als de donder. Zijn medelijden zendt dan het vuur van den bliksem. En als het volle maan is, dan liggen allen onder de struiken, omdat de koude van den sterrenhemel doordringt tot op het gebeente. Des daags omhullen dichte wolken den berg; nu en dan valt een steen naar beneden. Daar stonden dan veel geesten op."

vrijdag 28 mei 2010

RUIMTE

Je zou het niet zeggen als je je schenen aan de salontafel stoot, maar materie is lucht. De ruimte tussen deeltjes is vele malen groter dan hun substantie, en alles is ook nog's een keer in trilling.
Dat weten we allemaal wel, maar in het dagelijks leven is daar weinig van te merken. Gelukkig maar.
Eens te meer een bewijs dat onze werkelijkheid niet de werkelijkheid is.
We kunnen op ons hoofd gaan staan maar door een dichte deur lopen lukt ons niet.
Misschien omdat de trilling van ons lichaam niet spoort met die van deuren of muren, of om een andere reden.
Hoe dan ook, we zitten vast aan de grenzen van onze materiële werkelijkheid.
Jammer, maar het is niet anders.

Toch is de parapsychologische, magische, UFO en spiritistische literatuur vol verhalen over mensen en dingen die zich van die grenzen niets hebben aangetrokken. Blijkbaar zijn er omstandigheden waaronder wij - of onze spullen - wél door muren kunnen gaan, niet langer gebonden aan aardse vanzelfsprekendheden.
Materialisaties en verplaatsingen, mediums die half verdwijnen, dode dingen die tot leven komen, stenen die door daken vallen, aliens die een huis binnengaan zonder van de deur gebruik te maken.
Die gebeurtenissen zijn anecdotisch. In een laboratorium krijgen we het niet voor elkaar.
Niettemin zijn die voorvallen zo talrijk en zo divers dat we ze niet zonder meer van de harde tafel kunnen vegen.

Als een geest/alien die moleculaire ruimte opvult, wat let hem dan om onze vastigheid te manipuleren?
Beton, hout, steen is in feite zo vormbaar als klei voor iemand die zelf geen vaste vorm heeft.
Shapeshiften is dan een peulenschil.
Als ik dan lees over een auto die een UFO blijkt te zijn, een Mariabeeld dat met de ogen knippert of een pop die aan de wandel gaat, dan denk ik: ach, peuleschil.
Waarom ook niet.
Gekker kan de wereld niet meer worden.

MATERIE

MET HET HART

Het lijkt tegenwoordig de vanzelfsprekendste zaak van de wereld: als men geen overwegende bezwaren van religieuze aard heeft, staat men bij zijn overlijden zijn organen af aan wie daar behoefte aan heeft.
Niet meegaan in die trend, als gever of als ontvanger, wordt een beetje asociaal gevonden.
Toch is er alle reden om goed na te denken voor men besluit zich te laten transplanteren, of organen 'na te laten' , redenen waarover door artsen en voorlichters niet wordt gerept en waar de meeste mensen helemaal niets over weten.
Nu transplantaties veelvuldig worden uitgevoerd en veel mensen dus verder leven met organen van een ander, blijkt regelmatig dat donororganen méér consequenties voor de ontvanger kunnen hebben dan een prettige verlenging van het leven.

De laatste jaren komen steeds vaker verhalen aan het licht van mensen die na transplantatie van een nier, lever of hart, het wonderlijke gevoel hebben dat hun smaak, hun voorkeur, hun talenten en zelfs hun herinneringen niet langer meer alleen die van henzelf zijn.


In sommige gevallen is die beleving zo acuut en verontrustend dat de ontvanger zich wel de vraag móet stellen waar die 'oneigen' gevoelens vandaan komen.
Omdat de ontvanger meestal niet weet van wie het gedoneerde orgaan afkomstig is, kan er in de regel geen sprake zijn van projectie of inbeelding. De man die van een hardrocker plotseling veranderde in een groot liefhebber van vioolmuziek, kon niet weten dat zijn donor een student aan het conservatorium was geweest, die op weg naar vioolles was verongelukt.
Noch lag het voor de hand dat de blanke racist die in het bedrijf waar hij werkte nooit met gekleurde mensen omging, zich na een harttransplantatie plotseling onverklaarbaar aangetrokken voelde tot zijn zwarte collega's. Speurwerk leverde de verklaring: zijn donor was een zwarte jongen geweest.
Het aantal voorbeelden groeit, en in Amerika, en misschien ook wel in Nederland zijn er zelfhulpgroepen van mensen die met identiteitsproblemen kampen nadat ze een donororgaan hebben ontvangen. Het gevoel 'nooit meer alleen' te zijn is vrij algemeen.

De wetenschap is dit bizarre bijverschijnsel van transplantatie niet ontgaan, maar de verklaring valt nog niet mee.

Voor de meeste artsen is het een kwestie van inbeelding, en iets wat de zegeningen van de kans op een nieuw leven niet in de weg mag zitten. Het gaat tenslotte om leven, en wie dood is, is dood.
Of toch niet helemaal misschien?
Het is een feit dat we van de energetische kant van ons functioneren nog lang niet alles begrijpen. Sommige meer alternatief gerichte wetenschappers (b.v.Candace Pert, Gary Schwarz) zijn er van overtuigd dat ons geheugen niet alleen is opgeslagen in ons brein, maar in het hele psychosomatische netwerk van ons lichaam.
Dus ook in onze organen.
Zolang die in leven zijn, in ons eigen of in andermans lichaam, blijft er iets van onze persoonlijkheid en ervaringen actief. Cellen communiceren met elkaar. De levende cellen van het donororgaan zien blijkbaar kans de opgeslagen informatie door te geven aan ons bewustzijn.
Er zit nog een andere kant aan, die nog minder acceptabel is, zeker voor niet-spiritisten, maar die wel eens ongelofelijk belangrijk zou kunnen zijn: wat gebeurt er met de donor? Kan die, zolang zijn hart en wezen leeft in het lichaam van een ander, wel verder, of blijft hij gebonden aan wat van hem was, zolang de ontvanger leeft?
Dat zijn moeilijke vragen, maar ze kunnen opeens heel actueel worden wanneer we zelf voor een beslissing komen te staan, wat betreft ons zelf of onze dierbaren.
Nog bizarder wordt het als we bedenken dat er plannen zijn om varkens te gebruiken als donor, zodat het tekort aan organen kan worden ingelopen. Wat zal daar het gevolg van zijn, nog los van de ethische kwestie of we daar andere levende wezens voor mogen gebruiken?

Onlangs las ik iets wat me zeer verraste. In een boek uit 1947 vond ik een verhaal over een bloeddonor. Niets bijzonders. Alleen deze gezonde man werd soms zonder waarschuwing overvallen door heftige pijn, en algehele malaise. Dat overkwam hem over de jaren 7 keer.
Van de 21 keer dat hij bloed had gegeven was dat 7 keer gegaan naar iemand die later overleed.
Navraag onthulde dat de plotselinge 'aanval' van de donor zich voordeed op het precieze moment waarop de ontvanger stierf.


Bloed, traditioneel de substantie waarin onze levenskracht zit.
Wat hield de geheimzinnige connectie tussen die twee mensen in stand?
Misschien komt het kennelijk tekort aan organen niet alleen voort uit laksheid of er niet over na willen denken, maar ook uit een instinctief begrijpen dat er méér aan een donororgaan vastzit dan het oplossen van een medisch probleem.

donderdag 27 mei 2010

PSYCHOMETERS

Mensen die naar 'Het Zesde Zintuig' kijken kunnen zich ergeren, verbazen of verheugen, al naar gelang de 'mediums' presteren. Maar hoewel ook in werkelijkheid de politie veel vaker gebruik maakt van psychisch begaafden dan officieel wordt toegegeven, zijn er nou eenmaal ook andere methoden nodig om criminaliteit te lijf te gaan.
Om in de hoofden van mensen te kijken zijn in de loop van de tijd bijzondere instrumenten ontworpen.
Voor politie en justitie is het altijd een aantrekkelijke gedachte geweest om de leugen te kunnen detecteren op een mechanische manier. Vanuit die behoefte ontstond de huidige 'polygraaf' , populairder de 'leugendetector' genoemd. Hier een paar interessante voorlopers....

In Het Toekomstig Leven van Jan 1910 vinden we dit bericht:

"Onder den titel "Wee dengenen, die liegt" vermeldt het nieuwe occultistische tijdschrift 'Prana' (nee, niet die uit Nederland) de laatste vinding op het gebied van gedachten-lezen. Volgens dat bericht is de 'electrische psychometer' vervaardigd door de bekende psychologen Dr. Peterson te New York en Dr. Jung (!) van de hoogeschool te Zürich.
Het instrument bestaat uit een galvanometer en een toestel, waardoor de verschillende gewaarwordingen, die door aandoeningen der ziel in het lichaam teweeg worden gebracht, geregistreerd worden. De mensch, met wien de experimenten worden beproefd, legt de eene hand op een zinken- en de andere op een koolplaat. Daardoor wordt een electrische stroom opgewekt, die op een vernuftige wijze zichtbaar gemaakt kan worden."

Dan volgt een lange technische verhandeling die ik de lezer zal besparen. Het instrument werkte met associaties, zoals ook veel gewone mondelingen of schriftelijke testen werken, alleen werden hier de emoties electrisch gemeten, met een ingewikkelde overbrenging van een galvanometer naar spiegels en een vlam waarvan de hoogte dan weer aangaf hoe ver de ondervraagde naast de werkelijkheid zat. Mooi, maar onpraktisch.

Al in 1885 experimenteerde de Italiaans joodse criminoloog en spiritist Cesare Lombroso (1835-1909) als eerste met een bloeddrukmeter ten behoeve van de politie. Lombroso, oorspronkelijk een keiharde tegenstander van het spiritisme, werd tegen het eind van zijn leven een voorstander en propegandist, en zijn boek "After Death - What?" is nog steeds een interessant document van zijn onderzoek met onder andere het beroemde medium Eusapia Paladino.
Een tijdgenoot schreef bij zijn dood over hem: "Lombroso, de meester van het materialisme, is als spiritist gestorven. Van de eene dwaling verviel hij in de andere. "
Maar als het om het oplossen van misdaden ging, vertrouwde Lombroso toch liever op wetenschap dan op mediums.
Uit Lombroso's eerste experimenten kwamen andere apparaten voort in de eerste decennia van de 20ste eeuw.
Maar niet alleen aan criminelen werd gedacht: het idee dat gedachten krachten zijn die eventueel, ooit, 'gelezen' zouden kunnen worden heeft uitvinders aan het werk gezet. Tenslotte, als een leugendetector tot op zekere hoogte in iemands hoofd kan kijken, hoe mooi zou het dan niet zijn als complete gedachtengangen zouden kunnen worden gevolgd.
Het is maar hoe je't bekijkt, natuurlijk.

In 'The Electrical Experimenter Magazine' van Mei 1919 vinden we deze beschrijving: De gedachtenrecorder is een instrument dat gedachten onmiddellijk vastlegt, door middel van electriciteit, op een band.
De illustratie laat zien hoe het kantoor van de toekomst eruit zal zien, als deze vinding verder wordt geperfectioneerd. Door op een knop te drukken wordt de band gestart en automatisch gestopt zodat gewenste gedachten worden geregistreerd.
Tja, dat is het 'm nou net. Gewenste gedachten.
Laat de rest maar zitten, denk ik dan. Al die ruis, en die zorgen, en die kritiek en die boosheid en die ongewenste opwellingen die we nu zo heerlijk binnenshoofds kunnen houden, stel je voor dat dat allemaal op de band zou komen. De ontslagen en de relatieproblemen zouden sky-high stijgen, en het is al zo'n puinhoop.
Maar dat het idee van de gedachtenrecorder in 1919 serieus werd genomen blijkt ook uit de reacties van wetenschappers, waaronder uitvinder en genie Nikola Tesla.
Hij schrijft: "Er is een mogelijkheid dat we er uiteindelijk in zullen slagen niet alleen gedachten te lezen maar ook ieder mentaal beeld waarheidsgetrouw te reproduceren. Dat kan worden gedaan door een analyse van de retina die impressies naar de zenuwen stuurt en daardoor ook in staat is, in mijn opinie om een indicator te zijn voor het mentale proces in de hersenen. Met voldoende fijne instrumenten zou het mogelijk moeten zijn het beeld dat de retina ontvangt vast te leggen en naar een scherm te sturen waarop gedachten geprojecteerd, en naar believen afgespeeld kunnen worden.
Wat jammer dat Tesla zijn theorie nooit verder heeft uitgewerkt. Of misschien ook niet zo jammer, want zolang we nog niet over perfecte en willekeurige telepathische vermogens beschikken kunnen we onze gedachten lekker voor onszelf houden, en dat is wel zo goed.

GEGREPEN

Onlangs was er een griezelig geval van synchroon gedrag: 685 Japanse kinderen die in 1997 tegelijkertijd een epileptische aanval kregen. Was er een UFO in de lucht die vervaarlijke straling uitzond?
Niets daarvan. De kinderen keken naar Pokemon.
Onschuldig genoeg, zou je zeggen.
Maar blijkbaar niet.
Er was namelijk sprake van een snelle afwisseling van rode en blauwe kleuren, op een manier die blijkbaar niet zo heilzaam was voor jonge hersens. Neurologen zeggen dat flitsend licht en donker dat effect kan hebben.
De makers van de monsterlijke cartoonfiguren hadden dus hun huiswerk niet gedaan.

En dat terwijl iets dergelijks ook al in 1993 in Engeland gebeurde.

Maar zo'n bericht roept wel weer zorg op. Jongeren die zich in de disco blootstellen aan stroboscopische invasies, computerspelletjes met flitsende moorddadigheden, wat doet het met onze hersens?

Met onze aura?
En met ons gevoelsleven?

GEGREPEN

In1999 was er een griezelig geval van synchroon gedrag: 685 Japanse kinderen die in 1997 tegelijkertijd een epileptische aanval kregen. Was er een UFO in de lucht die vervaarlijke straling uitzond?
Niets daarvan. De kinderen keken naar Pokemon.
Onschuldig genoeg, zou je zeggen.
Maar blijkbaar niet.
Er was namelijk sprake van een snelle afwisseling van rode en blauwe kleuren, op een manier die blijkbaar niet zo heilzaam was voor jonge hersens. Neurologen zeggen dat flitsend licht en donker dat effect kan hebben.
De makers van de monsterlijke cartoonfiguren hadden dus hun huiswerk niet gedaan. En dat terwijl iets dergelijks ook al in 1993 in Engeland gebeurde.

Maar zo'n bericht roept wel weer zorg op. Jongeren die zich in de disco blootstellen aan stroboscopische invasies, computerspelletjes met flitsende moorddadigheden, wat doet het met onze hersens? Met onze aura?
En met ons gevoelsleven?

dinsdag 25 mei 2010

DE OPLOSSING

Al eerder heb ik wat geschreven over schijndood, dat in voorgaande eeuwen een reëel probleem was waar velen zich over bogen maar niemand afdoende uitkwam. Edgar Alan Poe schreef een van zijn beroemdste verhalen rond dit thema, dat hem en al zijn tijdgenoten bezig hield.
Hieronder twee stukken uit 'Het Toekomstig Leven' van augustus 1902.
Eerst een boekbespreking:

TOD DEM SCHEINTODE ! van von Knopstück - Rowel.

"Een zonderlinge brochure (16 blz) , geschreven onder den drang der algemeene beweging in Duitschland tegen het begraven van schijndoden. Hoewel de bedoeling van den schrijver is, schijndooden het leed van levend begraven worden te besparen, is zijn middel : dood de schijndooden, geweldadig, dus strafbaar, en gegrond op de valsche bewering, dat schijndoden, niets zien, niets hooren, niets voelen. Wanneer alle middelen, om den schijndoode tot het leven terug te roepen, vruchteloos bleken, is zijn middel om den werkelijken dood voor de begrafenis te doen intreden: Eis auf dem Kopf! Licht aus! Alles, was lebt und athmet, heraus !!!"

En dan een samenvatting uit een artikel 'EEN MIDDEL OM SCHIJNDOOD TE ONDERKENNEN' over een nieuwe vinding.....
Of hij ooit is toegepast?

"De onderscheiding van schijndood van den werkelijken dood was en bleef in weerwil van de vele moeiten die men zich daarvoor heeft gegeven, steeds een onopgelost vraagstuk.
Nu schijnt evenwel een middel gevonden, dat aan alle eischen voldoet en daarom door de Parijsche Academie met een prijs is bekroond.

De uitvinder heet Dr. Icard uit Marseille. Het middel daartoe aangewend is de bekende verfstof Fluoresceïne.
De proef berust op een wetenschappelijk vastgesteld feit. Geen stof kan door het weefsel van het lichaam opgenomen en verder daarin verbreid worden, wanneer de kringloop der levenssappen heeft opgehouden. Wordt een daartoe geschikte stof onder de huid ingespoten en door het lichaam verbreid, dan is de omloop der vochten nog in werking. (....)
Ene oplossing van Fluoresceïne, zoo als Dr. Icard bezigt, bezit een ongewoon kleurende kracht. Zij is daarentegen niet in het minst schadelijk. Wordt daarvan iets onder de huid van een levend mensch ingespoten, dan vertoont reeds na 2 minuten de huid en in het bijzonder de slijmhuid een sterke kleur, en de mensch krijgt het aanzien alsof hij aan ernstige geelzucht lijdt. Het oogweefsel neemt een lichtgroene kleur aan, de pupil verdwijnt en het oog gelijkt een prachtigen smaragd. De tranen en het speeksel zijn gekleurd, een bloeddruppel veroorzaakt in een glas water een helder grasgroene kleur.
Deze verschijnselen vertonen zich zoo als vanzelf spreekt alleen bij levende menschen, terwijl zij bij lijken achterwege blijft."

Een fantastische vinding.
Maar zoals veel vindingen uit die dagen verdwenen in de stoffige annalen van de geschiedenis.

Jammer jammer.

HULPVERLENING

Kunnen we rekenen op genuanceerde en geïnformeerde hulpverleners als het gaat om onze bijzondere ervaringen?
Nee, in de meeste gevallen niet, helaas.
In de hulpverlening blijken de paradigma's al even vast te liggen als in de wetenschap: wat je meemaakt komt uit je onderbewuste of uit je jeugd of uit je fantasie, en andere opties worden niet overwogen.
Dat is betreurenswaardig, omdat die andere opties voldoende bereikbaar zijn, als hulpverleners zich beter zouden (laten) informeren.
De uitzonderingen daargelaten: in Nederland is het nog altijd niet mogelijk om in de reguliere hulpverlening je verhaal te doen over een bijna dood ervaring, een geestverschijning, helderziende waarnemingen of over het feit dat je stemmen hoort. Gelukkig dat de meeste mensen met dat soort ervaringen helemaal niet bij de hulpverlening hoeven aan te kloppen, maar soms ontstaat paranormale gevoeligheid na een ziekte of een ongeluk, en dan kan het zijn dat men er geen raad mee weet en aan zichzelf gaat twijfelen.

Onlangs was er een documentaire op de TV over mensen die stemmen horen. Niet schizofreen, nee, in principe gezonde mensen die geplaagd worden door voortdurend gebabbel en negatief commentaar vanuit hun hoofd.
Bij sommigen kan dat zulke ernstige vormen aannemen dat die stemmen het normale functioneren in de weg zitten. Gesprekken met mensen van vlees en bloed zijn dan bijna niet meer mogelijk.
Dat moet vreselijk zijn, en natuurlijk iets waar je vanaf wilt.
In de genoemde documentaire waren de hulpverleners bijzonder welwillend en begripvol. Ze legden de geplaagden uit dat die stemmen uit hun onderbewuste kwamen en dat hun negatieve zelfbeeld zorgdroeg voor de inmenging.
Wat men vervolgens doen kon was dat zelfbeeld opkrikken. Gesprekken over waar men goed in was, wat men van zichzelf waardeerde en hoe dat in verhouding stond tot de negatieve uitingen van het onderbewuste, dat alsmaar die persoon naar beneden wil halen.
Meer bewegen was ook goed. Doen waar je zin in hebt, sterker worden, meer zelfvertrouwen kweken, zodat op den duur de stemmen het zwijgen zou worden opgelegd.
Het lijkt allemaal zo logisch. Ik had het zelf kunnen bedenken, net als die mensen die de therapie in groepjes volgden. Geen kunst aan.
Ware het niet dat er misschien toch ook iets anders aan de hand zou kunnen zijn.
Iets wat men ook wel 'helderhorendheid' noemt.
Of inmenging van entiteiten die een prima ontvanger vinden in sommige mensen, en daar kwaadaardig gebruik van maken. Soms na een spelletje met een OUIJA bord. Want als je een geest bent die in deze sfeer wil blijven rondhangen, wat is er dan leuker dan een onschuldige huisvrouw het leven zuur te maken, en hulpverleners om de tuin te leiden. Net zoiets als een virus zetten op internet: niemand kan je pakken maar je hebt de voldoening dat je de dag van ontelbare onbekenden grondig zit te verpesten.
Sommigen mensen en entiteiten geeft dat een doel in hun leven.

Maar dat alles is te ver van het bed van reguliere hulpverleners. De stap is te groot. De klassieke psychologie te dwingend.

De baan te belangrijk. Je moet er niet aan denken als je tegen je cliënt zou moeten zeggen dat hij heel misschien geplaagd wordt door iets waar je als RIAGG medewerker geen oplossing voor weet, zodat je hem moet doorsturen naar een paranormale kwakzalver.

Onlangs vernam ik op de Dag van de Parapsychologie dat mensen die stemmen horen die voor hen werkelijk als stemmen klinken, onder de MRI zijn doorgehaald. Wat bleek: die stemmen activeren in de hersenen hetzelfde gebied waar alle andere dingen die wij horen worden verwerkt. Wanneer wij ons stemmen voor de geest halen, onze moeder horen praten of de buurvrouw, dan is er een ander gebied actief.

Stemmen horen is echt, zeggen de scans.
Kijk, ik bedoel maar.

maandag 24 mei 2010

GOD PARTICLE

Wat zijn de fundamentele bouwstenen van het universum?
Ooit werd ons verteld dat dat atomen waren. Maar het bleek dat die bestonden uit Protonen, Neutronen en Electronen. Protonen en Neutronen bleken op hun beurt weer te bestaan uit Quarks.

Daaronder liggen vibrerende 'strings' en membranen. We hebben het dan over 11 dimensies, iets wat voor normale mensen en wetenschappers totaal niet voor te stellen valt, en dat moeten we dus ook maar niet proberen.
Het streven van fysici is om het uiterste en allerfundamenteelste deeltje te vinden.
Daartoe heeft CERN, de organisatie in Zwitserland die al jaren de deeltjesversneller van enkele kilometers exploiteert, de 9 miljard kostende LHC ( Large Hadron Collider) in het leven geroepen, die na veel vijven en zessen, pech en narigheid nu dan toch eindelijk bezig is dat meest uitzinnige deeltje, de zg 'God-particle' of in wetenschapsterminologie de 'Higgs boson' voor ons op te sporen.

Met alle risico's van dien, want onze nieuwsgierigheid kost niet alleen veel geld maar kan ons in het uiterste geval ook het leven kosten.
En dat van een zonnestelseltje of wat.
Want wat nog nooit gevonden is kan men in een formule vatten, maar de praktijk van die formule blijkt een 'calculated risk' te zijn, hoe miniem ook.
Zo miniem dat we ons geen zorgen hoeven te maken, zeggen deskundigen die er belang bij hebben.
Maar ik hou niet zo van zulke risico's, ook niet als ze klein zijn.
Misschien vooral omdat ik niet houd van mensen die voor god spelen.
Straks zitten we met een zwart gaatje.

Een 'singularity' heet dat.
Een ongelukje.
Kan zomaar gebeuren. En dan?
Een troost: van global warming en smeltende ijskappen zijn we dan meteen, voorgoed, verlost.

MARKAWASI

Net een interessante DVD bekeken over de stenen van het Markawasi plateau in Peru.
Op 3000 meter hoogte bevindt zich daar een moeilijk te bereiken uitgestrekt plateau dat bezaaid is met rotsformaties. Het bijzondere van die oeroude stenen is dat velen lijken op menselijke gezichten van verschillende rassen en op dieren die wel of niet in dit deel van de aarde thuishoren.
Kortom: Markawasi is een enigma.
In de DVD gaat een groep inheemse en buitenlandse wetenschappers en gidsen voor enkele dagen onderzoek doen naar het hoe en waarom van deze Indiaanse krachtplaats. Onder hen is geoloog Dr. Robert Schoch, bekend van zijn veel oudere datering van de Giza sfinx, een wetenschappelijke gotspe die hem bijna z'n geloofwaardigheid als wetenschapper kostte, ook al had hij ongetwijfeld gelijk. Sindsdien is Schoch wat voorzichtiger in zijn uitspraken, wat dan weer de irritatie opwekt van de alternatieve kant.
Hoe dan ook, in de documentaire wordt de expeditie gevolgd en de steen monumenten van het plateau komen volop in beeld.
'Simulacra', heten natuurlijke vormen die lijken op iets bekends. We komen ze overal op de wereld tegen waar mensen getroffen worden door gelijkenissen in rotsen, boomstronken en landschappelijke vormen. Vaak krijgen zulke formaties een naam, en zijn ze mijlpalen die van verre te zien zijn, al eeuwen lang.

Onze behoefte aan patronen herkennen maakt dat we vormen correleren waarvan de verbanden in werkelijkheid betekenisloos zijn. Hadden we die eigenschap niet, dan zouden we geen gezichten kunnen herkennen en voortdurend de weg kwijtraken.
Terug naar Markawasi.
Dat het een buitengewone plek is, is duidelijk. Oud ook, misschien al duizenden jaren omringd met heiligheid.
Uit de rotsen zijn ooit zetels gehakt van waaruit men de 'beelden' het best kan bekijken, op tijden dat de zon zo staat dat licht en schaduw de rotsfiguren laten spreken. Wat wij zien zagen ze honderden, duizenden jaren geleden ook. In dat opzicht zijn mensen niet anders geworden.

De interpretatie kan wel verschillen. Maar ook nu gaat nuchtere wetenschap over in berichten over visioenen, ervaringen van genezingen, of dromen over een oeroude beschaving die de beelden maakte. Een helderziende uit Amerika ziet hoe Aliens betrokken zijn bij de formatie, door klanken en materieomvormende trillingen.
Waar of niet waar, wie zal het zeggen. Ieder z'n eigen interpretatie.
De Indianen laten zich nergens over uit, die ondergaan zulke plekken om hun voorouderlijke natuurkracht, niet om hun feitelijke geschiedenis.
Robert Schoch heeft het laatste woord: de formaties zijn natuurlijk, hooguit hier en daar een beetje bijgehakt om de gelijkenissen nog beter tot hun recht te laten komen. Dat is moeilijk uit te maken na het verloop van zoveel tijd en zoveel erosie, zegt de geoloog.
Maar doet dat er toe?

Nee, vindt Schoch, en daarmee sluit hij aan bij de Peruaanse bevolking.
De plek is heilig, gewijd, natuurlijk krachtig en ondoorgrondelijk prachtig. En of die gelijkenissen nou door mensen lang geleden zo gemaakt zijn of simpel aan onze hersens ontspruiten, dat is niet zo belangrijk.
Markawasi is een oord van zuivere lucht en prachtige sterrenhemels, en de sleutel tot haar wezen is onze verwondering om het Mysterie.

HERSENS

Onlangs werden twee gerenomeerde wetenschappers, de fysici Brian Josephson en David Peat, uitgesloten van deelname aan een congres in Engeland. Ze kregen een beleefde brief thuis die de reden uit de doeken deed: de heren hielden zich naast de fysica bezig met parapsychologie. Zoals iedereen begrijpt kan zo'n interesse niet getolereerd worden onder de verstandige deelnemers aan een dergelijke bijeenkomst. Toch?

Brian Josephson is een brilliante man die zijn flitsende carrière met een Nobelprijs is begonnen.
David Peat is ook niet mis. Zijn afwijzing was gebaseerd op zijn belangstelling voor shamanisme en de verbanden die hij legt tussen shamanistische bewustzijnstoestanden en quantumphysics.
De brief die de heren kregen baarde zoveel opzien (mede dankzij internet!) en wekte zoveel protest dat inmiddels het verbod is ingetrokken. Maar het feit dat twee gerenommeerde wetenschappers die zich niet laten beperken door wat de mainstream fysici 'toelaatbaar' vinden, geweigerd kunnen worden op een congres van hun eigen vakgebied, is een schande voor de wetenschap, een absoluut dieptepunt en een teken aan de wand. Wie het wil nalezen: op de blog van parapsycholoog Dean Radin staat er meer over:
http://www.tcm.phy.cam.ac.uk/~bdj10/articles/uninvite.html

Wetenschap, lieve mensen, is een prachtig instituut en we kunnen niet zonder, maar de mensen die haar bedrijven zijn soms bange kleine kinderen die op hun speelgoed zitten uit angst dat een ander ermee vandoor zal gaan.
Brian Josephson heeft zich aangesloten bij SCEPCOP, de internetclub die tegengas geeft tegen de debunkers en de ongeïnformeerde sceptici. http://www.debunkingskeptics.com/

Een paar dagen geleden was ik op de Dag van de Parapsychologie, een jaarlijks terugkerend evenement georganiseerd door het Parapsychologisch Instituut in Utrecht waar ik zelf lid van ben.
Omdat de laatste lezing uitviel werd de tijd gevuld met interessante filmpjes over parapsychologisch onderzoek en hypnose.
Hypnose is sinds de 18de eeuw een goed onderzocht fenomeen. Een eeuw voor de parapsychologie als wetenschap van de grond kwam, werd in Frankrijk en Duitsland hypnose als bewustzijnstoestand ontdekt, toegepast en beschreven.
En hoewel uit modern hersenonderzoek precies kan worden nagegaan wat er bij hypnose gebeurt en welke hersendelen er wel of niet bij betrokken zijn, is er nog steeds een groep sceptici, waaronder de million dollar man James Randi, die hardnekkig blijven beweren dat hypnose volksverlakkerij is.
Debunking is een religie, met priesters en gelovigen.
Goed. Maar dit moet ze toch wel overtuigen, dacht ik bij het zien van het volgende filmpje:
Een vrouw moet bevallen. Normaal lukt niet, dus de keizersnede komt in beeld. Maar de vrouw is allergisch voor elke vorm van anaesthesie. Het kind kan niet blijven zitten. Dus wil men het met hypnose proberen. Gelukkig is de vrouw een goed subject, want dat is lang niet altijd het geval.
Wat we zien in het filmpje is een vrouw van wie de buik wordt opengesneden, het kind eruit wordt gehaald, de buik weer wordt gesloten. Tijdens dit hele proces ligt de vrouw te lachen en te zingen. Het hoogste lied.
Dat was haar gesuggereerd: zing maar, dat doe je graag. Zo te zien had ze het prima naar haar zin, en het kind werd gezond geboren. Geen centje pijn, dat was duidelijk.
Je zou zeggen: zoiets moet sceptici toch overtuigen. Daar kun je niet omheen, een vrolijk zingende vrouw met een openliggende buik.
Maar nee. Sceptici die de film hebben gezien hebben een betere verklaring dan de werking van hypnose: de vrouw speelt het. Ze doet alsof. Die domme chirurgen en hun assistenten trappen erin, alweer.

Ik heb een voorstel. Laten die debunkers het er nu eens op wagen om hun eigen buik onverdoofd te laten openen, en te spelen dat ze er niks van merken.
Daar heb ik een miljoen dollar voor over.

zondag 23 mei 2010

PARANORMAL STATE

Paranormaal is in.
Helaas niet zó in dat er ook subsidie komt voor wetenschappelijk onderzoek, maar op de televisie zien we niet anders. Buitenlandse series gaan of over misdaad, ziekenhuizen en advocaten, of over alles wat vreemd, helderziend, eng en spooky is. Of een combinatie van het een met het ander.
Soms liggen aan die series echte ervaringen (min of meer) ten grondslag, zoals bij
'Medium', en 'Ghostwhisperer', maar vaak is het ook alleen entertainment.
Buitenlandse mediums zien we hier ook. Char, Derek Ogilvie en een tijdje Lisa Williams, waarvan ik hoop dat u die niet gemist heeft, want ze is goed.
Dan hebben we nog 'het zeste zintuig' , maar dat is zo bedroevend dat we het daar maar niet over willen hebben.

Een van de gevolgen van dat geldgebrek en de groeiende populariteit is dat er, vooral in Engeland en Amerika, gigantisch veel groepen actief zijn die vooral het spookwezen voor hun rekening nemen. Tegenwoordig schijnt er bijna geen dorp meer te zijn zonder z'n eigen 'Ghost hunting Society'.
Niet zo gek, want het stikt bij onze westerburen van de mystieke plaatsen en geheimzinnige locaties. Waar Engeland z'n keltische tradities heeft, stikt het in Amerika van de Native American overblijfselen. Om het nog maar niet te hebben over alle enorme maar op instorten staande gebouwen waar vroeger gevangenen en krankzinnigen werden opgesloten, en die nu doorgierd worden door de wind; een paradijs voor spoken.
Wie wil 'Ghosthunten' schaffe zich wat electronica aan en belt de dichtstbijzijnde Society voor een mooi en liefst doodeng avontuur op het plaatselijke kerkhof of in de leegstaande kerk.

Zulke geestjagersclubs zijn er in alle soorten. Ernstige serieuze mensen maar ook grappenmakers met hun eigen agenda. Enkelingen, betweters, autocraten en meelopers, gelovigen en sceptici, dommerikken en wetenschappelijk gemotiveerden. Internet biedt de handleidingen voor 'Hoe word ik paranormaal onderzoeker?" of "Hoe word ik spokenjager?" Zoek maar uit. Oneindig veel sites op dit gebied.
De laatste keer dat ik keek gaf 'Ghost Hunting' op Google 1.750.000 hits!

Het heeft wel iets. En het zegt ook wat: al die belangstelling voor het onverklaarbare. Het grote voordeel van al die eigen initiatieven is dat die mensen niet te maken hebben met de fanaten die elk spook de grond in boren, of de dwazen die vinden dat acupunctuur strafbaar moet zijn. Zulke figuren vergallen alleen het leven van paranormaal Nederland.

In Amerika kijkt niemand op van 'rare' mensen die een ongrijpbaar doel beogen. En in Engeland...ach...daar horen spoken er gewoon bij.

Zo komt het dat er in die landen nogal wat realityseries worden gemaakt die zulke groepen volgen op hun nachtelijke avonturen. Om te kunnen vergelijken heb ik vele DVD's bekeken, zowel uit Engeland als Amerika.
Het is verbijsterend te bedenken hoeveel mensen daar last hebben van een spokend huis.
Vaak staan de gebeurtenissen in verband met rituelen in het verleden, met (Indiaanse) begraafplaatsen waarop gebouwd is, mijninstortingen, moord, of gewoon een vroegere bewoner die niet verder wil.

Onlangs kocht ik de eerste twee jaren van 'Paranormal State', een reality-serie die gaat over een groepje studenten uit Pennsylvania, onder leiding van de charismatische Ryan Buell.
De groep reageert op oproepen vanuit vele delen van het land, altijd van spooktechnische aard, hoewel het ook wel aan de afvoer blijkt te liggen.
Wat bijzonder is aan deze serie is de serieuze, niet sensationele aanpak. Men komt bij gewone Amerikanen over de vloer en wordt deelgenoot gemaakt van hun zorg en angsten zonder dat het riekt naar voyeurisme.
In bijzondere gevallen worden mediums erbij gehaald, waaronder de tamelijk bekende Chip Coffee, en trance medium en demonologist Lorraine Warren. Want ook dat laatste specialisme blijkt soms goede diensten te kunnen bewijzen.
Zo nu en dan is de hulp van een priester noodzakelijk, om een huis te zegenen, en hopelijk, de weg naar elders vrij te maken voor de geest die bleef plakken.
Hoewel de geesten niet altijd verdwijnen speelt de psychologische factor een grote rol in de tevredenheid van de klanten: men voelt zich serieus genomen, en vaak verdwijnt dan ook de angst. Soms verandert de angst voor de geest in zich 'beschermd voelen' door diens aanwezigheid.
Deze serie heeft wat kwaliteit betreft verreweg mijn voorkeur. Een aanrader voor mensen die Engels verstaan en Amerikaanse DVD's kunnen afspelen. http://www.aetv.com/paranormal-state/video/
(voor een paar tientjes kun je een converter programma downloaden, bv 'AnyDVD' waardoor je elke regio kunt afspelen)

Onwillekeurig denk je dan: hoe zit dat hier? Hebben mensen hier ook last van geesten die de boel verzieken? Ook al hebben wij geen Indianen?
Geen idee, we horen er hier nooit wat over. Ons landschap is te plat en onze geest te nuchter.
Maar toch....

INTO THIN AIR

Iemand gaat tijdens zijn vakantie op Bali een pakje cigaretten halen en komt niet meer terug.
Zijn vrouw waarschuwt de politie. Jarenlang onderzoek levert niets op. De man is weg. Opgelost.
Hij had geen reden om te verdwijnen. Hij kan niet ongemerkt van het eiland afgevaren zijn. In de omgeving van het hotel heeft hij geen ongeluk gehad, noch, voor zover men kan nagaan, ergens anders. Een verklaring wordt nooit gevonden. De man ook niet.

Dit bizarre geval speelt een jaar of 20 geleden en ik heb het niet uit een tabloid, maar van iemand die er persoonlijk bij betrokken is geweest.
Het staat niet op zichzelf. Ieder jaar verdwijnen er duizenden mensen zonder een spoor achter te laten en zonder aantoonbare reden om de benen te nemen. Een deel wordt teruggevonden, dood of levend.
Een ander deel niet.

Misschien herinneren we ons nog dat geval van een paar jaar geleden. Een plezierjacht wordt ergens in de buurt van Australië ontdekt zonder opvarenden. Niets wijst op een overval, entering, paniek, geweld of een andere menselijke oorzaak. Geen storm, geen plotselinge hoge golven, geen drijvende lichamen.
Alles op de boot is intact, en alsof er niets is gebeurd. Maar de eigenaar en de opvarenden worden nooit teruggevonden. Weg.
Waarheen?

Aan vreemde gevallen geen gebrek, en de bekendste : de Marie Céleste, de Bermuda 'Triangle' , Kolonel Amhurst,
zijn all over internet en in vele variaties in boeken te vinden. Hoe betrouwbaar de details van die verhalen zijn is altijd de vraag. Wie ze naast elkaar legt ontdekt nog wel eens verschillende versies. Maar dat neemt niet weg dat mensen, schepen, vliegtuigen heel letterlijk spoorloos kunnen verdwijnen.

Dan lees ik dit bij Charles Fort: In het stadje Clavaux in Frankrijk waren in 1842 twee meisjes getuige van vallende stenen, op de typische poltergeist manier: warm, langzaam, en out of nowhere.
Ze haalden hun ouders erbij, en toen begon er een plotselinge wervelwind aan ze te trekken. De kinderen werden opgezogen en alleen onmiddelijke actie van de ouders belette de kinderen 'van verdwijning in de stratosfeer als heliumballonnen', Schrijft Fort.
Die mensen hadden nog een tijd wat om over te praten.
Zulke dingen doen denken aan een tractor-beam uit StarTrek.
Iemand meldt dat hij in New Mexico een koe heeft zien opzuigen richting UFO. Mensen vertellen onder hypnose dat ze een UFO ingezogen werden om vervolgens later weer te ontwaken op dezelfde plek of een andere plek, maar minus hun herinnering wat ze in de missing time hebben gedaan. Martin Caidin meldt zulke gevallen van piloten in 'Ghosts in the Air' en andere boeken.

De vraag is dus: wat en wie hangt er boven ons en haalt zo nu en dan een geintje uit?
Om dan de verzamelde objecten weer te laten vallen in een van die vreemde regens van vissen, stenen, kikkers, bloed?
Om Charles Fort nogmaals te citeren: "I think we're property".
Are we?

vrijdag 21 mei 2010

GEROMMEL

Nou ja zeg! Wat ik nu weer lees in Psychic News, het weekblad voor Spiritualisten in Engeland....
Deepak Chopra, ons allen waarschijnlijk welbekend, meent dat hij een aardbeving op zijn geweten heeft...in zuid Californië.
Het moet toch niet gekker worden. Aan zijn 179.000 twittercontacten heeft hij bekend dat een bijzonder krachtige meditatie op een zondag jongstleden ergens de grond onder vele voeten heeft doen schudden.
Mijdunkt dat Chopra zijn eigen invloed bezig is te overschatten.
Dat de Amerikanen met duister en classified oorlogstuig doende zijn onze blauwe bol naar de verdoemenis te helpen wil ik geloven, maar dat Chopra de wereld letterlijk al mediterend aan het schokken brengt gaat me te ver.
Sterker nog: wat bezielt die man om dat überhaupt maar te willen proberen? Zijn zijn boeken en TV programma's hem naar het hoofd gestegen, zodat hij nu zichzelf met God is gaan verwarren?
De naschokken heeft hij niet afgewacht: hij ontvluchtte Californië en vloog ijlings naar Denver.
Maar hij heeft beterschap beloofd, zo lees ik, en hij twittert dat hij het nooit meer zal doen.

Een hele geruststelling. Alle twitteraars weer tevreden.
En ik heb besloten geen boeken meer van hem te lezen.

HOEZO TELEFOON?

Er zijn van die ervaringen die mensen een keer in hun leven meemaken, te bizar voor een redelijke verklaring, en totaal ongeschikt voor een paranormale waar we verder mee komen. Zoiets raars overkwam Mr. Windle, een gewone Amerikaan, in 1982. Het verhaal vond ik in het Amerikaanse blad FATE, waar altijd een rubriek met persoonlijke ervaringen instaat.
Mr. Windle, een alleenstaande weduwnaar, stond op een stille namiddag op de bus te wachten, toen de telefoon in een publieke cel begon te rinkelen. In Amerika doen ze dat, in tegenstelling tot die in Nederland, in de tijd toen die dingen nog in het straatbeeld aanwezig waren.
Aan de overkant van de bushalte was een historische begraafplaats.

Mr. Windle, op weg naar een afspraak waar niemand van wist dan hijzelf, begreep dat die telefoon nooit voor hem kon rinkelen, dus hij nam hem niet op. Andere mensen waren er op dat moment niet in de buurt.
Toen kwam er uit het niets een kind aangehuppeld, een meisje van een jaar of 10. Ze ging de cel in en nam de rinkelende hoorn van de haak of dat de normaalste zaak van de wereld was. Na even geluisterd te hebben vroeg ze "Bent u Mr. Windle?" De man was te verbaasd om te antwoorden.
"Is uw naam Mr Windle?" vroeg het kind nog een keer. Mr. Windle bevestigde dat.
"Wacht even, hij is hier", sprak het meisje. Maar toen ze de hoorn aan Mr Windle wilde geven merkte ze teleurgesteld dat er was opgehangen. Zonder een verder woord verdween ze huppelend om de hoek van de straat.
Mr Windle heeft het voorval nooit vergeten en heeft nooit een acceptabele verklaring kunnen bedenken.
Zijn vrouw was overleden, was zij degene die contact zocht?
En waar kwam het meisje vandaan?

Zo'n ervaring staat niet op zichzelf. Overledenen maken vaak gebruik van electrische mogelijkheden om hun aanwezigheid te demonstreren.

De telefoon is daarbij een gewaardeerd middel, en er zijn talloze gevallen bekend van mensen die woorden of zelfs gesprekken wisselden met iemand die al een tijdje dood was. De wereld wordt daarna nooit meer hetzelfde.
Parapsycholoog Scott Rogo deed er onderzoek naar en schreef er een boek over: 'Phone Calls from the Dead' .
Hier een geval uit het boek:

"Enid' was een oude dame die haar laatste jaren in een verpleeghuis sleet. Het ging lichamelijk niet goed met haar, en het einde naderde. Maar toen ze haar vriendin Mrs. McConnell op een zondagavond belde klonk ze opgewekt en veel sterker dan ze in tijden geklonken had. Mrs McConnell beloofde bij haar langs te gaan op haar aankomende verjaardag, en een fles brandewijn mee te nemen. "Die heb ik niet meer nodig", zei Enid.
Op de vragen van Mrs. McConnell antwoordde ze dat ze "zich uitstekend kon redden", dat er "nog nooit zo goed voor haar was gezorgd", en dat ze "nooit gelukkiger was geweest".
Mrs McConnell was verbaasd maar blij met de opmerkelijke verbetering in Enids toestand. Het gesprek duurde een half uur.

Diezelfde week belde ze het verpleeghuis. De receptionist informeerde haar dat Enid die zondagmorgen, enkele uren voor het telefoongesprek, was overleden.
Nu wij weer.

donderdag 20 mei 2010

STENEN

Stenen leven. Het is een mooie gedachte om dat aan te nemen.
Ze leven alleen een stuk langzamer dan wij.
Stenen kunnen warm zijn, prachtig van vorm, glad en aangenaam om in je hand te houden, en ze hebben een bijzondere aantrekkelijkheid. Wie heeft er nooit de neiging gehad om een steen op te rapen die tot ons scheen te spreken door zijn kleur of vorm?

Een groot deel van onze zichtbare aardbol is van steen: rotsen, heuvels, zand en diepe lagen gesteenten onder onze voeten. Die gesteenten hebben allemaal een ontstaansgeschiedenis: sommigen zijn geboren door vulkaanuitbarstingen, anderen door enorme pressie van hogerliggende lagen, of door het aan elkaar kitten van losse gesteenten of zand door de invloeden van de elementen.
Sommige gesteenten - mineralen - zijn gegroeid over miljoenen jaren in alle maten, kleuren en vormen, en andere zijn ontstaan uit biologische componenten: schelpen, zeediertjes, of zelfs hout.
Er zijn gesteenten die een prachtig geluid voortbrengen als je er op slaat, z.g. Ringing Rocks, en er bestaan CD's waarop men die rotsmuziek kan beluisteren.

Stenen hebben behalve een geologische kant ook een symbolische.
Ze staan voor geschiedenis, ouderdom, onvergankelijkheid, eeuwigheid.
Stenen doen ons denken aan wat blijft, aan de feitelijke en geestelijke grond onder onze voeten.
Daarom is er in Zen-boeddhistisch Japan de stenen tuin ontwikkeld en die elk Zen-klooster bezit : een zandvlakte die in een bepaald patroon wordt geharkt, en op strategische punten wordt voorzien van enkele stenen. Een toonbeeld en geestelijk voorbeeld van harmonie en rust, en dat is precies waar een monnik naar streeft.
Ook het harken zelf is een meditatieve bezigheid.

De Chinezen zijn van oudsher liefhebbers van bizar gevormde natuurlijke stenen.
Uit die liefde ontstonden in de Ming Dynastie (14 tot 17de eeuw A.D.) de z.g. ' Scholar's Rocks' : stenen die in een gestileerde tuin werden geplaatst, of een kleiner formaat dat net als de Japanse Bonzai op een plateau werden gezet, speciaal voor dat doel gemaakt van een mooie houtsoort.
Zulke stenen, 'Gongshi' in het Chinees, werden gekozen om hun structuur, vorm en kleur, en waren een voorwerp van schoonheid en spiritualiteit. Men zag ze als een stuk bezielde natuur, vandaar dat ze ook wel ' Spirit Stones' genoemd worden. Vaak werden ze gebruikt als focus voor meditatie, en hun ouderdom en verweerde uiterlijk inspireerde dichters, schilders en filosofen. Veel Gongshi hebben een grillige vorm en weer en wind hebben hen voorzien van holtes en gaten die een bepaald ritme geven aan hun visuele schoonheid.
Al die eigenschappen symboliseren verschillende lagen in de contemplatie van de natuur in en buiten de mens.
Tegenwoordig zijn ze vooral nog een kostbaar verzamelobject.
Op internet is er veel over te vinden.

Bij de Joden is het een oude gebruik om steentjes op iemands graf te leggen, i.p.v. bloemen. Bloemen zijn vergankelijk, stenen niet.

Althans niet binnen ons tijdframe. Want ook stenen zullen ooit uit elkaar vallen of worden meegevoerd met een rivier die er, na lange tijd, zand van zal maken.

Er zijn massa's legenden waarin stenen een rol spelen, precies vanwege de tegenstelling tussen ons korte leven en het lange bestaan van gesteenten.
En er is een paranormale kant: vooral graniet - waar veel kwarts in zit - heeft het vermogen om zijn geschiedenis op te slaan. Psychometristen kunnen die geschiedenis soms weer tevoorschijn brengen.

De volgende keer dat u een steen vindt en meeneemt, bedenk dan hoe lang die misschien al bestaat, hoeveel hij heeft meegemaakt in zijn gang van aardverschuiving, berg, rotsblok, steen - en koester hem.
Zie hem als een symbool van eeuwig leven.

RONDOM DOOD

De tweede helft van de 19de eeuw was een periode van schokkende spirituele gebeurtenissen. In het Victoriaanse tijdperk genoot men net als nu van wonderbaarlijke verhalen, spookgeschiedenissen en duister bijgeloof, als een reactie op de Verlichting, waarin materialisme en Darwinisme de maatschappij ingrijpend veranderden.
Zo zitten mensen in elkaar. Geen New Age zonder de gigantische technische sprongen die de laatste drie generaties hebben meegemaakt.
In mijn bezit heb ik een boekje uit die gouden eeuw, dat vol staat met spookverhalen uit het 'Terrific Register'. Verhalen die men in die tijd toeschreef aan de 17de eeuw, want hoe ouder hoe leuker. Of dat register ook werkelijk bestond is de vraag, maar dat maakt de verhalen niet minder mooi.
Hier komt er een, uit 1643.

"Catherine, de weduwe van William Coke, in leven timmerman in de county Armagh, zegt dat op 20 december 1641 een grote groep rebellen in de rivier bij de brug van Portnedown verdronken was, en dat negen dagen later zij de geest zag van een man die in die rivier verscheen op de plaats van de verdrinking. Hij stond kaarsrecht met zijn handen ten hemel geheven en zo werd hij ook gezien door soldaten van het Engelse leger die door die streek marcheerden en waarvan haar man deel uit had gemaakt. De verschijning werd steeds in dezelfde houding gezien en sommigen zagen ook andere geesten. 'sNachts was er veel gekrijs, en vreemde geluiden werden gehoord die uit die rivier kwamen, voor lange tijd daarna."

Levend begraven worden was een terechte angst, want dat gebeurde nogal eens. De medische wetenschap stond nog in de kinderschoenen, en het verschil tussen coma, bewusteloosheid, lock-in syndrome en dood was moeilijk vast te stellen. Van reanimatie had men ook geen kaas gegeten. Uit grafruimingen is dan ook gebleken dat menigeen in de kist ontwaakte, en met een meter aarde op de kist om je kreten te smoren blijft er dan weinig hoop. Je moet er even niet aan denken.
Hieronder zo'n verhaal - ook uit het 'Terrific Register' - dat nog maar net goed afliep.....

" Een jonge vrouw die al heel lang op bed lag met een heftige nerveuze aandoening, was eindelijk naar het zich liet aanzien overleden. Haar lippen waren bleek, haar gezicht zag er dood uit en haar lichaam werd koud.
Men haalde haar weg uit de kamer waarin ze was gestorven, en men legde haar in een kist. De dag van de begrafenis werd vastgesteld, en hymnes en begrafenisgezangen werden voor haar gezongen. Maar net toen men over wilde gaan op het vastnagelen van de deksel van de kist nam men transpiratie waar op haar gezicht, en korte tijd later ontwaakte zij.
Het volgende deelde ze mee over haar ervaringen: "Het leek allemaal een droom, en hoewel ik echt dood was kon ik toch horen en zien dat mijn verwanten om mij treurden. Ik hoorde het gelamenteer bij de kist, en ik voelde hoe men mij de doodskleren aantrok. Dat gaf mij een onbeschrijfelijk gevoel van angst. Ik probeerde te roepen maar mijn geest had geen macht meer over mijn lichaam. Ik voelde dat ik zowel in als buiten mijn lichaam verkeerde. Geen enkel lichaamsdeel gehoorzaamde aan mijn bevelen hoewel ik voortdurend probeerde iets te bewegen.
Pas toen men de deksel op de kist wilde nagelen werd ik zo gegrepen door angst om levend begraven te worden dat mijn geest lichamelijke tekenen teweeg bracht op mijn lichaam, waardoor ik voor een vreselijke dood werd behoed."

Wij zeggen nu dat die vrouw een uittreding beleefde waardoor ze getuige was van alles wat er om haar heen gebeurde. Zulke verschijnselen zijn van alle tijden.

woensdag 19 mei 2010

TAARTJES

Ook aan de meest gewone dingen kleven kantjes die bij nadere beschouwing het vermelden waard zijn.
Ik ben altijd op zoek naar de minder gewone informatie uit overleveringen en folklore, of uit wetenschap en religie. Nu ligt voor mij het boek 'The Magic of Food' van Scott Cunningham.
Pies, heet het hoofdstuk. Maar daaronder vallen zowel pastries, pasteitjes, als pies, taartjes, respectievelijk voor de hartigen en zoeten onder ons.
Oliver Cromwell (1599-1658), die bullebijter die de scepter in Engeland zwaaide na de English Civil War en de moord op Charles I, en 6 jaar lang de English Commonwealth, ofwel de republiek bestuurde, was een humorloze Puritein. En Puriteinen zien de duvel zelfs in taartjes. Cromwell verbood ze in alle gebiedsdelen die hij onder z'n beheer had.
Waarom precies? Omdat ze het leven zoeter maakten, en voor een fanaat die met de bijbel zwaait openen zich de poorten van de hel wanneer men plezier heeft in het leven, al is het maar voor de duur van een taartje.
Hoe hij dat verbod handhaafde vraag ik me af, maar misschien deed hij dat door middel van pie spies.
Gelukkig heeft na de dood van Cromwell Charles II zowel het koninkrijk als het gebak in ere hersteld. Die man kon niet meer stuk. Hoewel Cromwell een natuurlijke dood was gestorven, is hij enige jaren later opgegraven en alsnog onthoofd. Men mocht hem niet, hoewel dat niet alleen door dat gebak zal zijn gekomen.

Engelse pies zijn vierkant of langwerpig, Amerikaanse rond. De onze zijn ook rond. Dat heeft met zuinigheid te maken, volgens mijn boek. In een vierkante taart gaan teveel vruchten, daarom haalde men er in Amerika en in het zuinige Nederland de hoeken vanaf. Dat scheelt.
Magisch gesproken zijn ronde taarten spiritueler, en vierkante meer aards. Hou die informatie in gedachten als je een taart bakt.
Beiden zijn even lekker.
Maar fruit heeft z'n eigen betekenis. Appel staat voor liefde, healing en vrede., en banaan voor geld. Dus als je graag snel rijk wilt worden, vul dan je vierkante taart met banaan, en stem, als je toch al geld hebt, VVD.

DANCING DOLLS

Veel mensen ervaren dat een OUIJA bord dingen doet die niet binnen de fysieke mogelijkheden van een stuk hout of plastic liggen. Anderen hebben tafels zien hupsen, ook al iets wat ik niet hoop mee te maken als ik achter m'n keyboard zit. Dus waarom zouden andere levenloze dingen ook niet in beweging komen?
Poppen bijvoorbeeld?
In FATE van 1996 staat een artikel van parapsycholoog Loyd Auerbach, waarin hij vertelt over een ervaring die hem ter ore kwam.
Een zekere Les Hall uit Montana claimde dat hij in staat was om papieren poppen te laten dansen, uit zichzelf en op eigen houtje.
Daarbij had hij muziek nodig, want dansen zonder muziek is zelfs voor poppen een lastige kwestie.
De demonstratie vond plaats in een huiskamer van de broers die contact hadden opgenomen met Auerbach.
Les had een doos bij zich waaruit een cartonnen pop tevoorschijn kwam, die aan beide zijden geverfd was, en er verder uitzag zoals eenvoudige trekpoppen eruitzien: met splitpennen waar bij mensen gewrichten zitten.
De pop was een cm of 30 groot. Les zette hem midden op de tafel en hield hem vast terwijl de muziek werd aangezet. Even later begon de pop te dansen. Les verwijderde zich een paar meter van de tafel. De fragile kartonconstructie bleef dansen, maar viel in elkaar toen de muziek afgelopen was.
Les bezat meerdere poppen die hij zelf in elkaar zette. Sommige poppen waren meer dan een meter groot.
Hoe groter de pop, hoe verder Les ervanaf kon geen zitten.
Dat alles speelde jaren geleden, maar Auerbach kreeg van meerdere mensen verhalen over deze Les Hall, met eendere herinneringen. Een van hen wist nog dat een pop bleef dansen ook toen Les de kamer had verlaten.

Het enige wat er nodig was, was een harde ondergrond. Op een tapijt of tafelkleed wilde het niet lukken.
Muziek was ook absoluut een voorwaarde.

Auerbach evalueert de mogelijkheden voor een verklaring. Niemand dan de getuigen is erbij geweest, en Less Hall is allang dood. Was het trucage? Had Les ergens iemand die de draadjes onzichtbaar bediende? Niet waarschijnlijk; hij was alleen, en kon zo'n mechaniek niet tevoren ongezien aanbrengen.

Mechanische poppen? De getuigen hadden daar nooit iets van gezien of gehoord.
Psychokinese? Mogelijk, maar onbewijsbaar.
Het verhaal doet mij denken aan dat stukje uit Het Toekomstig Leven van rond 1900 wat ik in februari op m'n blog zette: de dansende zakdoek. De omstandigheden waren ongeveer gelijk.
Uit de literatuur van de parapsychologie weten we dat voorwerpen 'bezield' kunnen raken en zich merkwaardig kunnen gaan gedragen. Waarom dan geen zakdoek? Of, zoals in dit geval, een pop?
Hou je eigendommen in de gaten, ze kunnen verrassend uit hun rol vallen.

dinsdag 18 mei 2010

GEURENDE GEESTEN

Vorig jaar was ik bij een demonstratie van een Braziliaans schildermedium. Op een gegeven moment liet hij het publiek weten dat er dokters in de zaal waren. Geesten, wel te verstaan. Konden we dat ruiken?
Ja. De meesten van ons roken chloroform, hoewel dokters in deze tijd die lucht zelden meer bij zich dragen.
Enkelen roken het niet. Ik dacht dat ik wat rook, maar suggestie is ook wat.
Hoe dan ook, geuren die paranormale verschijnselen begeleiden zijn een bekend fenomeen. Menig contact met een overledene heeft plaats via de vertrouwde geur van een bepaald merk tabak, een parfum, of een bloem waar de overledene een voorkeur voor had. De geur is de communicatie, want in de meeste gevallen moet de achterblijver het daarmee doen. Maar die specifieke geur is genoeg om de levenden te overtuigen van de aanwezigheid en het voortleven van hun dierbare.

In een parapsychologisch tijdschrift lees ik meer over dit soort geuren. Mediums hebben regelmatig gewag gemaakt van de geuren waarmee de geesten zich bekend maakten. Het medium Rev.Stainton Moses (1839-1892) onderscheidde een geur die hij 'spirit geur' noemde, en die volgens de aanwezigen uit zijn hoofd leek te komen.
Spookhuizen hebben vaak een herkenbare geur die gekoppeld is aan bepaalde verschijningen of bepaalde vertrekken. Plaatselijk zijn die dan ook bekend als 'de geurende dame' of 'de kamer van de lavendel'.
De geuren komen en gaan, ze blijven niet hangen zoals bijvoorbeeld de lucht van cigaretten in een huis waar nooit gerookt wordt. Dieren nemen ze beter waar dan mensen en uit hun gedrag blijkt dat ze de herkomst schijnen te herkennen.
Geuren zijn niet altijd prettig om te ruiken, soms kan het ook behoorlijk stinken in de aanwezigheid van geesten.
In sommige gevallen kunnen die onaangename lucht een aanwijzing zijn voor hoe een persoon is overleden, voor't geval iemand daarin is geïnteresseerd. In zo'n geval lijkt de geur bedoeld als een dringende boodschap, of een noodkreet.
Hoe die geuren tot stand komen weten we natuurlijk niet, maar omdat de meesten van ons niet helderziend genoeg zijn om onze dierbaren na de dood te zien, is het misschien verstandig om onze neus wijd open te houden.

DE MAN DIE BRIEVEN KREEG VAN BEELDEN

Bron: John Michell 'Eccentric Lives and Peculiar Notions'

De eerste spiritualistische cirkel in Parijs, samengebracht in 1850, kwam bij elkaar in het huis van Baron Ludwig von Güldenstubbe (1820-1873). De baron was een liefhebber van oude en occulte mysteries en had zelf ook wel eens onderzoek gedaan naar Poltergeistverschijnselen.
De communicatie via mediums was de baron wat te omslachtig, en hij verlangde naar een meer directe manier om met geesten in contact te komen.
Daarbij ging hem door het hoofd dat er in de bijbel sprake is van twee directe communicaties: de inscripties op de Stenen Tafelen (Ex. 20, 2-17), en het Mene Mene Tekel OePharsin, geschreven op de muur van Koning Belshazzar's eetkamer. (Daniel 5, 1-31)
Een ander geval dat hem niet losliet was het standbeeld van Memnon in Egypte, waarvan in de oudheid gezegd werd dat het bij zonsopgang een mysterieuze kreet slaakte.
Geïnspireerd door deze historische voorbeelden sloeg de baron aan het experimenteren.
In 1856 sloot hij een bloknoot en een pen op in een doos, en wachtte op resultaat.
Na een tijd van teleurstellend wachten opende hij de doos, en ja, er was op het papier gekrabbeld.

Diezelfde dag vond hij nog meer, en wel in zijn eigen taal, Estlands. Het was zelfs niet nodig om de doos te sluiten; de woorden vormden zich spontaan op het papier, zonder hulp van de pen.
De Baron was enthousiast, ook al waren de woorden betekenisloos. Het ging om het feit en niet om de boodschap, en optimistisch voorspelde von Güldenstubbe dat "het uur was aangebroken waarop het materialisme en het sceptische rationalisme van onze zogenaamde moderne geleerden uitgeroeid zal worden."
Nou ja, dat uur laat nog steeds op zich wachten.
Wat de Baron betreurde was dat hij niet kon achterhalen wie er op zijn bloknootje schreef.
Maar toen had hij een creatief idee: misschien kon hij met figuren uit het verleden communiceren door bloknootjes achter te laten bij hun standbeelden.
Met enkele geïnteresseerde vrienden liep hij het Louvre af, en bezocht begraafplaatsen en kerken, bij alle stenen beroemdheden uit de geschiedenis papier deponerend, en niet te vergeten zijn visitekaartje.

Het resultaat was verbluffend. Toen hij na enige tijd bij de standbeelden verhaal ging halen, bleken de meesten deze kans om weer eens van zich te doen spreken te hebben aangegrepen.
Ze schreven in hun eigen taal, en bijna altijd alleen hun naam, en geen verder nieuws.
Gedurende deze periode communiceerde Güldenstubbe met de meeste welbekende standbeelden van Parijs, zowel als die in Versailles en Fontainebleau. Zo verkreeg hij meer dan 500 boodschappen in 20 talen. Veel daarvan publiceerde hij later in een boek waarin hij ook het Spiritualisme met kracht verdedigde.
Het publiek was met stomheid geslagen. De Baron en zijn adelijke vrienden te beschuldigen van fraude was ondenkbaar, maar sommigen opperden dat de hoge heren waren beetgenomen door een frauduleuze grappenmaker. Het idee dat standbeelden konden worden ondervraagd om de details over hun leven en tijd te weten te komen, was een idee waar men nauwelijks op door durfde te denken.
Op de een of andere manier is het daarbij gebleven, en noch Güldenstubbe, noch anderen hebben de experimenten vervolgd.

Hier ligt dus een terrein braak voor wie het wil proberen.
Later verhuisde de Baron naar Londen, waar hij weer deelnam aan reguliere séances. Blijkbaar gaf dat toch meer bevrediging dan de communicatie met beelden van stand.

DIERENMANIEREN

Priester-exorcist Donald Omand, een buitengewoon interessante man die zijn eigenaardige carrière beschrijft in het boek 'Experiences of a Present Day Exorcist' en over wie een boek is geschreven door Marc Alexander: The Man that Exorcised the Bermuda Triangle' heeft veel te melden.
Niet alleen over het exorceren van mensen, maar meer nog over plaatsen met een slechte reputatie, en over dieren.
Ook voor wie, zoals ik, de mogelijkheid van bezetenheid of 'overschaduwing' niet uitsluit, gaat het wat ver om te geloven dat ook dieren in bezit genomen kunnen worden. Terwijl er wel heel veel gevallen zijn van dieren die zich op een bepaald moment menselijk en bewust gedragen, met name vogels, om daarna hun gewone vogelmanieren te hervatten. In die gevallen is de mogelijke bezetenheid dus positief, en daarom makkelijker te aanvaarden.
Maar volgens Omand kan een dier ook opeens in een monster veranderen door inmenging van een rotzak uit de geestenwereld. En dat daar rotzakken zijn mogen we rustig aannemen, want ook rotzakken gaan een keer dood.

Zo beschrijft Omand bijvoorbeeld zijn praktijken ten behoeve van een circus, zo eentje met een grote ronde tent, in circusjargon 'Big Top' genoemd. In vroeger tijden waren zulke reizende attracties natuurlijk in het bezit van wilde dieren. De leeuwentemmer wist er wel raad mee, en wat er in de zo gemanipuleerde beesten omging is anybody's guess, maar veel goeds zal het niet geweest zijn. Toch kwamen ongelukken niet vaak voor, en een goeie leeuwentemmer kon z'n hoofd in de bek van een leeuw steken zonder dat vitale onderdeel van zijn anatomie kwijt te raken.
Tot die keer in Omands tijd, toen het mis ging, en de dompteur voor het laatst gedompteurd had.
Omand werd erbijgeroepen, want de leeuw was door het dolle en men vreesde voor meer slachtoffers.
Gelukkig had de priester meteen in de gaten dat het hier om een geval van bezetenheid ging, en met een indrukwekkende rite en het aanroepen van alle heiligen werd de leeuw weer het lammetje dat hij tot voor kort geweest was.
Wel bezeten, niet bezeten is de vraag natuurlijk. Misschien had de leeuw gewoon zijn dag niet. Het wordt ons allemaal wel eens teveel, toch? Alleen steekt niemand zijn hoofd in onze mond, dus happen hoort niet tot de mogelijkheden.

Maar nu stuit ik op het verhaal van een olifant. En daarmee kwamen Omand en de leeuw weer even bovendrijven.
Het verhaal speelt rond 1944, toen dieren in dierentuinen in Duitsland net als de mensen leden onder voedseltekorten.
Bertha Walt, de verzorgster van een olifant in de Berlin Zoo zag dat het niet goed ging met haar protegé. Dus besloot ze de nacht in zijn stal door te brengen om het dier gezelschap te houden en hem gerust te stellen.
Mooi plan, dat niet voldoende gewaardeerd werd. Want toen een andere oppasser 's morgens de stal binnenkwam was er van Bertha niet veel meer over. Die olifant moet flink honger gehad hebben.
Of was er iets anders aan de hand?
Duitsland zat in die tijd niet zonder rotzakken. Levende én dode.

maandag 17 mei 2010

PANNENKOEK

O Heer. De wereld is weird and wonderful.
Mijn diepe sympathie gaat uit naar gekken.
Niet de soort die anderen van het leven beroven, maar naar de hardnekkigen die geloven in feiten die al eeuwen achterhaald zijn, en met hun eigen logica deze wereld tot een Disneyland van de onmogelijke mogelijkheden maken.
Op 23 februari heb ik geschreven over die onvergetelijke Fries Klaas Dijkstra.
In het Nederland van de 50er jaren was Klaas een uitzondering, omdat helaas iedereen hier al overtuigd was van het feit dat "de aarde een oliebol is en geen pannenkoek" (niet van mij maar van Godfried Bomans).
Maar in andere landen is dat proces langzamer verlopen. Vooral Amerikanen hebben soms moeite met de werkelijkheid, die ze als het zo uitkomt gemakkelijk aanzien voor een complot.

We weten dat men vroeger de aarde aanzag voor een platform waar je vanaf kon zeilen of over de rand kon vallen.
Dat was geen ervaring, maar wel ervaring was dat je van de ene naar de andere plaats kunt komen zonder noodzakelijkerwijs lood in je schoenen te bevestigen. Want van een bolvormige aarde zouden we afvallen, toch? Onze 'tegenvoeters' zouden al helemaal geen schijn van kans maken, en toch schijnen ze in Australië zichzelf ook al niet te moeten verankeren om niet omlaag te storten.
Dus de conclusie was evident: plat. Als genoemde pannenkoek.

Vanaf 1800, toen de wetenschap anders had besloten, kwam de logica van de platte aarde opnieuw aan de bel trekken, en vond voorname voorstanders in welbespraakte notabelen en excentrieken van die dagen.
Maar toen was er nog niemand naar de Maan geweest, en ook had er nog niemand gevlogen.
Dat de Flat Earth Society in Zion, Illinois en haar internationale offspring in de tweede helft van de 20ste eeuw nog steeds bestond en aanhangers had, mag een wonder heten. Want toen kon men beter weten.

In 1955 werd de International Flat Earth Society opgericht door Charles K. Johnson en zijn vrouw Margery.
Johnson was een doorzetter. Je zult het niet geloven maar het lidmaatschap van de Society groeide in de 70er jaren naar 3000 leden.
In 1995 ging Johnson's huis en alles wat erin was in vlammen op, en hoewel hij moeite deed zijn ledenbestand te herbouwen, is het met de Flat Earth Society nooit meer echt iets geworden.
In 2001 stierf Johnson. Zijn vrouw was al in 1996 overleden.

Was dat het einde?
Welneen!

In 2004 vond er een wonderbaarlijke opstanding van de Society plaats in de persoon van Daniel Shenton, een Amerikaan die in Engeland woont. Jong nog, een eindje in de dertig.
Er is een site http://theflatearthsociety.org/cms/ die informatie geeft over het onsterfelijke gedachtengoed van de platte aarde, en de oorspronkelijke tijdschriften van Johnson staan online, voor wie zich in de bewijzen wil verdiepen.
Ook is er een forum dat te denken geeft.
Men kan online ook lid worden van de Society, en ik moet zeggen dat ik dat ernstig heb overwogen.
Want nu ik dat alles zo heb gelezen, zie ik plotseling het licht: we zijn al die tijd gewoon voor de gek gehouden.
Met Photoshop is het geen kust om een platte aarde in een ronde te veranderen, dat weten we allemaal.
Een kind kan de was doen.
De Aarde is plat als een pannenkoek.
Ik ben er eindelijk uit.

OMM SETY

Sommigen kennen allicht, al is het maar bij naam, de boeken van Omm Sety, want ze zijn behoorlijk bekend.
Dorothy Eady (1904-1981), later alleen nog bekend bij haar Egyptische naam, is een van die merkwaardige gevallen van iemand die zich een vorig leven tot in de details herinnert en dat op kan schrijven.
Een andere vrouw die roem verwierf met haar Egyptische avonturen was Joan Grant (1907-1989), die vooral bekend werd door haar boek 'Gevleugelde Pharao' dat sommigen allicht ook gelezen hebben.
Waarom Egypte?
En waarom na een ongeluk?
Dorothy, kind van Ierse ouders, was 3 jaar toen ze van een lange trap afviel. De dokter verklaarde haar dood, maar een uur later zat ze rechtop in bed: genezen.
Vanaf dat moment had Dorothy dromen van een Egyptische tempel. Natuurlijk was ze nooit in Egypte geweest. Ze geloofde dat ze in haar dromen ook werkelijk in die tempel was.
Toen ze een jaar later de Egyptische afdeling van het British Museum voor het eerst bezocht was dat een openbaring. Ze herkende de beelden en kuste ze, terwijl ze riep dat ze 'naar huis' wilde.
Naarmate ze ouder werd verdiepte ze zich in de Egyptische geschiedenis, en ze ontdekte dat de tempel die haar zo vertrouwd was ook werkelijk bestond: Abydos, in Opper Egypte. Dorothy had het geluk in de buurt van het British Museum te wonen, waar ze al haar vrije tijd doorbracht en bevriend raakte met Sir Ernest Wallis Budge, conservator in het museum en legendarisch kenner van het oude Egypte. Hij leerde Dorothy hieroglyphen lezen en bracht haar de Egyptische geschiedenis bij.
In 1933 trouwde ze met een Egyptenaar, maar dat huwelijk werd snel onbonden. Haar enige zoon noemde ze Sety.
Ze kreeg werk bij de opgravingen in Giza. In haar astrale reizen bezocht ze Abydos - zoals het er in 'haar' tijd had uitgezien: tijdens de 19de Egyptische Dynastie, ten tijde van Pharao Sety I, ca 1320-1200 B.C.
Jaren later ging ze zichzelf Omm Sety - moeder van Sety - noemen.
Haar eerste werkelijke bezoek aan Abydos was in 1953, en vanaf dat moment wist ze nergens anders te kunnen leven.
In haar dromen werd haar geopenbaard dat ze Betreshyt was, een jong meisje dat als prieteres van Isis was opgeleid in de tempel van Abydos. Daar was ze opgemerkt door Pharao Sety I , en ze kregen een verboden relatie.
Ze stierf op jonge leeftijd, en had daardoor de zoon van Sety, Ramses II, alleen als lawaaiige puber gekend.
De liefdesband met soul-mate Sety I bleef bestaan over een kloof van 3000 jaar, en in Dorothy's huidige leven zocht Sety haar vaak 's nachts op.
Omm Sety verbaasde plaatselijk archeologen met haar uitgebreide kennis van de stad en het tempelcomplex, en plekken die nog niet ontdekt waren werden aan de hand van haar aanwijzingen gevonden.

Lang niet alles is nog ontdekt. Omm Sety's dagboeken onthullen nog veel meer details die allemaal nog aan de hand van opgravingen geverifiëerd moeten worden. Dat kan nog wel een tijd duren.
Maar niet alle gegevens komen uit de herinneringen van Omm Sety zelf.
Een astraal gesprek tussen de prieteres Bentreshyt en Pharao Sety I onthulde dat het Osirion, een gebouw in het tempelcomplex van Abydos, dateert uit een eerder tijdperk dan Egyptologen aannamen, en niet door Sety I gebouwd werd.
Ook deelde Sety mee dat de grote Sfinx van Giza veel ouder is dan de klassieke datering van 2500 B.C. Zijn gelijkenis is niet die van koning Khafra, maar van de Egyptische God Horus.
Die opmerkingen zijn geen verrassing, want in de laatste decennia zijn al veel onderzoekers (John Anthony West, Robert Bauval, Graham Hancock) overtuigd geraakt van de hoge ouderdom van de Sfinx en de piramiden en van het flinterdunne 'bewijs' dat Pharao Khafra er iets mee te maken heeft.
Hoe dan ook, Omm Sety's leven heeft op twee niveaus een enorme impact gehad op de Egyptologie: door haar grote kennis van de geschiedenis die ze in dit leven had verworven, en haar diepe kennis over de eeuwen heen die voor velen een verrijking en een handleiding was geweest.
Boeken van en over haar worden nog steeds herdrukt, en in films en documentaires is er aandacht aan haar vreemde leven besteed.

zondag 16 mei 2010

EEN STERK MEIDJE

Weer zoiets. Kom ik een artikel tegen uit 1994 over Hillary Flora, een meidje van toen 8 jaar oud.
Op de foto een leuk koppie. Maar beschikkend over een gave die de wetten van de zwaartekracht weer eens aan het wankelen brengen.
Want, zo lees ik: als Hillary niet wilde worden opgetild, dan kon zelfs de sterkste bodybuilder het vergeten. Hillary was, letterlijk, niet uit haar evenwicht te brengen.
Wat was er met het meisje aan de hand?


Haar talenten werden in 1990 ontdekt tijdens een parapsychologische bijeenkomst in Arizona.

Enkele helderzienden ontdekten dat er iets bijzonders aan de hand was met de 5 jarige kleuter.
Testen wezen uit dat ze gebruik kon maken, onbewust natuurlijk, van de energie van anderen, en dat dat haar in staat stelde om dingen te doen waar anderen alleen maar met verbazing naar konden kijken.
Haar roem verspreidde zich snel, en binnen de kortste keren gaf ze demonstraties in Japan en in Europese landen. Niet alleen met haar 'zwaarte' , maar ook met genezingen had ze succes. In de jaren na haar ontdekking namen haar talenten toe en ontwikkelde ze steeds nieuwe gaven.
Hillary, een pienter en aantrekkelijk kind, werd er niet anders van. Ze komt uit een normaal gezin, maar heeft een oudere broer die op z'n tiende al als geheugenwonder optrad. Het is dus maar wat je gewoon noemt.
Gelukkig maar dat ze evenwichtig omging met haar speciale gaven, want als ze wilde kon ze met een uitgestrekte vinger iemand beletten uit z'n stoel op te staan.

Goed. dat speelde allemaal z'n 20 jaar geleden. Hillary is nu 25.

Natuurlijk wil je dan weten of er iets van haar geworden is, en zo ja, wat.
Al te vaak komt het voor dat wonderkinderen in de vergetelheid verdwijnen en er ook op internet niets meer over te vinden is.
Maar in het geval van Hillary is dat gelukkig niet zo. Ik heb haar gevonden, en u kunt dat ook:
http://www.athenamontessoriacademy.com/pages/hillary-flora
Het blijkt dat Hillary is verbonden aan een yoga-school met speciale aandacht voor gezinnen en kinderen.

Ze ziet er gelukkig uit.
Over haar gaven als kind wordt niet gerept.
Wat jammer is, want dat had ik nou net wel willen weten.

FAMILIEGESCHIEDENIS

In Lourdes heb ik, op zoek naar beeldjes voor mensen die er graag een wilden hebben, heel wat Maria's door m'n handen laten gaan. Hoewel ze allemaal de typische witte jurk en blauwe gordel hebben waaraan men de Lourdesmaria herkent, zijn de gezichten allemaal anders. Maar blauwe ogen, lichtbruine haren en een rozenkrans, daar valt niet aan te ontkomen.
Geen wonder dat veel katholieken denken dat Jezus en Maria tot hun geloof behoorden.

Voor mensen die nooit in levenden lijve door iemand gezien zijn, zijn Jezus en zijn moeder merkwaardig vaak geidentificeerd. Alles en iedereen die verschijnt, of lijkt te verschijnen op een ongewone plaats, een baard heeft en een enigszins wit voorkomen, kan voor Jezus doorgaan. Hetzelfde geldt voor Maria, behalve de baard natuurlijk.
Wat willen we toch graag weten hoe die mensen eruit hebben gezien.
De beelden kennen we allemaal, en de iconografie van heiligen bepaalt het beeld van onze fantasie.
Maar zouden we al die beelden naast elkaar leggen, dan lijken die jezussen, Maria's en heiligen absoluut niet op elkaar. Wel hebben ze één ding gemeen: Maria, Jozef en Jezus zien er niet joods uit. Terwijl dat nou toch het enige is wat zeker het geval is geweest. Wat is er mis met een semitisch uiterlijk? Langs welke vreemde wegen is de heilige familie ontdaan van zijn etnische kenmerken?
Antisemitisme is niet alleen zichtbaar in wat er is, maar zeker zozeer in wat er niet is.

Jezus en Maria stonden in een rijke traditie die met het Christendom niets van doen had, aangezien dat toen nog niet bestond. Paulus, de eerste theoloog, heeft het Christendom uitgevonden en verspreid en daarbij handig gebruik gemaakt van de heidense sentimenten. Zonder Paulus was het Christendom als een kleine joodse secte een roemloze dood gestorven. Ook Paulus was een Jood, net als Petrus en Johannes en de rest.

En ook zij zijn ontdaan van wat hun rechtens toekomt: hun eigen etnische afkomst.
Dat wat we zeggen lief te hebben wordt gemangeld en gevormd naar onze eigen wensen.
En daarmee is ons historisch besef afgegleden tot het niveau van mollige cherubijntjes en schattige blonde krulletjes.

Reddeloos.
Jezus, en de traditie waar hij uit voortkwam en waar hij zijn leringen aan te danken had, zijn ons, innerlijk en uiterlijk, ontgaan.

vrijdag 14 mei 2010

DE ONOPGELOSTE VRAAG

Wie zich verdiept in de literatuur die alle velden van paranormale activiteit bestrijkt raakt verward, of gaat patronen zien. Dat laatste is bijna onvermijdelijk. Of het nu gaat om mariaverschijningen, UFO's, Forteaanse gebeurtenissen, engelen en geesten, cryptozoölogische onbestaanbaarheden of een van al die andere gevallen van 'high strangeness' , de conclusie moet altijd zijn dat er nooit een vinger achter te krijgen is.
Ik kan me dan ook voorstellen dat velen zich walgend afwenden van wat ze beschouwen als een krankzinnig geworden mensheid die gelooft in dingen die per definitie onbestaanbaar zijn.
Punt is: ze blijven gezien worden, die dingen. Maria blijft verschijnen, beelden blijven huilen, Ufo's gaan in en uit onze realiteit, vissen en kikkers blijven uit de hemel vallen, engelen blijven mensen redden, en het stikt van de geesten, zwarte schaduwen, gekapte wezens en andere griezels die door redelijke mensen worden waargenomen. Sceptisch zijn is 'the easy way out' , maar dat maakt de ervaringen niet minder, of minder werkelijk.
De vraag is: Wat moeten we daar allemaal mee?
Ook parapsychologen gaan die vragen meestal uit de weg. Ze beschrijven vaardig en lezenswaardig wat er in en buiten laboratoria gebeurt en wat de conclusies zijn die we daaruit moeten trekken: telepathie, helderzienheid, telekinese en bijzondere menselijke ervaringen bestáán. Daarover bestaat geen enkele twijfel meer voor wie bereid is van de bewijzen kennis te nemen.

Maar waar het vandaan komt, hoe het gebeurt, wat de aanleidingen zijn, waarom de een wel en de ander niet, daar is vooralsnog geen antwoord op.
Vragen genoeg, antwoorden ...daar wordt naar gezocht, met behulp van met name de quantum fysica die ons leert dat deeltjes die eens verbonden waren die verbondenheid behouden, ook al zijn ze lichtjaren uit elkaar. Entanglement, heet dat. Telepathie zou op die manier misschien verklaard kunnen worden.
De rest is voorlopig nog gissen, en theorieën worden volop bedacht, daar ontbreekt het niet aan.
Het is betreurenswaardig - hoewel begrijpelijk - dat de parapsychologie zich niet inlaat met de metafysische aspecten van wat niet in direct verband staat met ons bewustzijn. Officieel hebben UFO's niets te maken met parapsychologie, een wetenschap die zich uitdrukkelijk beperkt tot onderzoek van menselijke mogelijkheden.
Het eind zou zoek zijn, en er moet toch al opgeklommen worden tegen muren van weerstand vanuit de gevestigde orde.
Toch is die beperking jammer. Want hoewel veel vreemde gebeurtenissen weliswaar onverklaarbaar maar toch helemaal van stoffelijke aard zijn, is het merendeel niet zo eenduidig. Ik bedoel dit:
Iemand die aan visioenen lijdt kan men medisch en psychologisch onderzoeken. Men kan zoiemands hoofd in plakjes snijden met een MRI scan. Dan blijkt misschien dat diegene lijdt aan epilepsie, of aan een andere afwijking die verantwoordelijk is voor de visioenen. In dat geval wordt het ossier gesloten en de patient voorzien van medicatie of wat hem kan genezen. Wat meestal niet wordt overwogen is de andere kant: de afwijking is niet schuld aan de visioenen, maar de afwijking fasciliteert ze; door het afwijkend functioneren van de hersenen is een gevoeligheid is ontstaan voor wat normaal buiten ons bereik ligt.
Het kan ook zijn dat alles normaal is, maar diegene toch hardnekkig dingen blijft zien. Waarschijnlijk is er dan sprake van aangeboren paranormale begaafdheid. In beide gevallen - ziekteverschijnsel of paranormale gave - is het haast onmogelijk vast te stellen of dat visioen een onafhankelijke, zij het onstoffelijke werkelijkheid betreft, of dat het voortkomt uit de fantasie. Het visioen wordt immers maar door één mens gezien en is daarmee oncontroleerbaar.
Maar wat nu als die visioenen door 3, 5 of 10 mensen worden gedeeld? Wat als die visioenen door grote groepen worden waargenomen? Wat als die visioenen zich bij verschillende mensen op verschillende momenten maar altijd op dezelfde plek afspelen, of altijd op dezelfde manier, maar wereldwijd van elkaar?
Wat nu als bepaalde verschijnselen die met geen mogelijkheid bij elkaar lijken te horen, zoals bijvoorbeeld Bijna Dood Ervaringen en ontvoeringen door 'buitenaardsen' , toch bepaalde kenmerken gemeen hebben? Wat nu als ongerelateerde verschijnselen als UFOs en onbestaanbare wezens verbanden met elkaar schijnen te hebben?
Of UFO's en natuurgeesten? Of als poltergeistverschijnselen soms toch een relatie blijken te hebben met geesten, terwijl het een uitgemaakte zaak leek dat de krachten in de psyche van een puber ontspruiten? Wat nu als een helderziend jongetje als kind Jezus ziet, die later een alien blijkt te wezen? Of stoffelijk lijkende wezens opeens verschijnen of in het niets oplossen? Stenen uit de hemel vallen, warm bij aanraking, maar door niemand gegooid?
Wat als de fysieke werkelijkheid helemaal niet zo fysiek en betrouwbaar is als hij lijkt, maar onze werkelijkheid in werkelijkheid bestaat uit meerdere dimensies die vlak aan elkaar raken? Zodat paranormale verschijnselen in principe iedereen kunnen overkomen en ook de onveranderlijkheid van ons materiële bestaan ter discussie stellen?
Wes Nisker schrijft in zijn mooie boekje 'The Essential Crazy Wisdom':

"We weten het niet. We weten niet wie we zijn, waar we zijn, waar dit leven en dit universum over gaan. We zijn misschien in staat om de wereld te beschrijven zoals we hem zien, dingen namen te geven en voorzichtig te begrijpen hoe bepaalde processen werken, maar we hebben geen idee waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Of waarom ze zijn".

Charles Fort schreef in een van zijn boeken "I think we're property" . Daar kon hij wel eens gelijk in hebben.
De vraag wie wij zijn, hoe onze wereld er werkelijk uitziet en naar wiens pijpen wij dansen is waarschijnlijk voor anderen, ergens, geen vraag meer. Maar wij modderen er nog wel even meer door.